Wij willen daarbij de volgende vragen stellen:
1. Waar komt de term "eeuwig Evangelie" voor?
2. Aan wie wordt het verkondigd?
3. In welke tijd?
4. Wat is het onderwerp en de inhoud?
5. Is er een boodschap van God buiten het Woord om?
Openbaring
De uitdrukking "eeuwig Evangelie" komen we slechts eenmaal tegen in de Schrift, in Openbaring 14, vers 6 en 7: "En ik zag een andere engel vliegen in het midden des hemels en hij had een eeuwig Evangelie, om dat te verkondigen aan hen, die op de aarde gezeten zijn en aan alle volk en stam en taal en natie; en hij zeide met luider stem: Vreest God en geeft Hem eer, want de ure van Zijn oordeel is gekomen en aanbidt Hem, die de hemel en de aarde en de zee en de waterbronnen gemaakt heeft".
In het boek Openbaring van Jezus Christus, geschreven door de apostel Johannes, worden we bepaald bij toekomstige gebeurtenissen. Openbaring is een profetisch boek. De Koning der koningen en de Heere der heren is in aantocht en Hij zal Zijn Koninkrijk van recht en gerechtigheid op aarde vestigen. Dit gaat niet zonder slag of stoot, maar het Koninkrijk zal opgericht worden en volgens Openbaring 1:1 zal dit weldra geschieden ("weldra" is in het Grieks: 'en tachei'. Dit betekent letterlijk: in snelheid. Zie SV: haast of Voorhoeve (Telos): spoedig.
'En tachei' komt 4 keer voor: Hand. 25:4; Rom. 16:20; Openb. 1:1; Openb. 22:6.). In snel tempo volgen de gebeurtenissen elkaar op. Eén en ander zal gepaard gaan met vreselijke oordelen.
In Openbaring 15 en 16 lezen we, dat de zeven gouden schalen, vol van de gramschap van God, uitgegoten worden op de aarde. Wee de mensen, die in die tijd leven. God laat nog één keer, voordat de oordelen losbarsten, een laatste oproep weerklinken: Vreest God en geeft Hem eer, want anders is het te laat.
De luide stem van de engel wordt overal gehoord, iedereen op de aarde hoort het dus (alle volk en stam en taal en natie). Het is de allerlaatste oproep van God. Weldra openbaart de toorn van God zich van de hemel over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen. Het zal dus zo zijn, dat niemand een verontschuldiging in kan brengen bij het oordeel voor de Grote Witte Troon. God heeft de mensen genoeg kansen gegeven; verontschuldigingen gelden niet meer.
Hopelijk geven velen nog gehoor aan deze laatste oproep, want Gods toorn zal daarna vreselijk zijn!
Prediking zonder geluid
Nu is het zo, dat God vanaf het begin der schepping uit de schepping is te kennen. Daarom wordt het "eeuwig Evangelie" ook vanaf Genesis 1:1 verkondigd: in den beginne schiep God...! En iedereen kan dat om zich heen zien. Hoewel de schepping van God nu een gevallen schepping is, spreekt de natuur nog altijd overvloedig van de Schepper.
De boodschap is dan ook duidelijk. Lees bijvoorbeeld de Psalmen:
"De hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkondigt het werk zijner handen" (Ps. 19:1).
Typerend hierbij is dat we zelfs zonder Gods Woord tot deze ontdekking kunnen komen, want dezelfde Psalm vervolgt in vers 4, dat het geen sprake is, het zijn geen woorden, de stem wordt niet vernomen en toch gaat hun prediking uit over de ganse aarde. Iedereen die om zich heen kijkt naar de natuur moet eigenlijk tot de conclusie komen, dat God wel moet bestaan. En dit is dan ook meteen het doel van het "eeuwig Evangelie": GOD BESTAAT, EERT HEM! Psalm 24:1,2 en 33:8,9 geven ook schitterend aan, dat de ganse aarde Hem moet vrezen en aanbidden. De aarde is van de Here, daarom vraagt God gehoorzaamheid van de mens.
Geweten
Waarom geeft de mens van nature God dan niet de eer? De mens kan toch duidelijk om zich heen zien hoe mooi de schepping is, en dat er wel een Schepper moet zijn? Ja, de mens kan het zien, maar wil hij het ook zien?
Ieder mens heeft een geweten. Het geweten van de mens is eigenlijk een 'medeweten met God' (Gen. 3:22). In de Romeinenbrief (Hs. 2:14,15) staat geschreven dat de heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet gebiedt; zij tonen, dat het werk der wet in hun harten geschreven is, hun geweten is medegetuige. In Spreuken 20:27 staat geschreven: "De geest van de mens is een lamp des HEREN, doorzoekende de schuilhoeken van het hart". De geest van de mens (waarmee de mens kan kennen/weten) wordt vergeleken met een lamp van de Heere. Het geweten is dus inderdaad een medeweten met God. Als het geweten van de mens dus zuiver werkt, weet hij ook of iets goed of fout is.
In de geschiedenis van Kaïn en Abel zien we bijvoorbeeld hoe het geweten van de mens functioneert. God zegt tegen Kaïn in Genesis 4, vers 7: Kaïn, waarom ben je zo boos, ik zie het aan je gezicht. Als je niet goed handelt ligt de zonde als een belager op de loer, en jij moet over de zonde heersen. Handel daarom goed. Helaas handelde Kaïn niet goed. Hij verdrong de stem van zijn geweten en hij werd de eerste moordenaar...
