De liefde tot de tegenwoordige eeuw
"…want Demas heeft mij verlaten, omdat hij de tegenwoordige wereld (aioon / eeuw) heeft lief gekregen" (2 Tim. 4:10).
Het woord ´wereld´ in het Nieuwe Testament kan de vertaling zijn van verschillende Griekse woorden. Hier is het de vertaling van het Griekse aioon, eeuw. In de woorden: "Alzo lief heeft God de wereld gehad" (Joh. 3:16) is ´wereld´ de vertaling van het Griekse kosmos, de geschapen wereld. Toch wel heel verschillende begrippen. God komt hier naar voren als de Schepper en Zijn eniggeboren Zoon is ook de Erfgenaam van deze schepping, in de volgende eeuw. Wie in Hem gelooft, ontvangt het leven in die eeuw. Hij is de Beheerser, de Koning, in die eeuw. De tegenwoordige eeuw heeft andere beheersers, zoals we in een vorig artikel reeds gezien hebben. In Efeziërs 6:12 lezen we in de NBG-vertaling over ´wereldbeheersers van deze duisternis van dit tijdperk (Gr. aioon – eeuw)´. Het Griekse woord voor wereldbeheerser is kosmokrateros, machthebber van de geschapen wereld. De letterlijke vertaling is derhalve: ´de machthebbers van de geschapen wereld van de duisternis van deze eeuw´. De geschapen wereld staat nu, in deze eeuw, onder de machthebbers van de duisternis, in hoogste instantie: satan. Demas heeft deze eeuw, zoals hij nu is, lief gekregen. Hij is aardsgezind geworden. Willen werken aan een betere wereld, met als motief: werken aan het Koninkrijk, is nu in feite: werken voor de machthebbers van nu.
Dit kan niet in overeenstemming zijn met de gedachten van God. Zijn hoogste wijsheid nu is Christus en Die gekruisigd, voor de zonden van de gehele wereld (kosmos). Zie ook 1 Johannes 2:2. Demas betekent: man uit het volk. De volgorde van Demas was verkeerd (en is dat nog steeds). De betere wereld begint na de wedergeboorte van Israël en is geheel het werk van God.
Samenvatting
Als we nauwkeurig onderzoeken wat er geschreven is over "deze eeuw" (in de grondtekst, want de vertalingen laten ons helaas in de steek), leren we daaruit hoe God in deze eeuw, volgens Zijn plan van de eeuwen, ondanks de duisternis en de aanwezigheid van de vorst van de duisternis, Zijn Wijsheid heeft geopenbaard: "Christus en Die gekruisigd!"
Deze eeuw begon met Noach en zijn gezin, gered uit het oordeel door de ark, een type van Christus. God stelde toen de regenboog als teken dat er geen zondvloed meer zal zijn op de aarde, een beeld van de veelkleurige wijsheid van God (Efe. 3:10). Vanaf het begin is de afloop reeds verkondigd. Het oordeel over de zonde was op Christus in Zijn kruisdood.
Kinderen van deze eeuw, nakomelingen van Adam, afgevallen van God, kunnen nu waardig gekeurd worden deel te verkrijgen aan de volgende eeuw, door het geloven van het evangelie, de goede, juiste, boodschap van de wijsheid van God: Christus. In de tijd van de evangeliën en Handelingen was dat het evangelie van het Koninkrijk, nu is dat de boodschap van Paulus in zijn latere brieven, aangaande het ´Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde´ (Kol. 1:13-14) in de hemel. Christus is als het ware de ark naar de volgende eeuw!
De voleinding van de eeuw
Voor een goed begrip van de voleinding van deze eeuw moeten we eerst de gelijkenis van het goede zaad en het onkruid lezen in Mattheüs 13:24-30 en vervolgens de uitleg in vers 37-43.
De gelijkenis:
"Een andere gelijkenis hield Hij hun voor. Hij zei: Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan iemand die goed zaad zaaide in zijn akker. Maar toen de mensen sliepen, kwam zijn vijand en zaaide onkruid tussen de tarwe, en ging weg. Toen het gewas opkwam en vrucht voortbracht, kwam ook het onkruid tevoorschijn. De slaven van de heer des huizes gingen naar hem toe en zeiden: Heer, hebt u niet goed zaad in uw akker gezaaid? Waar komt dan dit onkruid vandaan? Hij zei tegen hen: Een vijandig mens heeft dat gedaan. De slaven zeiden tegen hem: Wilt u dan dat wij erheen gaan en het verzamelen? Maar hij zei: Nee, opdat u bij het verzamelen van het onkruid niet misschien tegelijk ook de tarwe zelf uittrekt. 30 Laat ze allebei samen tot de oogst opgroeien, en in de oogsttijd zal ik tegen de maaiers zeggen: Verzamel eerst het onkruid en bind het in bossen om het te verbranden, maar breng de tarwe bijeen in mijn schuur.
