Het woord ´slaaf´ komt regelmatig in de Bijbel voor en ´slavernij´ een enkele keer. Deze woorden hebben - terecht - een negatieve klank en dat komt voornamelijk omdat ze dikwijls in het teken zijn komen te staan van uitbuiting en onderdrukking. Wat zijn slaven in het verleden slecht behandeld en gediscrimineerd. Hier is in de Bijbel geen ruimte voor. Integendeel, Gods Woord roept juist op tot liefde, respect, ontferming, enzovoort. Elk mens is voor God een waardevol schepsel en dient met waardigheid te worden behandeld!
Slaaf en geliefde broeder
Als slavernij wordt opgevat als dienstbaarheid krijgt het woord een heel andere lading. Dan gaat het om het gegeven dat er sprake is van heersers en dienaren, leiders en ondergeschikten, en - om het in onze taal uit te drukken - werkgevers en werknemers. Bijbels gezien is daar niks mis mee. Er wordt alleen iets gezegd over de manier waarop deze twee groepen met elkaar omgaan.
We vinden in de Bijbel vele voorbeelden van slaven, die met respect behandeld werden en belangrijk waren voor hun heren en meesters. Denk bijvoorbeeld aan Abraham en zijn dienaar Eliëzer, aan Elisa en zijn knecht Gechazi en vele anderen.
In de brieven van Paulus wordt op een aantal plaatsen gesproken over de verhouding tussen heren en knechten of slaven. Hier volgen een paar Bijbelgedeelten:
- “Laat ieder blijven in de roeping waarin hij geroepen is. Bent u als slaaf geroepen, dan moet u zich daarover niet bekommeren. Kunt u echter ook vrij worden, maak dan liever van die gelegenheid gebruik. Wie namelijk als slaaf geroepen is in de Heere, is een vrijgelatene van de Heere. Evenzo is hij die als vrije geroepen is, een slaaf van Christus. U bent duur gekocht; word dus geen slaven van mensen. Laat ieder voor het aangezicht van God blijven, broeders, in de staat waarin hij geroepen is" (1 Kor. 7: 20-24);
- "Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. Want u allen die in Christus gedoopt bent, hebt zich met Christus bekleed. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus" (Gal. 3:26-28);
- “Slaven, wees, evenals aan Christus, gehoorzaam aan uw heer naar het vlees, met vrees en beven, oprecht van hart, niet met ogendienst, als mensenbehagers, maar als slaven van Christus; doe zo van harte de wil van God, en dien met bereidwilligheid de Heere en niet de mensen. U weet immers dat wat ieder aan goeds gedaan heeft, hij dat van de Heere terug zal krijgen, hetzij slaaf, hetzij vrije. En heren, doe hetzelfde bij hen; laat het dreigen achterwege. U weet toch dat ook uw Heere in de hemelen is en dat er bij Hem geen aanzien des persoons is" (Efe. 6:5-9, zie ook Kol. 3:22-4:1) en
- "Vermaan de slaven dat zij hun eigen meester onderdanig zijn en dat zij hun in alles welbehaaglijk zijn, zonder tegen te spreken, dat ze niets ontvreemden, maar hun alle goede trouw bewijzen, opdat zij het onderwijs van God, onze Zaligmaker, in alles tot sieraad mogen strekken" (Titus 2:9 en 10).
Sieraad
Uit deze teksten valt op te maken, dat de verhouding slaaf / heer als een feit aanvaard en gerespecteerd wordt. In het dagelijks leven is er onderscheid en in overeenstemming daarmee ook een bepaalde houding, gezindheid. De slaaf is gehouden zijn meester waardig te dienen alsof hij de Heere dient. Gelovigen moeten beseffen dat zij in de eerste plaats de Heere dienen, ongeacht hun plaats en positie in de maatschappij. Als dat besef er is, zal dat z'n uitwerking hebben in de manier van leven en handelen. In Christus is er geen onderscheid en zijn slaven en heren gelijkwaardig. Beiden, slaven en heren, zijn dienaren van Christus en worden opgeroepen te handelen in de geest en de gezindheid van Christus. Op die manier bewijzen zij goede trouw en strekken zij de leer van God, onze Heiland in alles tot sieraad. Wie God dient en aan Hem toegewijd is, zal voor zijn medemens, slaaf of heer, tot zegen zijn, ook al wordt dat misschien niet altijd opgemerkt. De Heere weet echter alles op z'n waarde te schatten en ieder mens zal het goede, dat hij gedaan heeft, dan ook van de Heere terugontvangen. Dit houdt dus een geweldige motivatie in en ook een heerlijke belofte!