Dat is de conclusie van de gereformeerd-vrijgemaakte dominee J.J.T. Doedens. Hij promoveerde onlangs op de passage in Genesis 6: de zonen Gods zagen de dochters van de mensen en namen hen tot vrouwen. Uit die verbintenis werden reuzen geboren, en dat vormt de directe aanleiding tot de zondvloed.
Volgens prof. dr. M.J. Paul, hoogleraar Oude Testamen aan de Evangelische Theologische Faculteit in Leuven (B), heeft de promovendus daarin gelijk.
“De identiteit van de zonen Gods wordt vaak op twee manieren uitgelegd. In de eerste uitleg zijn de zonen Gods nakomelingen van Seth en de dochters nakomelingen van Kaïn. Beide geslachten, die vanwege verschil in godsdienst apart behoren te leven, ver¬mengen zich. De andere uitleg stelt dat de zonen Gods engelen of geesten zijn die in mensengedaante op aarde verschijnen en huwen met aardse vrouwen. Dr. Doedens kiest voor de tweede benadering en maakt daarbij onderscheid tussen ´engelen´ en ´goddelijke wezens´. De duiding als gevallen engelen was gebruikelijk in het vroege jodendom en ook bij de kerkvaders.
De hemelwezens nemen vrouwen naar hun eigen goeddunken. Het resultaat is de geboorte van reuzen, die ´geweldigen´ en ´mannen van naam´ genoemd worden. Het is te begrijpen dat deze lichamelijke en geestelijke corruptie de maat van de zonde vol maakt, zodat de zondvloed een radicaal einde maakt aan dit bederf…
Naar mijn overtuiging worden dezelfde afvallige hemelwezens overigens ook in Psalm 82 bedoeld (en niet zozeer aardse rechters). De God der goden oordeelt in het midden van deze goden en geeft aan dat zij niet langer onsterfelijk zijn, maar zullen sterven als mensen.”