De plant
Hysop (hyssopus officiualis, Latijnse naam) is een aromatisch geurende plant, die verkwikkend werkt. Hij wordt niet hoog (± 70 cm) en heeft een struikvormige groeiwijze. De hysop behoort tot de familie der lipbloemigen, zoals tijm of bijvoorbeeld – wel bij iedereen bekend - de witte dovenetel. In het nabije Oosten en het Middellandse zeegebied is en was hij een algemeen voorkomende plant. Deze groeit vooral op oude muren. Dat hysop op verweerde muren goed gedijde lezen we in 1 Koningen 4: 33a. "Hij (Salomo in zijn wijsheid) sprak over de bomen, van de ceder op de Libanon af tot de hysop toe, die aan de muur uitschiet."
In Israël en aangrenzende landen komt een op hysop gelijkende plant voor: de origanium maru. Dit is eveneens een lipbloemige. Het verschil zat in de grootte van de plant. De origanum maru wordt veel hoger. Ook is de bloeiwijze anders. De hysop heeft in tegenstelling tot zijn familie, bloemtrossen die zich naar één kant keren en zij vormen halve kransen. Zijn stengel is houtaderig en stijf. De bladeren zijn donkergroen, harig en nemen gemakkelijk vocht op. Als ze geschud worden laten ze het vocht ook gemakkelijk los. Dus een ideale kwast om te sprenkelen.
Men identificeert wel de veel voorkomende origanum marie (marjolein), met de in de Bijbel genoemde hysop. Tenminste, dat doen de meeste botanici, omdat marjolein óók op oude muren groeit. Zou de HERE in zijn woord hysop laten optekenen en dan origanum bedoelen? Laten we ons maar aan Zijn woord houden.
Een nuttige plant
In Egypte en andere landen rond de Middellandse Zee werd hij in de keuken gebruikt. Zoals wij met selderij en peterselie doen. Echter, hysop heeft meer te bieden! Er werd vroeger geelgroene etherische olie van gewonnen met een frisse, kruidige, lichtzoete geur. De bloemen, meestal blauw worden ook nu in parfums verwerkt en vormen ook een grondstof voor de beroemde 'Chartreuse' likeur.
Reeds ver voor onze jaartelling was de geneeskrachtige werking van deze plant bekend. Het is een kruid met een reinigende en opwekkende werking. Hysop helpt onder meer bij een slechte spijsvertering; longproblemen; maag en darmstoornissen; bevordert de eetlust en verhoogt de weerstand. Zelfs schijnt de plant een stof af te scheiden die het stollen van bloed vertraagt. De Bijbel geeft aan dat hysop als reinigingsmiddel werd gebruikt voor melaatsheid (Lev. 14:4, 6) en de pestziekte (Lev. 14:49–51).
De nacht voor de uittocht
De eerste maal dat we de hysop in Gods Woord tegenkomen is in Exodus 12:22. Een bundel hysop werd toegepast om voor de paasnacht bloed te strijken. Dit moest gestreken worden langs de bovendorpel en de deurposten van de huizen waarin de Israëlieten woonden. Nu we constateerden dat hysop gemakkelijk als kwast kan dienen, spreekt deze tekst ons nog meer aan. Mozes zegt tegen het volk Israël: "Daarna zult gij een bundel hysop nemen en in het bloed in een schaal dopen en van het bloed in die schaal strijken aan de bovendorpel en aan de beide deurposten; niemand van u zal de deur van zijn huis uitgaan tot de morgen." Dit bloed was afkomstig van het lam dat voor het Pascha geslacht werd. De doodsengel zou in Egypte langs de deuren gaan en alle eerstgeborenen doden. Dit was de laatste maatregel die God nam, omdat de Farao Israël niet uit Egypte liet vertrekken. Als echter aan de deurposten met hysop bloed was gestreken, zou de engel aan het huis voorbij gaan (Exod. 12:13). In korte tijd moest het volk Israël beschikken over de hysop, vanwege de opdracht van God. Hoe kwamen zij zo snel aan hysop? Een bundel nog wel! De Israëlieten woonden in Egypte in lemen huizen, die snel verweren. Juist deze ondergrond vormde een uitstekende bodem voor de groei van hysop. Zij konden het bij hun eigen huizen plukken. Zo mogen we concluderen dat God de voorwaarden reeds schiep voordat er sprake was van het voorschrift van hysop.
