De leiders van deze eeuw
Om tot de kern van het karakter van deze eeuw door te dringen, kunnen we het gedeelte, dat over de leiders (NBG: beheersers) van deze eeuw gaat, beter in de Statenvertaling lezen. Het cursieve daarin geeft de letterlijke vertaling weer.
"En wij spreken wijsheid onder de volmaakten; doch een wijsheid niet van deze eeuw noch van de oversten van deze eeuw, die teniet gedaan worden; maar wij spreken de wijsheid Gods, bestaande in verborgenheid, die bedekt was, welke God vóór de eeuwen verordineerd heeft tot heerlijkheid van ons; welke niemand van de oversten van deze eeuw gekend heeft. Want indien zij ze gekend hadden, zo zouden zij de Heere der heerlijkheid niet gekruist hebben; Maar gelijk geschreven is: hetgeen het oog niet gezien heeft en het oor niet heeft gehoord en in het hart van de mens niet is opgeklommen: hetgeen God bereid heeft voor hen, die Hem liefhebben" (1 Kor. 2:6-9).
De volmaakten zijn de gelovigen, de wedergeborenen, die genoemd worden in 1 Korintiërs 1, vers 21: " Want omdat, in de wijsheid van God, de wereld door haar wijsheid God niet heeft leren kennen, heeft het God behaagd door de dwaasheid van de prediking zalig te maken hen die geloven". Het evangelie dat zij geloofd hebben, de wijsheid niet van deze eeuw, wordt nu niet algemeen erkend; wordt zelfs in meerderheid als dwaasheid beschouwd. Bij de 'oversten van deze eeuw' moeten we denken aan de leiders van de wereld, zowel wereldlijk als geestelijk (!), zoals zij die destijds Christus gekruisigd hebben. Deze overheden en machten zijn door God ingesteld. Aan het hoofd staat satan, de overste van de wereld, die genoemd wordt: ´de god van deze eeuw´. De oversten van deze eeuw gaan teniet, vergaan. Dit staat in de onvoltooid tegenwoordige tijd, dus: zij zijn aan het vergaan. Het is vergankelijke macht. Als de structuur van de macht op deze aarde dan zo is, zal het duidelijk zijn dat daar geen toekomst in zit, alle goede bedoelingen ten spijt. Het kruis van Christus, in de volheid van de tijd, is het keerpunt in de geschiedenis van de hemelen en de aarde. Daardoor is God verzoend.
Zie ook Jesaja 53:10. Het kruis van Christus is ook de kern van het evangelie, de goede boodschap: " Want Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het Evangelie te verkondigen, niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus zijn inhoud niet verliest. Want het woord van het kruis is voor hen die verloren gaan wel dwaasheid, maar voor ons die behouden worden, is het een kracht van God" (1 Kor. 1:17 en 18). Het is dus een tegendraadse boodschap. Tevens is met deze woorden ook duidelijk gemaakt hoe de boodschap gebracht moet worden, om een krachtige boodschap te zijn. Zie 1 Korintiërs 2:1-5, waarvan we vers 4 en 5 citeren: " En mijn spreken en mijn prediking bestonden niet in overtuigende woorden van menselijke wijsheid, maar in het betonen van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God". Zie ook Kolossenzen 2:8-12.
De wijsheid van God bestaat in verborgenheid. Christus is nu in de hemel, de woonplaats van God, Die een ontoegankelijk licht bewoont. Dit is de niet-geschapen hemel, de derde hemel. Daar is absoluut geen duisternis, satan is daaruit verwijderd. Straks zal hij op de aarde geworpen worden en daarmee zijn ook de geschapen hemelen bevrijd. Tenslotte zal ook het licht opgaan op de aarde. Dan is de verborgenheid beëindigd: de openbaring van Christus. De wijsheid van God was bedekt, maar is inmiddels geopenbaard. De boodschap is nu in het Woord van God en kan alleen daaruit tot ons komen, door geloof. Geloven is weten (Hebr. 11:1). Alleen zó kunnen wij God leren kennen en wijs worden.
Paulus schrijft vervolgens dat deze wijsheid van God reeds vaststond in Zijn Raad, in Zijn gedachten, vóór de eeuwen van de schepping. Vóór de schepping dacht God reeds aan onze heerlijkheid in Christus. Dit toont ons even, in een verblindende lichtflits, de diepte van Gods wezen en Zijn barmhartigheid. Zo is Hij. Niemand van de oversten van deze eeuw heeft de wijsheid van God gekend, “Immers, als zij die gekend hadden, zouden zij de Heere der heerlijkheid niet gekruisigd hebben" (1 Kor. 2:8). Het is wonderlijk en ondoorgrondelijk hoe God dit alles tot stand heeft gebracht! Wat God in Christus bereid heeft voor allen die Hem liefhebben, gaat boven alles wat gezien, gehoord of bedacht is! We zouden kunnen zeggen: dit is de boodschap van deze eeuw! Alles is opgeschreven in het Woord van God, dat daarom zo kostbaar is en rijke buit bevat, die het menselijk bevattingsvermogen nog steeds verre te boven gaat. Alleen door geloof kunnen we het weten en ervan genieten.
