Met onderscheid lezen - Deel 1

Met onderscheid lezen

Deel 1

Wij leven vandaag in wat de Bijbel noemt ‘de bedeling der genade Gods’ (Efe. 3:2 St.Vert.). In deze bedeling heeft God een geheimenis bekendgemaakt, dat betrekking heeft op de Gemeente, het Lichaam van Christus. Het is de tijd waarin de Heer Zich in de hemel bevindt en het Koninkrijk in verborgenheid bestaat. We weten dit uit de Bijbel, waarin God Zijn wonderbare plan ontvouwt. Omdat dit plan er is en in de loop der tijd gefaseerd wordt uitgevoerd is het belangrijk onderscheid te kennen in de tijden en in de Schriften. Die spreken immers niet alleen maar over deze tijd, maar ook over de geschiedenis en de toekomst!

De Koning komt...

Het thema in de Evangeliën (en dat geldt ook voor een groot deel van het boek Handelingen, dat een overgangsperiode beschrijft) is: de komst van de Messias, de Koning, en de nabijheid van het Koninkrijk.
Het was deze boodschap die Johannes de Doper verkondigde (vgl. Matt.3:2), de Here Jezus Zelf (vgl. Matt.4:17) en later ook Zijn discipelen. (vgl. Matt.10:5-8) Na de opstanding spreekt de Heer opnieuw met Zijn discipelen over het Koninkrijk (Hand.1:3). Dat Koninkrijk was namelijk nog steeds niet geopenbaard. De discipelen dachten bij de intocht in Jeruzalem dat het zou gaan gebeuren (vgl. Luc.19:11 e.v.), maar dan vertelt de Here hen een gelijkenis, waarin deze waarheid verborgen ligt: Het Koninkrijk zou op dat moment nog niet geopenbaard worden, want de Koning ("een Man van hoge geboorte") zou eerst weggaan ("naar een ver land", buiten Israël dus) om dáár voor Zichzelf (dus niet voor Israël en de wereld!) de koninklijke waardigheid in ontvangst te nemen "en daarna terug te keren".

Het is logisch, dat na de opstanding van Christus de vraag bij de discipelen opkomt: "Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël?" (Hand. 1:6) Is het dan nu zover, dat het Koninkrijk geopenbaard wordt? En dan geeft de Heer opnieuw geen bevestigend antwoord. Hij weet immers, dat dit niet zo zou zijn, maar houdt dat nog verborgen, omdat de geschiedenis z'n loop moet hebben...! Hij belooft hen slechts, dat ze de Heilige Geest zouden ontvangen, van wie de Here in de laatste nacht voor Zijn kruisiging gezegd had: "Nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen; doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit Zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken en de toekomst zal Hij u verkondigen. Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen" (Joh.16:12-14).
De Here Jezus had dus al veel gezegd tegen Zijn disipelen, en Hij had nog meer te zeggen, alleen, dat zou later gebeuren, niet door Zijn lichamelijke aanwezigheid op aarde, maar door Zijn Geest! En inderdaad, door de werken en de woorden van de Geest, beschreven in het boek Handelingen en neergelegd in de brieven der apostelen, heeft de Heer de volle (d.i. volledige) waarheid bekendgemaakt en de toekomst verkondigd...

Na de uitstorting van de Heilige Geest wordt opnieuw dezelfde boodschap gepredikt, bijvoorbeeld door Petrus in Handelingen 3:17 en verder: "En nu broeders (Petrus bedoelt hier de "mannen van Israël", vs.12), ik weet, dat gij uit onkunde hebt gehandeld (zij kenden de wegen Gods niet), gelijk ook uw oversten; maar zó heeft God in vervulling doen gaan wat Hij bij monde van alle profeten geboodschapt had, dat Zijn Christus moest lijden...". Het stond allemaal in de profetieën geschreven, maar het was (door ongeloof) voor hen verborgen gebleven (vgl. Matt.13:10-15, Luc.19:41-44, Joh.12:37 e.v.). Petrus vervolgt: "Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren (anders gezegd: opdat het Koninkrijk Gods openabaar zal worden), en Hij de Christus, die voor u tevoren bestemd was, Jezus, zende..." Met andere woorden: Hij, Die inmiddels heengegaan was "naar een ver land", de hemel, en daar gekroond is met "heerlijkheid en eer" (vgl. Hebr.2:9), zou terugkeren als Israël zich zou bekeren... in overeenstemming met alles wat God gesproken heeft "bij monde van Zijn heilige profeten van oudsher" (:21).
Maar... Israël heeft zich niet bekeerd! Ook als later nog meerdere pogingen worden ondernomen middels de prediking, blijven de Joden zowel in het land (vgl. Stefanus - Hand.7) als daarbuiten (vgl. Paulus - Hand.13:44-46, 18:5-6, 28:23 e.v.), op een aantal uitzonderingen na, ongelovig en Israël komt niet tot "berouw en bekering".
De Koning is dus niet teruggekomen in die tijd. Het koningschap voor Israël is dus niet hersteld in die dagen. Het Koninkrijk Gods is dus niet openbaar geworden.
Dit alles is uitgesteld tot een later tijdstip, nl. in de "voleinding der wereld" (Gr. aioon) bij de wederkomst van Christus. En wij leven nu nog altijd in de tijd daartussenin, tussen Zijn eerste komst en Zijn wederkomst. En in die ‘tussen-tijd’ is God bezig met de uitroeping van de Gemeente, het Lichaam van Christus, uit alle volkeren.
Het is de tijd, waarin de Koning (en het Koninkrijk) in de hemel is en slechts in het verborgene op aarde, nl. door de Heilige Geest, Die woont in de harten van de gelovigen. Niet met de bedoeling om het Koninkrijk in het verborgene uit te breiden en de wereld te onderwerpen, maar om te heersen in de harten (en dus het leven) van gelovigen!