Het Lam Gods
God had reeds voor de grondlegging der wereld – toen hysop nog niet groeide - deze in Zijn voornemens gepland om daarmee tot een speciaal doel te komen. We begrijpen dit des te meer, wanneer we de lijn doortrekken naar het offer van Gods Zoon. We zagen dat hysop met het offerbloed door God was bedoeld als reinigingsrite bij de viering van het Pascha. Dan moet je onwillekeurig denken aan het volmaakte offerlam, Jezus, onze Heer. Ook Hij was reeds voor de grondlegging der wereld gekend (1 Pet. 18:20).
Als voor Zijn kruisiging Hij bij Golgotha is aangekomen willen de Romeinse soldaten Hem een verdovende drank laten drinken: "Gaven zij Hem edik met gal gemengd: en als Hij die gesmaakt had, wilde Hij niet drinken." (Matt. 27:34) Toen de Here Jezus proefde wat het was, weigerde Hij het (in eerste instantie). Deze verdovende drank was zure wijn waarin hysop was gekookt. Dit noemt men edik. Tegenwoordig zijn er in afgelegen bergdorpen bewoners die voor pijnklachten, zoals kiespijn, deze drank nog steeds gebruiken.
Als Hij hangt aan het kruis en bijna sterft, komen we voor het laatst de hysop tegen. Daarin was de edik opgenomen. Immers de hysop kan veel vocht vasthouden. Toen Hij riep: "Mij dorst. Daar stond dan een vat vol ediks, en zij vulden een spons met edik, en omlegden ze met hysop, en brachten ze aan Zijn mond. Toen Jezus dan den edik genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En het hoofd buigende, gaf den geest". (Joh. 19:28-30, SV, vgl. Matt. 27:48 en Marc. 16:36.) Dus, pas toen al Zijn lijden vervuld was en alles was volbracht nam onze Here en Heiland het drinken aan. Zo deed de hysop zijn dienst, waarvoor God hem schiep. Als reinigend kruid diende het tot op Christus. Zo leren we van deze ogenschijnlijk eenvoudige plant dat bij God niets bij toeval, per ongeluk gebeurt. "Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen." (Rom. 11: 36)
Terugblik
Op enkele plaatsen in het O.T. komen we hysop tegen. Altijd in verband met offerbloed, reiniging en ontzondiging. Het verwijst iedere keer naar de Here Jezus en Zijn offerbloed dat reinigt van zonden. We noemden al de ziekten melaatsheid en pest. In Psalm 51stort David, na zijn zonde met Batheseba, zijn hart uit voor de Heer en bidt: "ontzondig mij met hysop, en ik zal rein zijn; was mij, en ik zal witter zijn dan sneeuw." (Ps. 51:9) David dacht hier waarschijnlijk aan Leviticus 14:4 en 16. Daar staat dat de hysop gedoopt moest worden in het bloed van de vogel die boven 'levend water' geslacht is. In Jeremia 2:13 lezen we dat 'levend water' ontspringt aan de bron, de Here God Zelf. In o.a. Johannes 7: 35 brengt de Here Jezus Zich in verband met het levende water; beter nog: Hij is Zelf de Bron van levend water.
Tot slot staan we stil bij de jaarlijks rite van de as van de rode koe (Num. 19:6, vgl. Hebr. 9:19). "En de priester zal cederhout, hysop en scharlaken nemen en dat midden op de brandende koe werpen." Deze koe was volkomen gaaf, zonder gebreken en had ook geen juk gedragen (Num. 19:2). De as van dit brandoffer (waarin ook as van hysop zat) werd met water gemengd. Dit mengsel diende tot ontzondiging van de Israëlieten (Num. 19:9). Ook dit offer verwijst naar het volmaakte offer dat Jezus bracht aan het kruis. Daarom weten wij, dat wij van onze zonden gereinigd zijn. Wij zijn vrijgekocht door "het kostbare bloed van Christus, als van een onberispelijk en vlekkeloos lam." (1 Pet. 1:19)
Conclusie
Alles wat in de Bijbel met hysop te maken heeft wijst op de Here Jezus. Met name op het offer dat Hij bracht, Zichzelf. Daarom kan ieder die in Hem gelooft zeggen: "al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw." (Jes. 1:18)