Laten wij deze wijsheid van God - niet van deze eeuw, niet bij de kinderen van deze eeuw - op zijn volle waarde schatten, zoals Hij nu voor ons is: Christus, alles in allen. "De verborgenheid des HEEREN is voor degenen die Hem vrezen (Ps. 25:14a, SV), "uw leven is verborgen met Christus in God" (Kol. 3:3b). Laten wij dus leven vanuit ons burgerschap van de hemel, indachtig aan wat Paulus schrijft in Filippenzen 3:17-21: "Wees met elkaar mijn navolgers, broeders, en houd het oog gericht op hen die zó wandelen, zoals u ons tot een voorbeeld hebt. Want velen – ik heb dikwijls met u over hen gesproken en zeg het nu ook onder tranen – wandelen als vijanden van het kruis van Christus. Hun einde is het verderf, hun god is de buik en hun eer is in hun schande; zij bedenken aardse dingen. Ons burgerschap is echter in de hemelen, waaruit wij ook de Zaligmaker verwachten, namelijk de Heere Jezus Christus, Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam, overeenkomstig de werking waardoor Hij ook alle dingen aan Zichzelf kan onderwerpen". Onder het bedenken van ´aardse dingen´ valt heel veel. Nu denken en zelfs werken aan het Koninkrijk der hemelen bijvoorbeeld. Dit is een aards Koninkrijk en behoort daardoor tot de dingen van beneden. Deze moeten van Godswege nog wachten en komen aan de orde in de volgende eeuw.
De god van deze eeuw
"Maar in het geval dat ons Evangelie nog bedekt is, dan is het bedekt in hen die verloren gaan. Van hen, de ongelovigen, geldt dat de god van deze eeuw hun gedachten heeft verblind, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen" (2 Kor. 4:3 en 4).
Het gaat hier in diepere zin nog steeds over de wijsheid van God tegenover de wijsheid van deze wereld. De wijsheid van God, Christus, het toonbeeld van de liefde van God. Hij heeft ons de Vader getoond. De wijsheid van de wereld zit in de overleggingen van de ongelovigen, die door de god van deze eeuw met blindheid geslagen zijn. De god van deze eeuw is de persoon die in de plaats van God wil zijn, de tegenstander van God, satan.
We hebben reeds gesproken over de ´leiders (beheersers) van deze eeuw´. De SV spreekt over "oversten van deze wereld". In het Evangelie van Johannes wordt in de grondtekst driemaal over hetzelfde woord ´overste´ gesproken - maar dan in het enkelvoud - als "overste van de(ze) wereld". Dit ´wereld´ is dan de vertaling van het Griekse kosmos. Satan is de overste van de geschapen wereld. Hij was een beschuttende cherub, maar werd hoogmoedig en zijn verhouding met God was verstoord. Hij werd de tegenstander (Ezech. 28:13-15). Hij is toch nog de leider van deze eeuw, zijn laatste eeuw. Ook zijn macht wordt tenietgedaan. Vanaf de volgende eeuw is de macht aan Christus.
De eerste keer is in Johannes 12:31. In de context, vers 20-36, spreekt Jezus over Zijn dood. We citeren vers 27-33: "Nu is Mijn ziel in beroering en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit dit uur! Maar hierom ben Ik in dit uur gekomen. Vader, verheerlijk Uw Naam! Er kwam dan een stem uit de hemel: En Ik heb Hem verheerlijkt en Ik zal Hem opnieuw verheerlijken. De menigte dan die daar stond en dit hoorde, zei dat er een donderslag geweest was. Anderen zeiden: Een engel heeft tot Hem gesproken. Jezus antwoordde en zei: Niet voor Mij is deze stem er geweest, maar voor u. Nu wordt het oordeel over deze wereld voltrokken, nu zal de vorst van deze wereld buitengeworpen worden. En Ik, als Ik van de aarde verhoogd ben, zal allen naar Mij toe trekken. (En dit zei Hij om aan te duiden welke dood Hij zou sterven)".
