Structuur
Zetten we deze aspecten op een rij dan ziet dat er als volgt uit:
1. - vs. 4 We zijn uitverkoren
2. - vs. 5 voorbestemd tot in het zoonschap
3. - vs. 6 Hij heeft ons begenadigd in de Geliefde
4. - vs. 7 in Wie wij hebben de verlossing door Zijn bloed
5. - vs. 9 God heeft ons het geheimenis van Zijn wil doen kennen
6. - vs. 11 we zijn voorbestemd tot het ontvangen van het erfdeel en
7. - vs. 13 verzegeld met de heilige geest der belofte
De kern van de zegen in Christus
Wat zijn we rijk gemaakt! Wanneer de aspecten van de zegen in Christus schematisch worden weergegeven - zoals hierboven is gebeurd - valt onmiddellijk op dat het middelpunt van dit alles de verlossing door het bloed van de Heere Jezus Christus is; dat is: de vergeving van de overtredingen. Deze verlossing, die vergeving, hebben we ontvangen "in de Geliefde" (vs. 6). We weten dat deze benaming betrekking heeft op de Heere Jezus; Hij is de Geliefde. Degene Die ons begenadigd heeft, is de Vader van de Heere Jezus Christus. En Hij is ook onze Vader, omdat wij in Christus zijn. De kern - en daarmee: de basis - van de zegen in Christus is dat we de verlossing door Zijn bloed hebben, namelijk: de vergeving van de overtredingen. Daaraan heb je deel wanneer je begenadigd bent in de Geliefde. Om te delen in deze volkomen zegen van God in Christus zul je eerst moeten weten dat je de verlossing in Christus hebt. Dat moet je je 'eigen' maken.
De heilige Schriften kunnen je 'wijs maken tot behoud'
Er is geen verlossing buiten Christus! Dat is het getuigenis van de hele Schrift en daarom schrijft Paulus aan Timotheüs dat het de "heilige Schriften" zijn die "u wijs kunnen maken tot zaligheid"; even later noemt hij die heilige Schriften: "Heel de Schrift" (2 Tim. 3:15 en 16). Heel Gods Woord kan door de Heilige Geest gebruikt worden om God te leren kennen en om behouden te worden. En dat behoud is er in Christus. Paulus schrijft ook het volgende aan Timotheüs: "Want er is één God. Er is ook één Middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus. Hij heeft Zich gegeven als een losprijs voor allen" (1 Tim. 2:5 en 6a). Net zoals er slechts één God is (zie bijv. Ps. 96:5 en 1 Kor. 8:4-6), zo is er ook slechts één mogelijkheid om tot Hem te komen en verlossing te ontvangen: door Zijn Zoon Jezus Christus; daarvan spreekt heel de Bijbel en daarom ook kunnen we God leren kennen vanuit het getuigenis van "heel de Schrift" en zo behouden worden.
Eenmaal behouden, is het zaak om in diezelfde Schrift te ontdekken wat God specifiek over de tijd van nu - het tijdvak in Gods plan, waarin wij leven - te zeggen heeft. Wie de Bijbel op dit punt bestudeert, ontdekt al gauw dat de Heer ons dan door Zijn Woord - via de Nieuwtestamentische geschiedschrijving - brengt bij de bediening van Paulus; in het bijzonder: het laatste deel daarvan. En zo komen we terecht bij de late brieven van Paulus, die laten zien dat de gelovige van nu tot de gemeente, het lichaam van Christus, behoort. Eén zo'n brief is de Efezebrief, waarin we dus kunnen lezen over het middelpunt en de basis van de geestelijke zegen die we ontvangen hebben: de verlossing door het bloed van de Heere Jezus, de Geliefde.