Kerstening

Binnen een groot deel van de Christenheid was altijd de opvatting - lees: misvatting - aanwezig, dat de wereld door het Evangelie gekerstend zou worden. Met andere woorden: dat gaandeweg het Koninkrijk op aarde zou worden gevestigd, doordat er steeds meer mensen tot geloof zouden komen. Dezelfde gedachte is in kerkelijke kringen, hoewel minder, nog steeds aanwezig en ook in allerlei evangelische kringen, in Amerika aangeduid met namen als Kingdom Now, Reconstructionisme, Dominionisme, etc. Een oude dwaling in een modern jasje. Hoewel: jasje, zeg maar gerust JAS! Het streven is daarbij gericht op het zichtbaar willen maken van het Koninkrijk op aarde. Welnu, ditzelfde streven vinden wij ook in ons land, in allerlei kringen, met name in vele evangelische en charismatische richtingen.
Het is daarom ook te verklaren, dat er zoveel uit de Evangeliën gepredikt wordt en dat de ‘leer van Jezus’ in is, want - inderdaad - daarin vinden wij het onderwijs, dat te maken heeft met de komst c.q. openbaring van het Koninkrijk!

Recht snijden

Hiermee komen wij bij de kern van de zaak. Want nu komt het erop aan of wij ernst (willen) maken met het woord van Paulus (lees: het Woord van God!) in 2 Timotheüs 2:15, namelijk om het Woord der waarheid - dat is het gehele Woord van God - recht te snijden (St.Vert.).
Want als de Here Jezus in Mattheüs 7:24 zegt: "Een ieder nu, die deze Mijn woorden hoort en ze doet...", dan moeten wij bedenken, dat "...deze Mijn woorden..." in de eerste plaats betrekking hebben op hetgeen de Heiland in de Bergrede heeft gezegd. In de tweede plaats hebben ze ook betrekking op het gehele onderwijs van Jezus, zoals wij dat in de Evangeliën vinden.
De Heer heeft veel gezegd, maar niet alles. Er was nog veel meer te zeggen (Joh.16:12). De Here Jezus heeft tijdens Zijn verblijf op aarde alleen dát gezegd wat nodig was in verband met Gods Plan en Zijn bedoelingen voor die tijd. En daarin staat de (zichtbare) komst van de Koning en het Koninkrijk centraal. Tegen deze achtergrond moeten wij de woorden van de Here Jezus verstaan. Als wij recht willen doen aan het Woord, zoals Hij het bedoeld heeft, dan moeten wij dus oppassen, dat we Zijn woorden niet uit het verband halen en zonder meer toepassen op onszelf. Immers wij leven in een andere tijd als de gelovigen destijds (en in de toekomst). En in deze tijd - de "bedeling der genade Gods" - heeft God andere bedoelingen dan toen. In deze ‘tussen-tijd’ is het niet Zijn bedoeling het Koninkrijk op aarde te openbaren (= zichtbaar maken), de structuren in de wereld te veranderen, alle volken aan Zich te onderwerpen (= tot discipelen maken, vgl. Matt.28:19), e.d. Dat zijn dingen die destijds aan de orde waren. Het eerste volk dat aan Hem onderworpen zou moeten worden, Israël, wilde toen niet buigen voor Hem! In de toekomst, bij de voleinding oftewel de wederkomst van Christus, zal dat wel gebeuren en dan zullen ook de overige volken aan Zijn heerschappij onderworpen zijn: "De HERE zal Koning worden over de gehele aarde" (Zach. 14:9). Dán zal het Koninkrijk opnieuw worden verkondigd én daadwerkelijk op aarde zichtbaar worden. Dán zal Hij de structuren wel veranderen: "De wet zal uitgaan uit Sion en des HEREN woord uit Jeruzalem" (Jes.2:3), etc.
Nu echter, het zij nog eens gezegd, leven wij nog altijd in die (verborgen) ‘tussen-tijd’, waarin God uit alle volken de Gemeente tot aanzijn roept middels de verkondiging van het Evangelie. Een ieder die gelooft in de Here Jezus en een lid van het Lichaam van Christus geworden is, mag de woorden van Paulus tot zich nemen: "Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God". (Kol.3:3)
Alles wat van wezenlijk belang is (de ‘regelgeving’) voor ons als leden van de Gemeente, met betrekking tot onze positie voor God, onze (hemelse) wandel, ons leven en onze toekomst, dat heeft God neergelegd in het onderwijs van Paulus, dat is: de leer van de verhoogde en verheerlijkte Christus, die Hij door Zijn dienstknecht heeft geopenbaard. Dát onderwijs is primair bedoeld voor deze tijd, waarin de Koning en het Koninkrijk verborgen is. Daarom spreekt Paulus nogal exclusief over zijn Evangelie en zijn (gezonde) leer, e.d. (vgl. Efe.3:1 ev., Fil.3:15 ev., Kol.1:25, 2 Tim.2:1,2, Titus 1:2b,3).