Christus verwijst hierin naar Zijn kruisdood, de wijsheid van God, licht in de duisternis: "Jezus dan zei tegen hen: Nog een korte tijd is het licht bij u. Wandel zolang u het licht hebt, opdat de duisternis u niet overvalt. En wie in de duisternis wandelt, weet niet waar hij heen gaat. Zolang u het licht hebt, geloof in het licht, opdat u kinderen van het licht mag zijn" (vs. 35 en 36a). Gelovigen zijn kinderen van het licht, niet meer kinderen van deze eeuw, echter: dit is nog in verborgenheid, zie ook vers 46: "Ik ben een licht, in de wereld gekomen opdat ieder die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijft".
De tweede keer is in Johannes 14:30 en 31a: "Ik zal niet veel meer met u spreken, want de vorst van deze wereld komt en heeft geen macht over Mij. Maar de wereld moet weten dat Ik de Vader liefheb, en doe zoals de Vader Mij geboden heeft". We leren hieruit dat er geen enkele gemeenschap is tussen Christus en satan, licht en duisternis. In de context spreekt Christus weer over Zijn heengaan en over Zijn gemeenschap met hen daarna: "Ik zal u niet als wezen achterlaten; Ik kom weer naar u toe. Nog een korte tijd en de wereld zal Mij niet meer zien, maar u zult Mij zien, want Ik leef en u zult leven. Op die dag zult u inzien dat Ik in Mijn Vader ben, en u in Mij, en Ik in u" (vs. 18-20). Deze gemeenschap bestaat in liefde: "Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft, en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren" (vs. 21).
De ware liefhebbers van God bewaren Zijn Woord. Onze geestelijke leiders zijn geen afspiegeling van deze gemeenschap. Zij vormen geen eenheid, maar zijn een afspiegeling van verdeeldheid. De waarheid is een punt van discussie, van twist. Het Woord wordt niet door allen bewaard, als waar beschouwd. De leugen is duidelijk aanwezig, bijvoorbeeld: niet God heeft de wereld geschapen, maar wij hebben God geschapen. Dit is duidelijk de koers van satan. Ook hun macht is aan het vergaan.
De derde keer is in Johannes 16:11. Het gaat in de context over het zenden van de Trooster, de Heilige Geest. We citeren vanaf vers 8: "En als Die gekomen is, zal Hij de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel: van zonde, omdat zij niet in Mij geloven; van gerechtigheid, omdat Ik heenga naar Mijn Vader en u Mij niet meer zult zien; en van oordeel, omdat de vorst van deze wereld veroordeeld is". Het heengaan van Christus, Zijn hemelvaart, is na Zijn kruisdood, Zijn opstanding en Zijn verhoging. De gerechtigheid is geschied, God is verzoend. Het oordeel over satan is uitgesproken, maar moet evenwel nog voltrokken worden. Dan zal zijn macht tenietgedaan worden, de vervulling van Genesis 3:15.
De duisternis van deze eeuw
" Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk (Gr.: eeuw), tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten" (Efe. 6:12). In deze eeuw wordt de schepping beheerst door de machten van de duisternis, geestelijk van aard, in hoogste instantie satan. Het Licht, Christus Jezus, heeft evenwel geschenen in de duisternis. Toen Paulus op weg was naar Damascus om de toenmalige gemeente te vervolgen, werd hij door Christus staande gehouden en geroepen tot Zijn dienst. In Handelingen 26:17-18 lezen we wat tot Paulus gesproken is: "... en Ik zal u verlossen van dit volk en van de heidenen, naar wie Ik u nu zend, om hun ogen te openen en hen te bekeren van de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God, opdat zij vergeving van de zonden ontvangen en een erfdeel onder de geheiligden (Israël) door het geloof in Mij". Merk op dat dit de eerste instructie is aan Paulus, door Lucas duidelijk opgeschreven. Voor allen in deze tijd, die met Hem gestorven zijn en opgewekt gelden evenwel de woorden volgens de latere instructies aan en van Paulus, zoals aangegeven in Kolossenzen 1:11-14: "…terwijl u met alle kracht bekrachtigd wordt, overeenkomstig de sterkte van Zijn heerlijkheid, om met blijdschap in alles te volharden en geduld te oefenen. Daarbij danken wij de Vader, Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden".
Ons burgerrecht is in de hemel, maar ons verblijf is nog hier, waar de macht van de duisternis nog heerst. Deze macht lijkt zich met toenemend geweld te manifesteren. Denk aan de nagenoeg onaantastbare macht van het geld en aan de geweldenarij in de maatschappij en de wereld van vandaag.
Wij hebben echter niet te worstelen tegen bloed en vlees, de natuurlijke mens, die onverbeterlijk is, maar tegen de machten van de duisternis. We zijn verlost uit die macht, maar we worden aangevallen. Daarom geeft Paulus ons, voorafgaand aan de woorden waarmee dit gedeelte begint, een goed advies: "Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel" (Efe. 6:10 en 11). Als we dat advies opvolgen, kunnen we in Gods kracht ´op de dag van het kwaad´ standhouden!