Het Bijbelboek Esther - Deel 6: Hoofdstuk 3

Het Bijbelboek Esther

Deel 6: Hoofdstuk 3

In dit zesde artikel over het boek Esther staan wij stil bij de inhoud van het tweede deel van het derde hoofdstuk (3:7-15).

Waar waren wij gebleven?

Nadat koningin Vasthi aan de kant is gezet, kiest koning Ahasveros uit de mooiste meisjes van het land Esther als koningin. Na haar kroning vindt er een gebeurtenis plaats waarbij Mordechai een complot tegen Ahasveros ontdekt en hij dit via Esther aan Ahasveros bekend maakt. De koning straft de rebellen. Vervolgens treedt Haman op de voorgrond als hij door de koning in een hoge positie wordt geplaatst. Alle dienaren van de koning buigen voor hem, op één man na: de Jood Mordechai. Hierop besluit Haman een manier te bedenken om Mordechai en zijn volksgenoten om te brengen.

Haman laat het lot werpen (3:7)

Nadat Haman heeft besloten dat hij Mordechai en de rest van het Joodse volk wil ombrengen, zien wij in vers 7 hoe het lot geworpen wordt om een dag daarvoor te bepalen. Dit vers vervult in hoofdstuk 3 een belangrijke rol. Het koppelt de aanleiding van Hamans plan (de weigering van Mordechai om voor hem te buigen) aan de totstandkoming van zijn plan.

Er is discussie onder uitleggers of vers 7 hoort bij vers 1-6 of bij vers 8-15. Wellicht kunnen wij dit vers maar beter laten staan waar het behoort, namelijk als verbindingstekst tussen deze twee genoemde gedeelten. Bovendien treffen wij in dit vers voor het eerst (van 8x in 7 verzen) het woord 'pur' aan in het boek Esther. Dit vers vormt daarmee een cruciale rol in de geschiedenis van het boek Esther. Temeer als wij beseffen tijdens welke maand Haman het 'pur' (het lot) wierp. Dit was namelijk de maand Nisan, de eerste maand van het jaar, de maand waarin Israël het Paasfeest vierde.

In de maand dat Israël het Paaslam slachtte, werd dus hun eigen slachting door Haman voorbereid. Heeft Haman dit zo bewust gepland? Sommige uitleggers zien hierin de hand van God. Echter, hiervoor, maar ook voor het tegendeel zijn onvoldoende aanwijzingen in de tekst te vinden. Het is niet onlogisch dat Haman bekend was met de Joodse feesten en bewust de maand Nisan uitkoos om daarin zijn duistere plan in werking te zetten.

In ieder geval liet Haman dus in de maand Nisan het 'pur' werpen om te bepalen op welke dag hij Mordechai en zijn volk wilde laten uitroeien. Dit werpen van het 'pur' gebeurde met een soort dobbelsteen waaraan men magische krachten meende te kunnen ontlenen. Al dobbelend kwam men (waarschijnlijk tovenaars of waarzeggers) in nabijheid van Haman uit op de maand Adar, dat is de laatste maand van het jaar. Haman moest dus nog even geduld hebben voor hij zijn gram zou kunnen halen. Tegelijkertijd gaf hem dit wel de mogelijkheid om zijn plan goed voor te bereiden. Daartegenover stond dat er voor Israël nog tijd restte om een keer in hun lot te brengen.
Toch waren uiteindelijk de voortekenen voor Israël veel beter dan voor Haman. Immers, waar het Paasfeest gekoppeld wordt aan het lot van het volk Israël, daar komt men altijd uit bij de verlossing van dit volk. Hetzij in het verleden met betrekking tot de verlossing uit Egypte, hetzij in de toenmalige toekomst met betrekking tot Christus´ verlossende werk aan het kruis van Golgotha. Ook de herkomst van het woord 'pur' laat dit zien. De werkwoordsvorm van 'pur' (vernietigen/'verpletteren) komen wij o.a. tegen in de volgende twee verzen:

Psalm 33:10 "De HERE vernietigt de raad van de heidenvolken, Hij verbreekt de gedachten van de volken"
Psalm 89:34 "Maar Mijn goedertierenheid zal Ik bij hem niet wegnemen en in Mijn trouw niet falen"

(leest u voor de aardigheid ook de rest van deze psalmen eens in de context van het boek Esther).