Pas op voor eenzijdigheid !

Als wij zeggen, dat de boodschap c.q. het onderwijs van Paulus, toegesneden op het doel van God in deze tijd, bij uitstek voor ons is, betekent dat dan, dat wij met de rest van de Bijbel niets van doen hebben? Ik zou met de woorden van Paulus willen zeggen: Volstrekt niet! En het is opmerkelijk, dat juist de apostel Paulus daarop terecht komt in zijn brieven.
In het ene hoofdstuk, 2 Timotheüs 2:15, geeft hij de opdracht om het Woord der waarheid recht te snijden in de verkondiging, d.w.z. op de juiste wijze toepassen, met inachtneming van de verschillende tijden en tegen de achtergrond waarin het geschreven is.
In het volgende hoofdstuk, 2 Timotheüs 3:16, wijst hij op het belang van het gehele Woord van God en zegt: "Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is..." (St.Vert.). Kort samengevat: "al de Schrift is wel voor ons (2 Tim.3:16), maar niet alles handelt over ons (2 Tim.2:15)".
Anders gezegd: de hele Bijbel is nuttig voor ons tot opbouw van ons geestelijk leven, maar niet elk woord of gedeelte is letterlijk bedoeld voor ons, die leven in deze tijd en leden zijn van de Gemeente, het Lichaam van Christus.

Voorbeelden

In Genesis 6-8 wordt geschreven over de zondvloed. Noach kreeg de opdracht van God om een ark te bouwen. Niemand zal vandaag het plan opvatten om een ark te gaan bouwen. Ja, maar waarom eigenlijk niet? Het staat toch in de Bijbel? Inderdaad, het staat in de Bijbel, maar het staat in Genesis! Het was een woord van God, letterlijk bedoeld voor Noach, in verband met Gods bedoeling in die tijd. Dat neemt echter niet weg, dat er voor ons rijke lessen in te vinden zijn, die nuttig zijn voor ons geestelijke leven.
Hetzelfde geldt voor de geschiedenis van Abraham. Niemand die vandaag uit Ur der Chaldeeën vertrekt met z'n hele familie om naar het (beloofde) land te gaan. Sterker nog: wij wonen niet eens in dat gebied! Daarom was het Woord van God in Genesis 12:1 e.v. letterlijk bedoeld voor Abraham in die tijd! Toch zijn dezelfde woorden voor ons nuttig om te lezen als historische informatie en als geestelijk lessen in verband met gehoorzaamheid, overgave, e.d.
Hoe verder wij komen in het lezen van de Bijbel, des te meer moeite het blijkt te kosten om ‘met onderscheid’ te blijven lezen.
Denk bijvoorbeeld aan de Wet, die de HERE via Mozes aan Israël gegeven heeft. We zijn dan nog maar in het 2e Bijbelboek. Mede door de opvatting, dat ‘de Kerk in de plaats van Israël’ gekomen is werd en wordt de Wet gepredikt als de ‘leefregel’ voor gelovigen in deze tijd. En hoewel nooit uit het diensthuis Egypte geleid (!) denkt men toch de Tien Geboden te moeten nastreven in de praktijk en wat dies meer zij. Sommigen menen zelfs, dat zij de sabbat moeten eerbiedigen, terwijl anderen weer een andere visie hebben: de zondag is in de plaats gekomen van de sabbat, vandaar 'zondagsheiliging', e.d. Verwarring alom dus. En dat terwijl Paulus zegt, dat wij niet meer onder de Wet zijn (en dus ook niet onder de Wet leven), maar onder de genade. (vgl. Rom. 6:14, Gal.3: 23-25, Titus 2:11-14 e.a.)
Als wij nog veel verder in de Bijbel komen, in de Evangeliën, dan wordt het helemaal moeilijk. Want de algemene gedachte over de Bijbel is ongeveer deze: het Oude Testament gaat over Israël, het Nieuwe gaat over de Gemeente. Deze stelling, hoe ingeburgerd ook, is echter veel te ongenuanceerd. In de eerste plaats gaat het in het oude testament voor een deel ook over de heidense volkeren. Ten tweede is de verdeling in het oude en nieuwe testament kunstmatig. Zij is niet van Godswege geinspireerd, maar door mensen totstand gebracht, met alle verwarrende gevolgen van dien. De Bijbel is één voortgaande openbaring van Genesis tot en met Openbaring. Ten derde moeten wij bedenken, dat het grootste deel van wat in de Evangeliën beschreven is, zich afspeelde ’onder de Wet’, oftewel het oude verbond/ testament. Het oude verbond werd pas beëindigd in de dood van Christus, en het nieuwe werd eerst zichtbaar in Zijn opstanding.
De bovengenoemde stelling is dus slechts voor een deel juist: het nieuwe testament gaat net als het oude testament voor een deel over Israël, voor een deel over de heidenen en... later komt daar de Gemeente, het Lichaam van Christus nog bij!
Juist daarom is het ook hier van het grootste belang het Woord (van het nieuwe testament) met onderscheid te lezen, zonder daarbij te vervallen in eenzijdigheid, zo van: ‘Alleen de brieven van Paulus zijn voor ons en de rest is niet belangrijk nu.’
Het is allemaal belangrijk voor ons en juist door het met onderscheid te lezen krijgen we meer en meer zicht op de werkelijke betekenis ervan.

