In Genesis 1:1 lezen we dat God de hemel en de aarde schiep. In het 2e vers lezen we over woestheid en ledigheid en duisternis. Vervolgens zweeft Gods Geest over de wateren. En dan in vers 3: ‘En God zeide: er zij licht’! Daar begint het, beste mensen, want als God begint te werken moet de duisternis wijken. Het gehele Woord van God spreekt over de Heere Jezus Christus, Gods Zoon, het Zaad van de vrouw. Als Johannes de Doper de Heere Jezus tot zich ziet komen, zegt hij: ‘Zie, het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt’ (Joh. 1:29). Als we de Bijbel zo bezien, is het gehele Woord van God één groot Evangelie! Iedereen weet dat het woord ‘Evangelie’ betekent: blijde of goede boodschap (Grieks: euangelion). Maar het is wel uiterst belangrijk om te beseffen dat er meerdere Evangeliën bestaan. Tussen de Evangeliën zijn overeenkomsten, maar ook verschillen te bespeuren. In Gods plan der eeuwen is steeds weer (en meer) blij nieuws te verkondigen, ondanks de verharding van de mens. God roept in Zijn volmaakte plan daarvoor ook steeds weer andere personen. Dit zijn de bekende namen uit de verschillende bedelingen (bijv. Noach, Abraham, Mozes, Petrus, Paulus, enz.)
Bij de bestudering van de verschillen en overeenkomsten tussen de genoemde Evangeliën, willen we met Paulus in Filippenzen 1:9 en 10 bidden, dat de liefde van God mag doorwerken in ons leven, in helder inzicht en alle fijngevoeligheid, zodat we kunnen onderscheiden waarop het aankomt. Letterlijk staat hier dat we dan kunnen beproeven de dingen die daarvan verschillen (zie SV).
Evangeliën
Er zijn dus meerdere Evangeliën. Zo worden er ook verschillende benamingen gebruikt. Bijvoorbeeld het Evangelie van:
- Het Koninkrijk – Matt. 4:23 enz.
- De besnedenen – Gal. 2:7
- De onbesnedenen – Gal. 2:7
- God – Rom. 1:1, enz.
- Christus – Rom. 1:16
- Onze Heere Jezus – 2 Tess. 1:8
- De genade van God – Hand. 20:24
- Des vredes – Efe. 6:15
- Het geheimenis van Christus – Efe. 6:19
- De heerlijkheid van Christus – 2 Kor. 4:4
- De heerlijkheid van de zalige God – 1 Tim. 1:1
- Het eeuwig Evangelie – Openb. 14:6
- ‘Mijn’ of ‘ons’ Evangelie – Rom. 2:16; 2 Kor. 4:3
Openbaring
Laten we Galaten 1 eens opslaan (a.u.b. lezen!). De vertalers (N.B.G. 1951) hebben boven de perikoop van Galaten 1:6 geschreven: ‘Er is maar één Evangelie’. Is dat zo? In Galaten 1: 6-11 spreekt Paulus over het feit dat hij verbaasd is. Hij heeft namelijk aan de Galaten het Evangelie gepredikt. Dat was geen ‘menselijke Evangelie’. Deze boodschap is dus sowieso niet met het menselijke verstand te doorgronden. Paulus heeft dit Evangelie zelfs niet van een mens ontvangen of geleerd, maar rechtstreeks door openbaring van de Heere Jezus Christus ontvangen. Het heeft God behaagd om Zijn Zoon in Paulus te openbaren. Daarom was het niet nodig dat hij met vlees en bloed, dus met zijn nuchtere, Hebreeuwse verstand, na zou gaan of dit allemaal wel klopte. Ook ging hij niet overleggen met Petrus, Jakobus of de andere apostelen. Paulus heeft op een wonderbaarlijke manier deze nieuwe openbaring met betrekking tot het Evangelie ontvangen. Als dit niet het geval geweest zou zijn, zou overleg met de apostelen toch zeker voor de hand gelegen hebben. Zij waren immers al vóór Hem geroepen! (Paulus ging daarentegen volgens Gal. 1:17 naar de woestijn van Arabië. In de eenzaamheid werd hij voorbereid op zijn taak).