De opeenvolging van deze twee psalmen laat zien dat het in eerste instantie lijkt of de gelovigen overgegeven zijn aan het lot van wereldleiders en volkeren. Uiteindelijk is het zo dat wie op God vertrouwt, niet bedrogen uit zal komen.

Haman misleidt de koning (3:8-11)

Nadat Haman het lot heeft laten werpen, gaat hij naar koning Ahasveros en ontvouwt op listige wijze zijn plan. Omdat Haman een vertrouweling van de koning was, kon hij zonder speciale toestemming bij de koning komen (vgl. met Esther 1:14).
Haman begint bij het spreken tegen de koning met de woorden: "Eén volk is er dat verstrooid en verspreid is onder de volken in alle gewesten van uw koninkrijk". Haman noemt wellicht de naam van dit volk bewust niet om niet de schijn te wekken op een persoonlijke wraakactie uit te zijn. Wat Haman hier zegt ten aanzien van Israël klopt op zich genomen wel. Wat hij hier op laat volgen, klopt ook, maar is wel suggestief: "Hun wetten zijn anders dan die van alle volken…". Feitelijk klopt het weliswaar wat Haman hier zegt, want in Psalm 147:19-20 staat: "Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend, Israël Zijn verordeningen en Zijn bepalingen. Zo heeft Hij voor geen enkel ander volk gedaan; die kennen Zijn bepalingen niet". Echter de wijze waarop Haman dit stelt, suggereert dat de wetten van Israël tegenover die van Ahasveros staan. Vervolgens volgt na de eerste waarheid en de laatste halve leugen een hele leugen: "…en er is niemand die de wetten van de koning uitvoert". Wij weten van het verstrooide Israël dat zij er weliswaar in beginsel hun eigen zeden en gewoonten op na hielden, maar dat zij zich in de regel hielden aan de wetten van hun overheersers en uiteindelijk zelfs vaak assimileerden.

Na zijn zorgvuldig opgebouwde laster over Israël vervolgt Haman zijn verhaal, waarbij hij inspeelt op het eergevoel van Ahasveros door te suggereren dat hij toch niet bepaald een goede koning zou zijn als hij de anarchie onder de Joden over zijn kant zou laten gaan. Immers, wat zouden de gevolgen wel niet kunnen zijn? Dit volk, verspreid over het koninkrijk, zou anderen ook tot ongehoorzaamheid aan kunnen zetten en zo de rust en stabiliteit binnen het rijk kunnen bedreigen.
Voordat Ahasveros ook maar kan beseffen dat hij hier wellicht met een groot probleem te maken heeft in zijn rijk, doet Haman datgene waarvoor hij aangenomen is. Hij komt direct met een oplossing. De koning moet maar een wet uit vaardigen om dit anarchistische volk om te brengen. Voor de kosten van deze operatie schenkt Haman het in die tijd exorbitant hoge bedrag van 10.000 talenten zilver (= zo'n 430.000 kilo). Mooier kan de koning het niet hebben. Haman ontdekt een groot probleem in het rijk, hij meldt dit de koning keurig, draagt gelijk een oplossing aan en betaalt ook nog de kosten! Op zo'n man kun je bouwen. En als de koning dan iemand nodig heeft om dit karwei te klaren, wie is er dan beter dan deze Haman? Zo laat de koning zich door Haman misleiden en omkopen en draagt zelfs zijn macht en beslissingsbevoegdheid over door hem zijn zegelring te geven. Zo krijgt Haman zijn zin en ontvangt hij ook de macht over het koninkrijk.
Opmerkelijk is dat Haman juist op dit moment voor het eerst 'tegenstander van de joden' (NBG: 'jodenhater') genoemd wordt. Het doet denken aan de latere beschrijving van de nederwerping van satan op aarde, waar hij vervolgens zijn macht tot een hoogtepunt laat komen. In Openbaring 12:12 wordt bij de nederwerping van satan de volgende waarschuwing gegeven: "Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft". Zo gold het in zekere zin ook voor de Joden in het Medo-Perzische rijk op het moment dat Haman aan de macht kwam en dit bevestigde met zijn plan om de Joden te vernietigen.