Genade
De verlossing door het bloed van de Heere Jezus - en daarmee: de vergeving van onze zonden (Efe. 1:7) - ligt geheel verankerd in de begenadiging in de Geliefde (vs. 6). Alles wat God met ons doet, is gebaseerd op Zijn genade. Dat je ooit tot geloof kwam, heeft toch vooral met Zijn liefde en genade te maken. Natuurlijk: wij maakten zelf ooit de keuze en het is ook zaak dat mensen daar nog steeds toe opgeroepen worden, die keuze te maken. Alleen ... ga je vaak pas lange tijd nadat je voor Hem gekozen hebt en Hem 'in je hart hebt toegelaten', zien, dat God de dingen zo geleid heeft, dat je wel een keuze móest maken. Híj bracht mensen op je weg, die je op Hem gewezen hebben, Zijn Woord aan je doorgaven en misschien zelfs iets van Zijn liefde toonden. Geweldig dus, dat die mensen er waren, maar het is uiteindelijk God Die hen gebruikte. Voor gelovigen in deze tijd komt daar dan nog bij dat Gods genadige omgang met ons alles te maken heeft met de bekendmaking van het geheimenis van Zijn wil (Efe. 1:9). En juist in het kader van de boodschap van het geheimenis zal God de "allesovertreffende rijkdom van Zijn genade" (Efe. 2:7) laten zien. Wie in deze tijd wil leven als christen naar Gods wil en echt wil genieten van de volheid van Gods genade, móet het geheimenis leren kennen!2
Begenadigd in de Geliefde
Het 'begenadigd-zijn' in de Geliefde is iets geweldigs. Het werkwoord 'begenadigen' dat hier gebruikt wordt, komt slechts tweemaal voor in de Bijbel: hier en in Lukas 1 in het verslag van hoe de engel Gabriël tot Maria gezonden werd, om haar de boodschap te brengen dat zij zwanger zou worden en een zoon zou baren. Deze zoon zou "Zoon van de Allerhoogste genoemd worden" (vs. 31 en 32). Vóór de engel deze dingen tot Maria zegt, begroet hij haar met de woorden: "Wees gegroet, begenadigde. De Heere is met u" (vs. 28) en in vers 30: "... u hebt genade gevonden bij God". De eerste maal dat 'begenadigen' in de Bijbel wordt gebruikt, heeft dus direct te maken met de verwekking van Gods Zoon in de moederschoot van Maria (het woord "begenadigde" is een verbuiging van het werkwoord 'begenadigen'). Zo kwam de Zoon in de wereld om Zijn dienst te vervullen, in de eerste plaats voor Zijn eigen volk. De tweede en laatste maal dat dit werkwoord voorkomt in de Bijbel brengt ons direct bij onze positie in die Zoon. Zo letterlijk als Gods Zoon in Maria verwekt werd en in haar moederschoot opgroeide, zo letterlijk zijn wij in Christus geplaatst. De basis van onze begenadiging in de Geliefde, ligt in de komst van de Heer in deze wereld. Zonder Zijn komst om te lijden, te sterven (de verlossing door Zijn bloed) en op te staan, had Gods plan geen voortgang kunnen vinden. Dan was alle hoop voor Israël verloren, en uiteindelijk ook alle hoop voor ons.
De Geliefde
Wij zijn dus begenadigd in de Geliefde (Efe. 1:6). En dan staat er in vers 7: "In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade ...". We kunnen ons de vraag stellen Wie er bedoeld wordt met "Hem". Daar kun je allerlei antwoorden op geven als: Jezus, Gods Zoon, Christus, Jezus Christus, etc. Allemaal goed ... op zich. Maar als je je heel nauwkeurig aan de tekst wilt houden, dan moet je toch zeggen: wij hebben de verlossing in de Geliefde. Dit laat ons meteen iets bijzonders zien met betrekking tot de verlossing door Zijn bloed: God gaf Zijn geliefde Zoon om de verlossing en vergeving tot stand te brengen. Dat deze verbinding tussen "verlossing" en "geliefde" gelegd wordt, is niet toevallig of gezocht. In Kolossenzen 1:13 en 14 zie je namelijk iets soortgelijks: "Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden". Ook hier zien we dat de verlossing / de vergeving verbonden is aan de Zoon van Zijn liefde. Zo leren we dat verlossing en vergeving alles te maken heeft met de liefde van God en Degene, in Wie God Zijn liefde openbaart en geopenbaard heeft.
Efeziërs 1:6 en 7 en Kolossenzen 1:13 en 14 zijn overigens de enige twee teksten dat Paulus in zijn late brieven het algemene woord voor 'vergeving' gebruikt! In beide gebruikt hij daarvoor het Griekse woord afesis. Dit komt van het werkwoord 'vergeven' (Grieks: afièmi) dat letterlijk met 'vanaf zijn' vertaald kan worden.3 Vergeven betekent wat God betreft, dat Hij de zonden van ons afhaalt zodat ze ergens anders zijn. Hij heeft ze weggedaan, opdat Hij Zelf in staat is een relatie met ons te hebben! Daarom ook is de verlossing door Zijn bloed, de vergeving, de basis van onze omgang met de Heere en van de geestelijke zegen die we in Christus hebben ontvangen.
Onvoorwaardelijke liefde
Het in Efeze 1:6 gebruikte woord "Geliefde" komt van het bekende woord agape, dat de onvoorwaardelijke liefde van God weergeeft. Deze liefde is onvoorwaardelijk omdat ze in Gods genade geworteld is! God vraagt er niets voor terug. Het is immers genade. Genade is iets dat je onverdiend ontvangt. Zoals iemand wel eens gezegd heeft: 'Genade is krijgen wat je niet verdient en niet krijgen wat je verdient'. Dus je krijgt iets wat je niet verdient en tegelijk krijgen we iets niet, wat we wel verdienen. Dat is de genade van God; het is onverdiende gunst, die God ons geschonken heeft. En dat komt allemaal samen in Christus, de Geliefde.
Voetnoten:
1 Vertaling overgenomen uit De brief aan de Efeziërs - vers voor vers (Everread Uitgevers; ISBN 9789066942769).
2 Zie Het geheimenis bekendgemaakt (Everread Uitgevers; ISBN 9789066942554).
3 Het werkwoord 'vergeven' komt in Paulus' late brieven zelfs niet één keer voor; ook niet in Efeze 4:32 en Kolossenzen 3:13. Daar staat in de gangbare vertalingen weliswaar 'vergeven', maar daar is het de vertaling van een woord dat 'genade geven' of 'genadig geven' betekent (Grieks: charidzomai). En van wat God ons 'genadig geeft', is de vergeving een onderdeel.