Hoe lees je de Bijbel?
Dit is een belangrijke vraag als het gaat om het lezen van Gods Woord. Het overgrote deel daarvan gaat over Gods handelen met en is bestemd voor Israël.
De meeste christenen denken dat de kerk of de gemeente Israël is! Daaruit voortvloeiend meent men dat de kerk dus het (nieuwe) verbondsvolk is. En dat terwijl in de Bijbel toch heel duidelijk staat, dat dit verbond door God gesloten is en wordt met Zijn volk Israël: "Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten ..." (Jer. 31:31), waarbij ook gerefereerd wordt aan het oude verbond dat destijds met Israël gesloten is in de woestijn. Als we dat verbond dus gewoon bij Israël laten, komt de vraag op: waar spreekt de Heere in Zijn Woord dan over en tot ons, de gemeente?
Gods Woord wijst ons de weg
In eerste instantie is dat dé Weg, namelijk onze Redder, de Heere Jezus Christus, het vleesgeworden Woord (Joh. 1:14). Het is ook de weg die God gaat in de voortgang van Zijn plan, bekendgemaakt in het geschreven Woord. Door naar het verloop van de geschiedschrijving in het Nieuwe Testament te kijken, krijgen we een beeld van wat de Heere in Zijn Woord speciaal over ons gezegd en voor ons bestemd heeft.
Tussen de geschiedenis van het boek Handelingen en die van Openbaring ligt de huidige periode, waarover de Oudtestamentische profeten niet spraken. Het was zelfs tot en met het einde van de Handelingentijd voor het oog van iedereen verborgen. Daarom staat deze periode ook als zodanig bekend in de Schrift (in de late brieven van Paulus!): het is de tijd van de verborgenheid of het geheimenis.
De historie zoals beschreven in Handelingen heeft uitgewezen dat Israël als volk niet op het getuigenis van de apostelen is ingegaan. Het volk kwam niet tot geloof. Hierdoor werd de geschiedslijn (of: profetische lijn) onderbroken en is alles wat in Openbaring staat, vooruitgeschoven. In Handelingen 28:25 lezen we van de afwijzing van het heil (d.i. Christus) door de Joodse leiders in Rome, van wie sommigen zich gelukkig nog wel lieten overtuigen. Paulus citeert vervolgens de profeet Jesaja, waarna zijn laatste woorden in de geschiedenis klinken, als hij zegt dat de "zaligheid van God aan de heidenen gezonden is" (vs. 28).
En zo stopt de geschiedschrijving van Israël met Paulus en ontvangt hij vervolgens de 'beheerstaak' of 'bedeling' met betrekking tot de gemeente, het lichaam van Christus. Deze taak omvatte het openbaren van het laatste deel van Gods Woord. Alles wat daarmee te maken heeft, is verwoord in Paulus' zeven late brieven, waarin we lezen over dingen die verschillen van alles wat daarvóór door God geopenbaard was.
Om zijn brieven te kunnen 'plaatsen' wordt in dit boekje een reconstructie gegeven van de tijd gedurende en na het boek Handelingen, waarin de apostel Paulus zijn dienst heeft vervuld. Zo krijgen we zicht op de weg naar de tweede fase in Paulus' bediening, waarin zijn bijzondere apostelschap ten behoeve van het lichaam van Christus, de gemeente (Kol. 1:24) centraal staat.
Inhoud
De brieven van Paulus worden in chronologische volgorde en in lijn met de zendingsreizen van de apostel behandeld.
Verder wordt onder meer aandacht besteed aan:
- De geschiedenis van het Nieuwe Testament
- Het belang van de taak van Paulus
- De loop van de door Lukas beschreven geschiedenis
- Wat beschrijft Handelingen eigenlijk?
- Resulteerde het getuigenis in de komst van het koninkrijk op aarde?
- Wat er na Saulus' bekering tot aan zijn eerste reis gebeurde
- Paulus' verblijf en gevangenschap te Jeruzalem
- Paulus' gevangenschap te Caesarea
- Paulus' gevangenschap te Rome
- Na Handelingen 28
Zie voor meer info & evt. bestellen: Everread.nl