Ahasveros draagt dus de vernietiging van het Joodse volk (wij zouden dit gerust ook Holocaust of Shoah mogen noemen) aan Haman over en schenkt hem daarbij zijn zegelring. Ook krijgt Haman het beheer over het geld dat hij zelf aan Ahasveros heeft geschonken om zijn plan er doorheen te drukken. Ahasveros doet dit alles met de veelzeggende woorden: "Laat het zilver u geschonken zijn, en het volk, om daarmee te doen wat goed is in uw ogen". Het trieste is dat wij nergens in deze conversatie tussen Haman en de koning de naam van het volk terug zien. Het wekt sterk de indruk dat Ahasveros niet geweten heeft om welk volk het hier eigenlijk ging (vgl. met Esther 7:3-6). Natuurlijk heeft hier het misleidende optreden van Haman een rol gespeeld, maar er is bij Ahasveros toch minstens sprake van desinteresse ten aanzien van wat er zich werkelijk in zijn rijk afspeelt. Het lijkt er in alles op dat Ahasveros zich liever bezighield met de pleziertjes van het hofleven dan zich druk te maken om het welzijn van zijn volk (zie vers 15b).

Het decreet uitgevaardigd (3:12-15)

Het besluit om de Joden te vervolgen en om te brengen wordt uiteindelijk vastgelegd in brieven die naar de stadhouders, landvoogden en vorsten binnen het koninkrijk in hun eigen taal verstuurd worden. Dat zowel Haman als Ahasveros beiden verantwoordelijk zijn voor dit bevel blijkt uit het volgende: "Er werd geschreven [lett. er werd opgeroepen], overeenkomstig alles wat Haman beval…" en "Er werd geschreven in de naam van koning Ahasveros, en het werd verzegeld met de zegelring van de koning". Haman roept hier het volk op tot Jodenvervolging met instemming en goedkeuring van Ahasveros.

Zeer bijzonder is de dag waarop de schrijvers bijeengeroepen worden, namelijk de 13e dag van de maand Nisan. Het is aan de vooravond van het Paasfeest. Op de 14e Nisan werd namelijk het paaslam geslacht. Dit paaslam was al op de 10e Nisan apart gezet van de andere dieren. Dit feit geeft een bijzondere betekenis aan de positie van Israël. Zoals het paaslam, bestemd voor de slacht, afgezonderd was voor God, zo was ook Israël, hier ten dode opgeschreven, afgezonderd voor God. Of, zoals in Psalm 44:23 staat, "Maar om U worden wij de hele dag gedood; wij worden beschouwd als slachtschapen". Ten diepste wijst dit uiteindelijk op Christus, Die op de vooravond van Pasen als het ware Paaslam werd geslacht.

De opgestelde brieven worden vervolgens door ijlboden verzonden (vs. 13). In het tweede artikel over het boek Esther vermeldden wij reeds dat hierbij gebruik gemaakt werd van een ingenieus ´estafette´systeem waarbij de koeriers om de 20-25 km wisselden van paard en de ene koerier zijn brief overdroeg aan een andere. Zodoende kon een boodschap binnen afzienbare tijd van de ene kant van het rijk naar de andere kant verzonden worden. Bedenk dat soms wel een afstand van 2.000 kilometer overbrugd moest worden om een brief in een bepaald deel van het rijk te krijgen. Uiteindelijk vinden wij de hier genoemde ijlboden ook terug in Esther 8 wanneer de koning besluit dat het de Joden toegestaan is om op de dag van hun vernietiging voor zichzelf op te komen. Daarbij vertoont de beschrijving in Esther 3 grote overeenkomsten met de manier waarop dit in Esther 8 gedaan wordt.

In vers 13 zien wij nog min of meer de inhoud van de brieven beschreven. Zij bevatten het volgende afschuwelijke bevel: "… alle Joden weg te vagen, te doden en om te brengen, van jong tot oud, met de kleine kinderen en vrouwen, op één dag, de dertiende van de twaalfde maand, dat is de maand Adar, en hun bezit te plunderen".
Opmerkelijk is hier de laatste toevoeging! Het is weliswaar niet duidelijk hoe Haman eerder aan een grote hoeveelheid zilver kwam om de staatskas te spekken (vs. 9), maar we zien hier wel hoe Haman dit geld weer terugkrijgt, namelijk door de vermoorde Joden te plunderen. Wellicht bracht hem dit zelfs nog meer op dan de investering van de 10.000 talenten zilver!