Blijde boodschap
Het Evangelie dat Paulus aan de Galaten had verkondigd, was inderdaad een hele blijde boodschap. ‘Wij weten’, zegt Paulus in Galaten 2:16 e.v. ‘dat de mens gerechtvaardigd wordt door het geloof van Christus’. Wij zijn dan ook door Gods grote genade tot het geloof in Christus gekomen en daarom zijn wij gerechtvaardigd geworden uit het geloof van Christus! Wat een heerlijke woorden zijn dit. Uit de werken van de wet is nooit en zal nooit enig vlees gerechtvaardigd kunnen worden. Met betrekking tot de volmaakte wet van God heb ik een lichaam des doods en een dood lichaam is tot geen enkele rechtvaardige daad in staat. Wie zal mij, ellendig mens dan verlossen uit dit lichaam van de dood? God zij dank, door Jezus Christus, onze Heere (Rom.7). De Heere Jezus Christus, Hij alleen is getrouw geweest tot de dood, ja de dood des kruises. Zijn bloed reinigt mij van alle zonde. Als iemand gerechtvaardigd wil worden, kan dit dus enkel en alleen door de toerekening van het geloof van Christus, de Rechtvaardige. Wat een heerlijk, blij nieuws is dit: Ik ben door de wet voor de wet gestorven, om voor God te leven. Christus is gekruisigd en ik ben met Hem gekruisigd, en toch leef ik, omdat Christus in mij leeft. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof van de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven.
‘O, liefde Gods oneindig groot, ver boven ons verstand; Die zondaars weer een weg ontsloot, naar ’t hemels Vaderland’ Welk een vreugde om een kind van God te zijn!
Mag ik u, die dit artikel leest, een belangrijke vraag stellen? Kent u deze geweldige vreugde, die alle verstand te boven gaat? Weet u, dat u uit uzelf niet tot enig goed werk in staat bent? Weet u dat de Heere ook zo graag van u een rechtvaardige wil maken door het geloof van Christus aan u toe te rekenen…? Of blijft u liever zelf nog van alles proberen? Ik hoop het niet!
Andere boodschap
Wij kunnen ons wel voorstellen waarom Paulus zo verbaasd was. Immers, ‘opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt’ (Gal. 5:1). Hoe kan je dan weer een slavenjuk op je laten leggen? Hoe is het toch mogelijk... ja, het is verbazingwekkend, want in Christus Jezus vermag een besnedene en een onbesnedene niets. Het is de satan, de verleider, meteen al gelukt om ook hier de waarheid te verdraaien. Het enige, dat alles vermag is het geloof in Christus’ volbrachte werk, hetgeen door de liefde werkzaam is in ons. Het punt waar het mij nu om gaat is het volgende: de Galaten zijn door de genade van Christus en door de bediening van Paulus geroepen. Vervolgens hebben zij zich laten afbrengen van dit Evangelie tot een andere boodschap. In de Griekse grondtekst vinden wij hier eigenlijk een woordspeling. Letterlijk staat hier dat ze zich hebben laten afbrengen tot een ‘heteros’- Evangelie (= een ander van een andere soort) en dat is geen ‘allos’- Evangelie (= een ander van hetzelfde soort - Stelt u zich eens voor: een boer wil een koe met een varken kruisen. Dat kan niet; het zijn allebei weliswaar dieren, maar wel van een verschillende soort).
De apostel zegt vervolgens in felle, niet mis te verstane woorden, dat iemand die een andersoortig – heteros – Evangelie brengt, buiten Gods redding staat. Tot tweemaal toe spreekt Paulus een vervloeking uit! Gods genade kan nu eenmaal nooit vermengd worden! Misschien hebben de vertalers in 1953 om deze reden boven onze perikoop gezet dat er maar één Evangelie is. En in dat opzicht hebben zij het dus wel goed gezien. Maar: Het is ook duidelijk dat er dus wel andere – allos – Evangeliën zijn. Deze behoren wel tot hetzelfde soort, namelijk van God, maar hebben een andere inhoud c.q. zijn bedoeld voor een andere fase of andere mensen in Gods plan.
Het Evangelie dat Paulus aan de Galaten verkondigd heeft, is de boodschap die tevoren al aan Abraham verkondigd is. In Galaten 3:8 e.v. wordt namelijk opgemerkt dat God tevoren zag, dat de heidenen uit geloof gerechtvaardigd zouden worden. Dus: zij, die uit het geloof zijn, zijn kinderen van Abraham (vgl. Ook Rom.4). Mijns inziens geeft dit duidelijk aanleiding om te zeggen dat dit Evangelie, dat Paulus hier in de Galatenbrief verkondigt, nog niet de volle ontsluiering geeft met betrekking tot het geheimenis of de verborgenheid van Christus, want de wet en de profeten hebben duidelijk de rechtvaardiging door het geloof verkondigd; dat was dus niet verborgen!
(wordt vervolgd)