Bijzonder
Als rentmeester van de genade van God heeft Paulus het bijzondere karakter van deze huishouding waarin wij leven vandaag, en die onderdeel van Gods plan is, beschreven in zijn late brieven (d.i. geschreven na de Handelngenperiode). Als je zijn brieven in het Nieuwe Testament leest, ontdek je dat de genade waarover hij schrijft zich - om zo te zeggen - verdiept naarmate hij verder komt in zijn geestelijke ontwikkeling en uiteindelijk ook van Godswege het geheimenis geopenbaard krijgt in de gevangenis te Rome (Hand. 28). Dat leidt er dan ook toe dat we niet alleen spreken over de bedeling of huishouding van Gods genade, maar ook over het geheimenis. Dat is eeuwen en geslachten lang verborgen gebleven in God, de Schepper, en nu geopenbaard, zegt Paulus in Efeze 3:9 en Kolossenzen 1:26. Hij heeft het door openbaring ontvangen en geeft het ook weer door, zoals een goede rentmeester betaamt. Dat geheimenis heeft betrekking op de bijzondere positie van de gemeente, het lichaam van Christus, waarvan Hij het hoofd is. Die gemeente deelt met Christus in de allerhoogste positie, boven alles wat is. Die gemeente (en dat geldt dus ook voor alle leden van de gemeente, van dat lichaam) zit met Christus in de rechterhand Gods. Gezegend met alle geestelijke zegen in de hemelse gewesten in Christus Jezus. Vooral in dat laatste wordt Gods genade wel heel bijzonder ontvouwd. Dat toont eigenlijk, zoals Paulus ook schrijft in Efeziërs 1, de rijkdom van Gods genade.
Gerechtigheid
Die rijkdom van genade is gefundeerd in de gerechtigheid die God in Christus heeft geopenbaard. Dat zegt Paulus met name in Romeinen 3. In de eerste hoofdstukken van de Romeinenbrief spreekt de apostel over de positie van de Joden en die van de heidenen ten opzichte van God.
Welnu, Joden - zo betoogt Paulus dan in de eerste hoofdstukken van de Romeinenbrief - hebben als wetsovertreders gezondigd voor God. De heidenen hebben eveneens gezondigd voor God, maar dan zonder wet. De uitkomst daarvan is dus voor beide groepen hetzelfde: "... allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God ..." (Rom. 3:23).
Dat is zo frustrerend aan de zonde. Het brengt niet alleen scheiding tussen God en de mens, maar het verhindert een mens ook om deel te hebben aan de heerlijkheid van God. Gelukkig staat er achter deze zin geen punt, maar een komma. Het gaat verder in vers 24: "... en worden om niet gerechtvaardigd ...". Om niet, gratis! Zonder dat er een prestatie tegenover staat, zonder dat er iets voor moet worden betaald. Om niet worden zij gerechtvaardigd "door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus".
De Weg
Het gaat hier om de komst, de gave van de Zoon, de Verlosser. Dát is genade van God. God heeft een weg bepaald waardoor mensen deel kunnen krijgen aan de heerlijkheid van God. Die weg kent eigenlijk maar één omschrijving en dat is 'genade'. En die genade concentreert zich op de persoon van de Heere Jezus Christus. "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven" (Joh. 14:6). Misschien goed om dat nog even te onderstrepen, ook in verband met de moderne theologie van vandaag. Trouwens, je komt dat in brede lagen van het christendom tegen. Er zijn heel wat mensen die denken dat je wel in de hemel komt ´door Jezus te volgen´. Want Jezus wijst ons een weg. Ja, Jezus wijst ons wel degelijk een weg. Natuurlijk, en Hij is een groot Voorbeeld en al die dingen meer. Maar de weg die Jezus wijst, kan op zich niet zalig maken! Daarmee kom je niet in de hemel. Nee, daarvoor is het belangrijk om te ontdekken dat de Heere Jezus Christus Zelf de Weg is. De verlossing die God in genade aanbiedt, is een verlossing in Christus Jezus.
Onverdiende gunst
Als je de vraag stelt wat genade nu eigenlijk is, dan moet je in de eerste plaats zeggen: dat is onverdiende gunst voor zondaars die eigenlijk het tegenovergestelde verdiend hebben. Want de zonde maakt de mens schuldig voor God. En er is maar één weg om aan het oordeel van God te ontkomen en dat is door te geloven in de Heere Jezus Christus en Zijn volbrachte werk. En de genade van God biedt een eeuwige zaligheid aan als een vrije gift voor een ieder die gelooft.
En hoe komt dat? Wel, God rekende de zonde toe aan Christus. Hij nam de straf op Zich. Hij stierf aan het kruis van Golgotha: "... Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem" (2 Kor. 5:21).
Buiten de wet om heeft God gerechtigheid geopenbaard door het geloof, de trouw, de gehoorzaamheid van Christus1. In Romeinen 5 maakt Paulus een vergelijking tussen Adam en Christus. Adam heeft gezondigd, en in hem hebben alle mensen gezondigd, want de zonde is doorgegaan in alle mensen. Met de dood als gevolg.