In Prediker 12:1 geeft Salomo een advies aan de jongelingen: "Gedenk dan uw Schepper in uw jongelingsjaren". Ik denk dat dit in het licht van het voorgaande heel goed te begrijpen is: een "jong" mens heeft over het algemeen minder vooroordelen; zijn geweten is minder besmet en daarom is hij dus gevoeliger voor de waarheid. Als een mens ouder wordt, heeft hij vaak geen behoefte meer om aan de Schepper te denken en Hem de eer te geven.
De Prediker was trouwens bezig met zijn onderzoek naar "de wijsheid in alles, wat onder de hemel geschiedt" (1:13) en hij komt tot het inzicht dat het daarmee niet zo best is gesteld. Op de plaats van het recht, bijvoorbeeld, heerst het onrecht (3:17). De Prediker dacht bij zichzelf: over de rechtvaardige en de onrechtvaardige zal God gericht oefenen. God zal een ieder vergelden naar zijn werken (zie o.a. Ps.62:13). De uiteindelijke conclusie, die hij trekt, is: "Vrees God en onderhoud zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen. Want God zal elke daad doen komen in het gericht over al het verborgene, hetzij goed, hetzij kwaad" (Hs. 12:13,14).
De waarheid ten onder gehouden
Naarmate de tijd vordert, hoopt de toorn van God zich op. Hetgeen van God gekend kan worden uit de schepping wordt namelijk in ongerechtigheid ten onder gehouden door de mens. Dat is wat Gods Woord zegt in Romeinen 1:18 e.v. Hier wordt dus zonneklaar vermeld dat de mensen denken en handelen tegen beter weten in. De waarheid wordt ondergedrukt, hoewel zij God kennen! Het gevolg is, dat het duister geworden is in hun onverstandig hart. In 2 Petrus 3 lezen wij over spotters in de laatste dagen, die naar hun eigen begeerten wandelen en spotten met de belofte van Zijn komst. Zij zeggen: Waar blijft God nu? Alles zal zo blijven, zoals het van het begin der schepping af geweest is. Weet u wat mij hier opvalt? De spotters weten blijkbaar heel goed, dat de Heere beloofd heeft te komen. Dit was duidelijk in hun harten geschreven. Ze spotten "willens en wetens" (2 Petr. 3:5).
Als we het bovenstaande allemaal goed tot ons laten doordringen, kunnen we maar tot één conclusie komen: wat is de mens toch een verdorven wezen. De zonde heeft een onvoorstelbare kloof tussen God en de mens bewerkt. God laat door middel van Zijn Schepping zien dat Hij bestaat. De mens wordt opgeroepen om de Schepper te eren. Maar de overgrote meerderheid van de mensen wenst Hem niet als Schepper te eren.
In Jesaja 26:10 staat geschreven: "Al wordt de goddeloze genade bewezen, hij leert geen gerechtigheid". Wat een trieste conclusie is dat, maar wel de waarheid! In het vers daarvoor staat: "Wanneer Uw gerichten op de aarde zijn, leren de inwoners der wereld gerechtigheid".
Als we deze dingen in het Woord lezen, dan mogen we, beste lezers, de Heere van harte danken, dat Hij door Zijn grote genade onze ogen geopend heeft voor de wonderbare werken van Zijn Schepping. En ik snap niet, dat ik daar óók deel van uit mag maken, wat een genade...! Ik hoop dat u Hem allemaal kent. Als dat niet zo is, lees dan mee in Handelingen 17: "God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden der onwetendheid, heden (nog steeds dus) aan de mensen, dat zij allen overal tot bekering moeten komen; omdat Hij een dag heeft bepaald, waarop Hij de aardbodem rechtvaardig zal oordelen door een Man, Die Hij aangewezen heeft, waarvan Hij voor allen het bewijs geleverd heeft door Hem uit de doden op te wekken" (vs. 30,31).
De blijde boodschap wordt vanaf het begin van deze schepping verkondigd. Daarom wordt dit Evangelie eeuwig genoemd.
Samenvatting:
1. Waar komt de term "eeuwig Evangelie" voor?
- In Openbaring 14: 6,7
2. Aan wie wordt het verkondigd?
- Aan elk schepsel.
3. In welke tijd wordt deze boodschap verkondigd?
- Vanaf het begin van de schepping totdat de ure van Zijn oordeel komt.
4. Wat is het onderwerp en de inhoud van dit Evangelie?
- God is de Schepper van hemel en aarde. Hij openbaart Zijn heerlijkheid in Zijn Schepping.
Daarom vraagt God dan ook van elk mens te geloven dat Hij bestaat.
5. Is er een boodschap van God buiten het Woord om?
- Ja en nee. Enerzijds wordt het "eeuwig Evangelie" verkondigd buiten Zijn Woord om, in de schepping namelijk (denk aan Psalm 19:4,5). Anderzijds is deze boodschap volledig in overeenstemming met het Bijbels getuigenis, waarin geschreven staat, dat God de Schepper is!
(wordt vervolgd)