Meer artikelen in de serie "Met onderscheid lezen":

Duizenden lezers gingen u voor. Ondersteun AMEN. Word ook abonnee!

Nieuw in de Morgenroodreeks

De Morgenroodboekjes komen uit in de Morgenroodreeks: een serie Bijbelstudieboekjes die sinds 1960 wordt uitgegeven. De in deze reeks verschenen boekjes zijn handzaam en praktisch en helpen je verder om de Bijbel beter te leren kennen.

Het Wonder van het Zaad

Vanuit zijn ervaring als moestuinier legt de auteur prachtige verbanden met Bijbelse waarheden. Zaad is een beeld van het gepredikte Woord van God; denk aan de gelijkenis van de zaaier. Zo wonderbaar als de werking van het zaad is dat in de grond gestopt wordt en met een onbegrijpelijke kracht vrucht voortbrengt, zo is het ook met de wedergeboorte "uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God" (1 Pet. 1:23b).

Met Johannes 12:24 - "Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, draagt hij veel vrucht" - verwees de Heere Jezus naar Zichzelf. Hij is hét Zaad dat nieuw en onvergankelijk leven tot stand heeft gebracht.

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Het Wonder van het Zaad'

Wat is wijsheid?

Er is in heden en verleden al heel veel over wijsheid nagedacht. In dit boekje richten we ons op de wijsheid die in de Bijbel, Gods Woord, aan de orde komt. Het bezig zijn met - ja, liefhebben van - wijsheid is het hoofdthema van de filosofie. Dit woord (filosofie) komt slechts eenmaal in de Bijbel voor en wel in waarschuwende zin: "Pas op dat niemand u als buit meesleept door de filosofie en inhoudsloze verleiding, volgens de overlevering van de mensen, volgens de grondbeginselen van de wereld, maar niet volgens Christus" (Kol. 2:8). Het is juist beter je te richten op Christus Zelf "in Wie al de schatten van de wijsheid en van de kennis verborgen zijn" (Kol. 2:3).

Ook als e-book verkrijgbaar!

Meer info & bestellen 'Wat is wijsheid?'

Het Getuigenis van de Sterren - 3e druk

Dit is een opmerkelijk boek! Het geeft een schitterende uiteenzetting van Bijbelse waarheden aan de hand van de sterren en de sterrenbeelden. Daar waar door astrologie en horoscopen een sluier is komen te liggen over de werkelijke betekenis van deze hemellichamen, gaat dit boek uit van het heldere feit dat God de Schepper ervan is!

We zijn blij met de verschijning van deze derde druk. De eerste druk verscheen in 1999 als vertaling van de Engelse uitgave The Witness of the Stars, die stamt uit 1893. Dit boek is een standaardwerk dat als basis is gebruikt voor vele later verschenen boeken over de sterren(beelden).
Een mooi boek om erbij te hebben tijdens je vakantie, wanneer je op een heldere avond de sterrenhemel bekijkt! "De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt het werk Zijner handen ..." (Ps. 19:2; N.B.G.-'51-vertaling).

Meer info & bestellen 'Het Getuigenis van de Sterren'