En tegenover Adam staat Christus en het geweldige is dat - net zoals je in Adam een zondaar was, die de zonde nooit kon kwijtraken, hoe goed je ook je best zou doen - je in Christus een compleet nieuw mens geworden bent. In Adam ben je een zondaar, in Christus ben je een rechtvaardige. Daarom is het zo belangrijk voor een mens om in Christus te zijn. En wat je in Hem hebt ontvangen, kun je nooit meer kwijtraken!
Oorsprong
Genade is dus gegrond in het volbrachte werk van Christus en vindt haar oorsprong in God Zelf, van Wie de Bijbel zegt dat Hij liefde is (1 Joh. 4). Over de oorsprong van de ons gegeven genade schrijft Paulus in 2 Timotheüs 1:9-10 het volgende: "Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen, maar nu is geopenbaard door de verschijning van onze Zaligmaker, Jezus Christus, Die de dood tenietgedaan heeft, en het leven en de onvergankelijkheid aan het licht gebracht door het evangelie".
Vóór de tijden der eeuwen (Grieks: aionen) ... We leven nu in de tegenwoordige (boze) eeuw / wereld. Er zijn eeuwen vóór geweest en er komen nog eeuwen hierna. Vóór de tijden der eeuwen, dus vóórdat de eeuwen begonnen, heeft God ons reeds geroepen met een heilige roeping. Een aparte roeping in Christus Jezus. Hij heeft de dood van zijn kracht beroofd, door Zijn lijden en sterven, en onvergankelijk leven aan het licht gebracht door het evangelie. Hij is opgestaan! Het is goed om je te realiseren, dat de genade waaraan je deel gekregen hebt, niet iets is van gisteren of eergisteren. Je mag er nu van leven en je mag er nu uit leven, maar die genade is je al gegeven vóór de tijden der eeuwen. Dus vóórdat er überhaupt sprake was van tijd, stond het in Gods plan al zwart op wit. Dat is iets wonderbaarlijks.
Daarmee wordt die genade zo geweldig groot en zo rijk. Als je dat goed op je laat inwerken, kan er alleen maar een loflied ontstaan in je hart. Dan zeg je: 'Heere, wat geweldig', omdat God je zo'n geweldige gave heeft gegeven.
In Titus 1:1-3a staat: "Paulus, een dienstknecht van God en een apostel van Jezus Christus, overeenkomstig het geloof van de uitverkorenen van God en de kennis van de waarheid, die in overeenstemming met de godsvrucht is, in de hoop op het eeuwige leven, dat God, Die niet liegen kan, vóór de tijden der eeuwen beloofd heeft. En Hij heeft op de door Hem bestemde tijd Zijn Woord geopenbaard, door de prediking, die aan mij toevertrouwd is overeenkomstig het bevel van God, onze Zaligmaker".
Reeds vóór het begin der eeuwen heeft God dus al het eeuwige leven beloofd. En door genade krijg je daar deel aan, door geloof. Het begrip 'eeuwig leven' zegt vooral iets over de kwaliteit ervan. Het is het leven van de voleinding der eeuwen. Het leven dat aan de eis van God voldoet. Johannes schrijft dat het eeuwige leven bij de Vader was en aan ons is geopenbaard (1 Joh. 1:2), namelijk in Zijn Zoon: "En dit is het getuigenis, namelijk dat God ons eeuwig leven gegeven heeft; en dit leven is in Zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet" (1 Joh. 5:11 en 12).
Voortvloeiend uit die belofte heeft God "op de door Hem bestemde tijd Zijn Woord geopenbaard, door de prediking, die aan mij toevertrouwd is", zegt Paulus in Titus 1:2b en 3a.
Het woord 'tijd' staat in de grondtekst in het meervoud: 'op de door Hem bestemde tijden ... '. Daar kun je uit afleiden dat ook in Paulus' leven en werken een ontwikkeling heeft plaatsgevonden. God heeft op verschillende tijden in het leven van Paulus Zijn Woord bekendgemaakt en daarvan heeft hij ook getuigd. En zo ontdek je dat als je begint met die vroegere brieven en je gaat dan naar de latere brieven toe, dat die genade en dat leven als het ware steeds verder worden verdiept. Het krijgt steeds meer betekenis. Het wordt allemaal steeds rijker.
Je zult ontdekken, dat er genade in overvloed is, in leven en sterven en alles wat daarna komt: een geweldige toekomst, vol van heerlijkheid. Want God heeft de gemeente(leden) bestemd om met Christus aan Zijn rechterhand te zijn, in de hoogste positie, boven alles verheven om met Hem te delen in een volheid van heerlijkheid!
Voetnoot
- Zie voor een uitvoerige behandeling van dit onderwerp het Morgenroodboekje 'Het geloof van Christus'; ISBN 978-90-6694-295-0. Te bestellen bij everread.nl. Klik hier.