Vele – voornamelijk evangelische – christenen vieren de laatste jaren echter wel het Loofhuttenfeest (zie hiervoor mijn bijdrage in AMEN 110) en wordt er aandacht geschonken aan de Grote Verzoendag. Maar Simchat Thora is bij veel christenen een ondergeschoven kindje als het gaat om de betekenis daarvan.
Uit bovenstaande is al af te leiden dat Jom Kippoer, Soekot en Simchat Thora bij elkaar horen. Op Jom Kippoer vragen de Joden om vergeving voor de zonden die zij in het afgelopen jaar hebben gedaan en gelooft men dat God beslist over het lot voor het komende jaar. Bij Soekot wordt de omzwerving door de woestijn na de uittocht uit Egypte herdacht. De afhankelijkheid van het volk Israël van God wordt hiermede benadrukt.
Het ontstaan
In tegenstelling tot Jom Kippoer (Lev. 23:27-32) en Soekot (Lev. 23:34-43) is Simchat Thora geen feest dat door God is ingesteld. Logisch ook, want het is een feest dat over de volledige wet, de Thora, gaat en dat zijn de eerste vijf boeken van Mozes. Toen God de feesten aan Israël gaf, waren die vijf boeken nog lang niet compleet. Denk alleen maar aan de laatste hoofdstukken van Deuteronomium, die gebeurtenissen beschrijven die nog moesten plaatsvinden.
De invoering van Simchat Thora is terug te vinden in de mondelinge Thora. Naast de schriftelijke Thora die door God aan Mozes is gegeven, is er in de eeuwen daarna onder het volk ook een mondelinge Thora geweest. Priesters, Levieten, profeten en later de rabbijnen, hebben hiermee sturing gegeven aan Israël en inhoud aan de traditie. Een onderdeel van deze mondelinge Thora was, dat men in de synagoge in drie jaar tijd de gehele schriftelijke Thora moest doorlezen. Iedere sabbat een deel.
Ten tijde van de Babylonische ballingschap (597–538 v. Chr.) dreigde het volk van God weg te drijven en om dit tegen te gaan werd een aantal maatregelen genomen. Eén daarvan was, dat de Thora niet meer in drie jaar, maar in één jaar moest worden doorgelezen. De Thora werd hiertoe verdeeld in 54 porties (‘sidrot’). Op bijzondere sabbatten werden twee sidrot gelezen, om toch zo het jaar exact vol te maken. De dag dat men bij het laatste vers uit de Thora gekomen was, werd vervolgens ook gelijk het eerste vers van de Thora gelezen. Zo benadrukte men het geheel van de Thora. Pas in de middeleeuwen kreeg deze dag de naam Simchat Thora.
De mondelinge overlevering is de basis geweest voor het ontstaan van de ‘Misjna’ (de verzameling mondeling gegeven Wetsregels) en de ‘Talmoed’ (uitleg van en discussies over de gehele Tenach, dus niet alleen van de Thora, maar ook van de Psalmen en de Profeten).
Het vieren
Simchat Thora valt samen met de negende, de laatste dag van Soekot (eigenlijk is het de dag ná de achtdaagse Soekot, maar in de traditie is het een onlosmakelijk deel ervan geworden).
Tijdens deze vrolijke viering in de synagoge worden de laatste verzen van Deuteronomium (33:1 – 34:12) gelezen door een belijdend Joods gemeentelid. Hij krijgt voor deze uitvoering de titel ‘Chatan Thora’ (Bruidegom van de Wet) toebedeeld. Direct aansluitend volgt een ander, die de titel ‘Chatan Beresiet’ (Bruidegom van het begin) draagt, en de eerste verzen uit Genesis (‘Beresiet’ in het Hebreeuws) voorleest (Gen. 1:1 – 6:8). Dit in één samenkomst lezen van zowel het einde als ook het begin geeft aan dat het lezen van de Thora nooit stopt.
Tijdens deze viering worden ook ‘hakafot’ gemaakt. Dit zijn ommegangen waarbij men onder vrolijke muziek met de Thora-rollen door de synagoge danst. Kleine kinderen worden hierbij door hun vader op de schouders gedragen.
Op Simchat Thora wordt geen uitleg gegeven aan de gelezen teksten. Op deze dag wordt benadrukt dat de Thora niet alleen met het verstand kan worden gelezen en begrepen, maar ook door het geloof. Deze moeten hand in hand gaan. Pas als je een passie voor de Thora hebt, kun je tot een dieper begrip er van komen. De Thora is immers het levende Woord van God. Het Woord van God ís God. Johannes heeft dit kort samengevat in Johannes 1:1-3: “In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in het begin bij God. Alle dingen zijn door het Woord gemaakt, en zonder dit Woord is geen ding gemaakt dat gemaakt is.”
Zoals wij Jezus verhogen en eren als het vleesgeworden Woord van God, zo vereren de Joden de Thora als het Woord van God.
De betekenis
De Thora wordt vaak vertaald met ‘wet’. Maar het is veel meer dan dat. De Thora verhaalt de geschiedenis van God en de mensheid en met Zijn volk Israël in het bijzonder. De schepping, de zondvloed, de roeping van Abraham en de vrijmaking uit Egypte zijn minstens zo belangrijk als de ‘verordeningen’ die Mozes op de berg Sinaï mocht ontvangen. Het verhaalt over Gods heil voor de mensen. Het gaat over hoe Hij de weg wijst.