De uitleg:
"Hij antwoordde en zei tegen hen: Hij die het goede zaad zaait, is de Zoon des mensen. De akker is de wereld, het goede zaad zijn de kinderen van het Koninkrijk en het onkruid zijn de kinderen van de boze. De vijand die het gezaaid heeft, is de duivel; de oogst is de voleinding van de wereld en de maaiers zijn engelen. Zoals dan het onkruid verzameld en met vuur verbrand wordt, zo zal het ook zijn bij de voleinding van deze wereld: de Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk verzamelen alle struikelblokken, en hen die de wetteloosheid doen, en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. Dan zullen de rechtvaardigen stralen als de zon, in het Koninkrijk van hun Vader. Wie oren heeft om te horen, laat hij horen.”
Uit deze gedeelten blijkt wel dat de voleinding van deze eeuw een ingrijpende gebeurtenis is voor de akker, de kosmos of schepping. Bij de voleinding van deze eeuw wordt eerst het onkruid, de kinderen van de boze, verzameld en verbrand. God brengt scheiding aan tussen de onrechtvaardigen en rechtvaardigen, zoals Hij dat ook deed bij de zondvloed, het einde van de vorige eeuw. Dan zullen de overgebleven rechtvaardigen stralen als de zon. Dit is precies wat er gaat gebeuren bij de aanstaande wisseling van de eeuwen. Een indrukwekkende boodschap!
Deze boodschap is min of meer verdonkeremaand door de vertaling van het begrip eeuw door wereld. Maar, geeft Mattheüs nogmaals aan in vers 49: "Zó zal het gaan bij de voleinding van de wereld (eeuw). De engelen zullen uitgaan en de slechten uit het midden van de rechtvaardigen afzonderen…" Alleen de rechtvaardigen blijven over!
Mattheüs spreekt nog tweemaal over de voleinding van de eeuw. Als Christus gezegd heeft dat de tempel totaal verwoest zal worden, komen Zijn discipelen alleen bij Hem, terwijl Hij zit op de Olijfberg, de plaats van Zijn wederkomst en vragen: "Zeg ons, wanneer zullen deze dingen gebeuren? En wat is het teken van Uw komst en van de voleinding van de wereld (eeuw)" (Matt. 24:3b). Uit het antwoord blijkt: voleinding en wederkomst horen bij elkaar. Het specifieke antwoord is gegeven in vers 30 en 31 en 37-39: "En dan zal aan de hemel het teken van de Zoon des mensen verschijnen; en dan zullen al de stammen van de aarde rouw bedrijven en zij zullen de Zoon des mensen zien, als Hij op de wolken van de hemel komt met grote kracht en heerlijkheid. En Hij zal Zijn engelen uitzenden onder luid bazuingeschal, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenbrengen uit de vier windstreken, van het ene uiterste van de hemelen tot het andere uiterste ervan… Zoals de dagen van Noach waren, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn. Want zoals ze bezig waren in de dagen voor de zondvloed met eten, drinken, trouwen en ten huwelijk geven, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging, en het niet merkten, totdat de zondvloed kwam en hen allen wegnam, zo zal ook de komst van de Zoon des mensen zijn.”
Er wordt duidelijk een verband gelegd met de voleinding van de vorige eeuw tijdens de zondvloed. Dag en uur van de voleinding blijven onbekend. Opvallend is dat de mensen niet zullen opmerken wat er wezenlijk aan de hand is. De gebeurtenissen van de dag eisen hun volledige aandacht op.
Bij de laatste keer dat de voleinding genoemd wordt, spreekt Christus ook weer een bemoediging uit tot Zijn elf discipelen, als Hij hen het zendingsbevel geeft (dat duidelijk en alleen gericht is tot Israël): "En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding van de wereld (eeuw)". Zij zullen het zien en daarna zal Hij er zijn!