Verder is er in deze geschiedenis een opmerkelijke overeenkomst met de Holaucaust tijdens de 2e Wereldoorlog te vinden. In januari 1942 werd tijdens de Wannsee-conferentie de reeds besloten vernietiging van de Joden bekrachtigd en georganiseerd. Men zou hen op een 'schone' en efficiënte wijze uitroeien, namelijk door massale vergassing in gaskamers middels gebruik van het gifgas Zyklon B. Wij weten allemaal de gevolgen hiervan. Zes miljoen Joden kwam om en hun bezittingen werden door de nazi's geconfisqueerd, tot hun hoofdhaar aan toe.
Er zijn overigens wel twee treffende verschillen tussen de gebeurtenissen in het boek Esther en die in de 2e Wereldoorlog. In het boek Esther werd de pogrom op de Joden openlijk aangekondigd (3:14). In de 2e Wereldoorlog hebben de nazi's zo veel mogelijk geprobeerd de vernietiging van de Joden te verbergen. Verder is het in het boek Esther uiteindelijk niet gekomen tot daadwerkelijke genocide van de Joden, in tegenstelling tot de 2e Wereldoorlog. Met de aanstichters van de pogrom liep het in beide gevallen evenwel slecht af. Haman werd uiteindelijk aan een paal gespietst.
Ook het lot van Adolf Hitler kennen wij, hij pleegde zelfmoord. Heinrich Himmler, als leider van de SS één van de hoofdverantwoordelijken van de Holocaust, pleegde aan het einde van de oorlog zelfmoord. De voorzitter van de Wannsee-conferentie, Reinhard Heydrich, kwam niet lang na de conferentie als gevolg van een aanslag om het leven.

Tot slot sluit Esther 3 met een opmerkelijke passage af: "En de koning en Haman zaten te drinken, maar de stad Susan was in verwarring". Ahasveros en Haman lijken werkelijk geen idee te hebben wat het effect van hun besluit op de bevolking is. Ook lijken zij nogal gewetenloos door te feesten terwijl zij net een doodvonnis over een heel volk hebben uitgesproken. Sterker nog, het heeft er alle schijn van dat zij zelfs zeer voldaan zijn over dit stukje efficiënte landsbestuur. Ook hier is weer een parallel te vinden met de 2e Wereldoorlog. Zo bezocht ik een jaar of twintig geleden concentratiekamp Theresienstadt. Langs het pad waarop ter dood veroordeelden naar de executieplaats liepen, was een zwembad aangelegd waar de kinderen van de kampbewakers op warme dagen plezier konden hebben. Het zwembad was, naar het schijnt, door Joodse kinderen met hun blote handen uitgegraven. Zo maar een voorbeeld van één de vele ziekmakende tegenstellingen zoals die er in de oorlog waren, en zoals deze er door alle tijden heen wereldwijd zijn geweest.

Het mag uit dit artikel duidelijk zijn dat de wereld in handen van de mensheid geen goed lot beschoren is. Gelukkig is daarom de mens die zich in de handen van de Heere God geborgen weet. Die mens weet, dat wat er ook gebeurt, hij eens tot een heerlijke bestemming komt!

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

Het Wonder van het Zaad

Vanuit zijn ervaring als moestuinier legt de auteur prachtige verbanden met Bijbelse waarheden. Zaad is een beeld van het gepredikte Woord van God; denk aan de gelijkenis van de zaaier. Zo wonderbaar als de werking van het zaad is dat in de grond gestopt wordt en met een onbegrijpelijke kracht vrucht voortbrengt, zo is het ook met de wedergeboorte "uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God" (1 Pet. 1:23b).

Met Johannes 12:24 - "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, draagt hij veel vrucht" - verwees de Heere Jezus naar Zichzelf. Hij is hét Zaad dat nieuw en onvergankelijk leven tot stand heeft gebracht.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Het Wonder van het Zaad'

Wat is wijsheid?

Er is in heden en verleden al heel veel over wijsheid nagedacht. In dit boekje richten we ons op de wijsheid die in de Bijbel, Gods Woord, aan de orde komt. Het bezig zijn met - ja, liefhebben van - wijsheid is het hoofdthema van de filosofie. Dit woord (filosofie) komt slechts eenmaal in de Bijbel voor en wel in waarschuwende zin: "Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus" (Kol. 2:8). Het is juist beter je te richten op Christus Zelf "in Wie al de schatten van de wijsheid en van de kennis verborgen zijn" (Kol. 2:3).

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Wat is wijsheid?'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'