“Hij nam ook de drinkbeker en nadat Hij gedankt had, gaf Hij hun die, en zei: Drink allen daaruit, want dit is Mijn bloed, het bloed van het nieuwe verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Ik zeg u dat Ik van nu aan van de vrucht van de wijnstok niet zal drinken tot op de dag wanneer Ik die met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk van Mijn Vader” (Matt. 26:27-29).
Als we even een stukje terug gaan in de tekst (vs. 17-19) dan lezen wij: “Op de eerste dag van de ongezuurde broden kwamen de discipelen naar Jezus toe en zeiden tegen Hem: Waar wilt U dat wij voorbereidingen voor U treffen om het Pascha te eten? Hij zei: Ga de stad in naar een zeker persoon en zeg tegen hem: De Meester zegt: Mijn tijd is nabij; Ik zal bij u het Pascha houden met Mijn discipelen. En de discipelen deden zoals Jezus hun opgedragen had, en maakten het Pascha gereed.”
De beker heeft dus te maken met het Pascha. Wat was dat ook al weer?
Pascha - de instelling
God heeft aan het volk Israël de opdracht gegeven om jaarlijks het Pascha te vieren. Wij kunnen dit nalezen in Exodus 12:1-28. Het volk kreeg de opdracht ongezuurde broden te bakken en een lam 'zonder enig gebrek' te slachten. Het gevloeide bloed van dit smetteloze lam moest aan de deurposten worden gestreken. Het bloed was een teken dat de dood aan hun huis voorbij zou gaan. Jaarlijks moest het volk Israël dit feest vieren. In vers 14 staat: “Deze dag moet voor u een gedenkdag worden. U moet hem vieren als een feest voor de HEERE. U moet hem vieren als een eeuwige verordening, al uw generaties door.” Een jaarlijks feest voor het volk Israël dus. Er is nog veel meer te vertellen over dit feest, maar voor hier is het voldoende.
Brood en lam - Waar is de wijn?
We hebben kunnen lezen dat ongezuurde broden en een geslacht lam, inclusief het bloed, kenmerken zijn van het Pascha. Maar er wordt nergens gesproken over de wijn! Speelde dat dan geen rol bij het Pascha? In de Schrift vinden wij hier inderdaad niets over terug. Maar Israël had naast de Tenach ook nog de beschikking over de mondelinge overlevering, de Misjnah. Hierin zijn tal van gedetailleerde regels en handelingen opgenomen waaraan het volk moest voldoen. Deze waren in de tijd van Jezus ook gemeengoed.
Tijdens de Pesachmaaltijd worden er vier bekers wijn gedronken met een symbolische betekenis. Deze onderstrepen de vier handelingen die God heeft gedaan bij de verlossing van het volk Israël uit Egypte. De betekenissen van deze vier bekers wordt ontleend aan de beloften die God deed aan Israël in Exodus 6:5-7:
- de beker van de heiliging (Kos Kadesh): “Ik zal u uitleiden van onder de dwangarbeid van de Egyptenaren.”
- de beker van de plagen, de onderwijzing (Kos Hamakot): “Ik zal u redden uit hun slavernij… en door zware strafgerichten.”
- de beker van de verlossing, redding (Kos Hage’oelah): “Ik zal jullie verlossen en u verlossen door een uitgestrekte arm.”
- de beker van de lofprijzing, dankzegging (Kos Hallel): “Ik zal u tot Mijn volk aannemen en Ik zal u tot een God zijn.”
De eerste beker werd gedronken als start van de viering. Tijdens de Sedermaaltijd, zo wordt de liturgische maaltijd met Pesach genoemd, worden op de daarvoor bestemde momenten de tweede en de derde beker gedronken. Als afsluiting van de maaltijd wordt de vierde beker gedronken.
Welke beker bedoelde Jezus nu?
In Mattheüs 26:30 staat: “En toen zij de lofzang gezongen hadden, vertrokken zij naar de Olijfberg.” Dit impliceert dat dit de laatste, de vierde beker moet zijn geweest. Paulus bevestigt dit in 1 Korinthiërs 11:25 : “Evenzo nam Hij ook de drinkbeker, na het gebruiken van de maaltijd, en zei: Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis.”
Het betreft hier dus de beker der dankzegging of lofprijzing. De beker die verwijst naar de aanneming van het volk door God. Het is gebruikelijk dat als er een beker of brood wordt doorgegeven men in de Joodse traditie eerst zelf een slok dan wel een brok nam en het pas daarná doorgaf. Jezus begon direct met het doorgeven van de beker, wat inhoudt dat Hij deze vierde beker tijdens die bewuste Pesachmaaltijd niet heeft gedronken. Daar sluit ook mooi zijn opmerking op aan: “Ik zeg u dat Ik van nu aan van de vrucht van de wijnstok niet zal drinken tot op de dag wanneer Ik die met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk van Mijn Vader.” De derde beker, de beker der verlossing is dus de laatste beker die Jezus met zijn discipelen heeft gedronken.
