Denken van bovenaf
Na de ‘theorie’ gaat Paulus in de Kolossenzenbrief verder met een aantal ‘praktische’ zaken te noemen, waarmee hij in hs. 3:18 begint. De leidraad in dit alles is: onze verhouding met de Heere: “Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn” (3:1-2).
Dit ‘bedenken’ is een wijze van denken die beheerst wordt door hemelse principes. Daarvoor is het nodig de (Goddelijke) waarheid te leren kennen en de wil van God te leren verstaan.
Dat is denken van bovenaf. Volgens de richtlijnen en principes van God. Dat is niet uit de wereld, maar uit God. En dat denken vertaalt zich in je kijk op de dingen die hier beneden zijn. Je ziet ze in een ander perspectief.
Naarmate je leert geestelijk (hemels) te denken, zul je dat vertalen in het dagelijks handelen, in woorden en werken. Zie de voorbeelden van Paulus in 3:22 en 4:1 over slaven en heren, oftewel: werknemers en werkgevers…
Waarheid
Maar nu de titel boven dit artikel. In het 6e vers roept Paulus de gelovigen zogezegd op om in hun spreken iedereen gezouten de waarheid te vertellen. Met regelmaat gebeurt dat namelijk ongezouten. Dat heeft zelden een goede uitwerking, vandaar het advies van de apostel. En hij zegt dat uiteraard met het oog op het spreken over en vanuit de Bijbel. En misschien nog wel in het bijzonder vanuit de boodschap die in de Kolossenzen-brief e.a. naar voren komt omtrent het bijzondere werk dat God in deze tijd doet: de uitroeping van de Gemeente, het Lichaam van Christus. Zelf vraagt hij de gelovigen te bidden voor hem, “…dat God voor ons de deur van het Woord opent, om van het geheimenis van Christus te spreken”(vs. 3).
Genade
Het woord ‘aangenaam’ komt van het Griekse charis, dat dikwijls vertaald wordt met genade! Met de zin "Uw woord (zij) altijd in genade" duidt Paulus op ons spreken dat ingebed moet zijn in genade. Het woordje "in" (Grieks: en) wijst op een rust. Paulus bedoelt hier niet dat ons woord moet leiden tot in de genade, maar juist de genade als uitgangspunt moet hebben. Daarvoor is het belangrijk dat wij ook zelf vanuit de genade van God leven. Immers: alles wat Hij aan ons gedaan heeft en doet, is ook ingebed in de genade. En niet alleen ingebed, maar ook in gebed! Dat wil zeggen: met een biddend hart. Er staat immers: “met zout op smaak gebracht”.
Het oorspronkelijke woord voor 'op smaak brengen' (Gr.: artuo) komt van 'passend maken', 'passen'. Zo zou ons woord ook moeten zijn: passend voor de ontvanger; aansluitend op diens situatie. Vandaar: met een biddend hart. En dan inderdaad ook ingebed in de genade van God, voortkomend uit het levende Woord van de levende God.
Gezouten
Op smaak gebracht met zout, (letterlijk:) wetende hoe u iedereen moet antwoorden. Vandaar dat het belangrijk is zelf die vernieuwing van denken te ondergaan door te leren van en uit het Woord van God. Van boven af leren denken en handelen.
En waarom dan zout? We weten dat zout allerlei goede eigenschappen bezit. Het is bederfwerend, het werkt zuiverend en bevordert de duurzaamheid. Dat heeft hele praktische voordelen, bijv. voor de houdbaarheid van (voedsel)producten.
Maar zout is ook een uitbeelding is van een geestelijke werkelijkheid. De Wet schrijft voor, dat aan alle (spijs)offers zout moest worden toegevoegd, en dat zout staat in verbinding met het verbond van de HEERE met Israël. Lees bijvoorbeeld Leviticus 2:13 en Numeri 18:19 over het ‘zout van het verbond’. Zout staat dus voor duurzaamheid. In 2 Kronieken 13:5 komen wij het begrip ‘zoutverbond’ tegen.
Koning Abia zegt daar dat de God van Israël het koningschap ‘voor eeuwig’ aan David heeft gegeven (zie 2 Sam. 7). Ook hier staat het ‘zoutverbond’ dus voor de duurzaamheid van het verbond.
Het mag duidelijk zijn, dat hier maar één ding aan ten grondslag kan liggen en dat is de trouw van God.
Toegepast op de woorden van Paulus in Kolossenzen 4:6 betekent dat dus, dat als iemand spreekt, het toch vooral woorden van genade moeten zijn, gegrond in het eeuwig blijvende Woord van God. In overeenstemming met Gods goede boodschap. Dus niet: spreekt iemand mooi? Boeiend? Onderhoudend? Dat is misschien mooi meegenomen, maar het belangrijkste is: spreekt iemand in overeenstemming met Gods Woord? Want dát heeft eeuwigheidswaarde, dát houdt stand en dát is wat mensen nodig hebben… niet meer en vooral ook niet minder.
Ongezouten de waarheid verkondigen leidt tot niets. Liever gezouten… dat is langer houdbaar en, vooral voor de fijnproever, nog smaakvol ook!