De Thora is dus veel meer onderwijs dan wet.
De Joden ervaren de wet dan ook niet als wet. Wij voelen ons toch ook niet bezwaard als we rechts houden in het verkeer, bij de kassa alles netjes afrekenen en met je achttiende pas volwassen bent? (al zijn er altijd individuen die het er niet mee eens zijn...). Zoals de ‘burgerlijke’ wet bij ons gemeengoed is in ons maatschappelijk leven, zoveel te meer is de Thora bepalend voor het leven van de Joden. God heeft het zo gewild, iedereen houdt zich er aan, iedereen blij. Wat wil je nog meer?
De Joden ‘doorleven’ de Thora. Het dagelijkse gebed, het Sjema, bevat in de uitgebreide vorm - de korte vorm is: “Hoor Israël, de Eeuwige is onze God, de Eeuwige is één” (Deut. 6:4) - , onder andere de uitspraak: “Met een eeuwige liefde hebt U Uw volk Israël lief. U hebt ons de Thora, geboden, inzettingen en richtlijnen geleerd. Daarom, Heere onze God, spreken we over Uw inzettingen als we liggen en als we opstaan, en we verheugen ons in de woorden van Uw Thora en Uw richtlijnen, voor altijd en eeuwig. Want zij zijn ons leven, en voor ons lengte van dagen; we overdenken ze bij dag en bij nacht.” Dat verschilt in essentie niet veel met hoe wij met Gods Woord omgaan. In Psalm 119 krijgt dit alles op een bijzondere manier gestalte. In alle toonaarden wordt er lof gezongen op de Thora. In vers 47-48 staat: “Ik verblijd mij in Uw geboden, die ik liefheb.”
De lering
Interessant, maar wat heb ik daar aan? Het is aardig om te weten dat in de middeleeuwen het vieren van Simchat Thora gepaard ging met het ontsteken van grote vuren om zo licht te brengen. Een dag lang werd het vuur brandend gehouden. De wet, het Woord van God, was immers “..een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad'? (Ps. 119:105). Frappant ook om dan later te lezen dat Jezus, het vleesgeworden Woord, beschreven wordt als het ‘Licht der wereld’. Het is een echte aanrader om Psalm 119 eens rustig door te lezen. Niet met de Joodse bril op die het Woord zien als uitsluitend de Thora, maar ‘vertaal’ overal waar ‘woord’ en ‘wet’ staat nu eens met ‘Jezus’. Er gaat een wereld voor je open. Je zult vol vreugde zijn en een rondedansje maken in de kerk. Hoezo Simchat Thora ver weg??
Het staat natuurlijk een ieder vrij om met de Bijbel al of geen rondedansje door de kerk te maken, maar het is goed te beseffen dat we iets heel waardevols in handen hebben gekregen! Zó waardevol, dat dit het meest kostbare is, dat we ooit onder ogen en in handen kunnen krijgen: Gods eigen Woord. Zomaar voor het grijpen. Ongelofelijk waar en tegelijkertijd onbeschrijfelijk mooi!
De les
Wat doen wij met Gods Woord? Lezen we dat alleen als we een vraag hebben? Als we iets moeten ‘voorbereiden’? Of nemen we de Bijbel er alleen bij om ons eigen theologisch standpunt te onderstrepen? Als wij al de Bijbel pakken, met welk doel doen wij dat dan?
Hebben wij het verlangen om Gods Woord iedere dag te lezen en te doorleven? Is Gods Woord voor ons ook een vreugde? Wat zou het mooi zijn als wij iedere dag Simchat Thora kunnen vieren. Maar dan wel in de vervulde vorm: Simchat Yeshua, ‘Vreugde van Jezus’.
In de Bergrede, Mattheüs 5-7, doet Jezus uitspraken over de wet. Een sleutelvers hierin is Mattheüs 5:17: “Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen.” Vervullen heeft hier de betekenis van ‘hun volle betekenis geven’ of – zoals zo mooi in de Friese vertaling is weergeven – ’ta har doel te bringen’ (soms is zelfs de HSV niet duidelijk genoeg…).
In wat Jezus doet, werd en wordt de wet vervuld. Hij brengt niets nieuws. Hij was een Jood en bleef een Jood. Het verschil is alleen maar dat Hij niet alleen de wil van God bekendmaakte, maar dat Hij ook de wil van God deed. Een cruciaal verschil tussen woord en daad. Om met de woorden van Jakobus te eindigen: “En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders. Anders bedriegt u uzelf”; “Hij echter die zich in de volmaakte wet verdiept, die van de vrijheid, en daarbij blijft, die zal, omdat hij niet een vergeetachtig hoorder geworden is, maar een dader van het werk, zalig zijn in wat hij doet” en “Wat voor nut heeft het, mijn broeders, als iemand zegt dat hij geloof heeft, en hij heeft geen werken? Kan dat geloof hem zalig maken?”(1:22a, 25, 2:14).