Maar waarom die vierde beker niet gedronken?
De vraag rijst natuurlijk, waarom Jezus juist specifiek deze vierde beker niet meer zal drinken totdat Hij die 'zal drinken in het Koninkrijk van mijn Vader.' Het heeft niets te maken met de wetenschap dat Hij de volgende Pesach niet zal halen. Hij wist immers wat er de komende dag zou gaan gebeuren. Dan had Hij hetzelfde kunnen zeggen over de hele Pesachmaaltijd. Dus nogmaals: waarom zo specifiek die vierde beker?
Jezus dronk de vierde beker niet, omdat Hij Zijn offer nog niet had volbracht. De dankzegging voor de verlossing kon nog niet worden uitgesproken, omdat de grote verlossing nog moest komen! Hij kon de beker van de lofprijzing – waarmee God Israël belooft dat Hij haar weer tot Zijn volk zal maken, Zijn koninkrijk – niet drinken tot na Zijn opstanding. Het nieuwe verbond, waarnaar Jezus verwijst, is immers op dat moment nog komende!
Het Nieuwe Verbond
Het Oude Verbond was het verbond van de wet dat God met Israël tijdens hun tocht door de woestijn heeft gesloten. Dit is te lezen in Exodus 24. Daarvan getuigen de eerste drie bekers overduidelijk. Jezus geeft echter aan die vierde beker een extra betekenis (net zoals Hij dat deed met het brood dat gebroken werd als teken van zijn lichaam dat verbroken zal worden). Jezus bedoelt met het Nieuwe Verbond een nieuw verbond tussen God en Israël (en Juda).
Er is een misvatting dat ook wij als gelovigen uit de heidenen onder dat verbond vallen; daar wordt in de Schrift nergens over gerept! Een zogenaamd 'genadeverbond' komt nergens ter sprake. Het Nieuwe Verbond, waarover Jezus hier spreekt, is het verbond van de Geest. Jezus refereert hier naar de profetie van Jeremia. “Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten, niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE. Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken” (Jer. 31:31-34).
Het Nieuwe Verbond, waarnaar Jezus wijst als hij de vierde beker opneemt, is het verbond dat God met Israël zal sluiten. Een verbond dat gesloten wordt op Gods tijd. En die tijd was er nog niet. En het is eveneens een misvatting dat het Nieuwe Verbond direct na Jezus´ dood en opstanding in werking zou worden gezet. Dit is zonneklaar af te leiden uit de brief van Paulus aan de Hebreeën, waar hij de belofte uit Jeremia 31 nog eens aanhaalt. In Hebreeën 8:13 staat: “Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmee het eerste voor verouderd verklaard. En wat oud is verklaard en wat veroudert, staat op het punt te verdwijnen.” Ten tijde van de brief aan de Hebreeën was het Oude Verbond nog steeds geldig, dus het Nieuwe Verbond kon nog niet in werking zijn gezet! De verbondsrelatie tussen God en Israël loopt vanaf de sluiting in Exodus 24 nog gewoon door tot aan het einde van de Handelingentijd. Na Jezus en Petrus heeft ook Paulus nog steeds de primaire opdracht om de verlorenen van Israël te zoeken.
Wanneer wordt die vierde beker dan gedronken?
Jezus neemt deze beker pas ‘in het Koninkrijk van Zijn Vader’. Dat is nog toekomstmuziek. Maar Jezus gaf wel aan Zijn discipelen de volgende boodschap mee: “Deze drinkbeker is het nieuwe verbond in Mijn bloed. Doe dat, zo dikwijls als u die drinkt, tot Mijn gedachtenis.” Hiermee doelt Jezus op de vierde beker die tijdens het Pascha gedronken wordt. Dus iedere keer als Israël het Pascha viert, heeft die vierde beker een extra, diepere, profetische en hoopvolle betekenis gekregen. Er is een nieuw verbond beloofd aan Israël!
De vierde beker, de beker die ten onrechte als de ‘verbondsbeker’ wordt aangeduid tijdens het traditionele (christelijke) avondmaal, is dus helemaal niet bedoeld voor ons, gelovigen uit de ‘gojim’, heidenen! Deze beker is voorbehouden aan Israël om tijdens het Pascha op te nemen, te herdenken en te drinken. Laat deze beker dus maar aan ons voorbijgaan.
Het enige wat wij nodig hebben is levend water. “Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken” (Joh. 7:37). En dan niet één keer per jaar een beker, maar stromen, beken, rivieren vol. En dat iedere dag!