Jesaja
In het Oude Testament was al een soortgelijk ‘probleem’ bekend met betrekking tot de profetie van Jesaja. In de visie van de Jesajatraditie zijn de hoofdstukken 1-39 volgens (moderne) Bijbelwetenschappers geschreven door Jesaja, de zoon van Amoz (1:1), die leefde in de 8e eeuw voor Chr., dus nog vóórdat de Babylonische ballingschap voor Juda, het Twee-stammenrijk, begon. Dit deel wordt wel de ‘proto-Jesaja’ genoemd. Het tweede deel, hoofdstuk 40-66 (over hs. 56-66 wordt getwijfeld), is door een andere persoon geschreven: de ‘deutero-Jesaja’. Deze persoon zou tegen het einde van de ballingschap hebben geleefd. Deze theorie werd voor het eerst geformuleerd in de tweede helft van de 18e eeuw, o.a. door de Duitse theologen Johann Christoph Döderlein en Johann Gottfried Eichhorn. Gelukkig is hun beider voornaam Johannes: ‘De HEERE is genadig’.
Vanwaar dit onderscheid? Wel, het wordt onaannemelijk geacht dat Jesaja, levend zo rond 725 v. Chr., de verschijning en daden van de Perzische prins Cyrus (of: Kores) zou hebben kunnen voorspellen. Cyrus was degene die het bevel gaf dat Juda mocht terugkeren naar het land om daar God te aanbidden. Dat is inderdaad gebeurd onder leiding van Ezra en Nehemia. Bovendien zijn er verschillen in woordkeus en taalstijl tussen de beide delen. Hieruit wordt afgeleid dat het om verschillende auteurs gaat.
Denk even na: Jesaja had niet kunnen voorspellen wat er in latere tijd zou gebeuren. Maar dat was juist zijn opdracht als profeet. Profetie is spreken namens God, ook over toekomstige gebeurtenissen. Die zijn bij de Heere namelijk bekend. Hij is immers de God, zoals een oud lied zegt, ‘Die ’t heden kent, de toekomst overziet’. Denk ook aan de (geïnspireerde) woorden van Petrus: “Dit moet u allereerst weten, dat geen enkele profetie van de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat; want de profetie is destijds niet voortgebracht door de wil van een mens, maar heilige mensen van God, door de Heilige Geest gedreven, hebben gesproken” (2 Petr. 1:20-21).
Ook in de Septuagint, de Griekse vertaling van het Oude Testament, door 70 geleerden tot stand gebracht rond 250 v. Chr., wordt verondersteld dat het om één schrijver gaat. En de Heere Jezus heeft uit beide delen uitspraken geciteerd en toegeschreven aan (de profeet) Jesaja. Niks proto en deutero dus.
Paulus
Nu Saulus van Tarsen, beter bekend als Paulus. Deze apostel heeft er in de moderne Bijbelkritiek behoorlijk van langs gekregen. Hij zou de leer van Jezus hebben vervalst en er een nieuwe leer van gemaakt hebben, geworteld in de Griekse Gnosis (= kennis). Hij is vrouw-onvriendelijk en de bedenker van het vagevuur, de drieëenheid, de eucharistie, de satan, de erfzonde, et cetera. Het kan nog gekker. De Berlijnse pastor Hermann Detering (1953) schreef 20 jaar geleden een boek Der gefälschte Paulus (de namaak Paulus), waarin hij Paulus vereenzelvigt met Simon Magus, bij ons bekend als Simon, de tovenaar (Hand. 8), die behoorlijk in de clinch lag met Petrus. De Paulinische brieven zijn volgens hem (en anderen) vervalsingen uit de 2e eeuw na Chr. Opvallend trouwens dat het veelal theologen zijn die dit soort zaken te berde brengen. Kennelijk moet je ervoor geleerd hebben.
‘In naam van Paulus’
Onder deze titel is een boekje verschenen bij uitgeverij Skandalon, waarin uitgegaan wordt van de idee dat een deel van Paulus’ brieven niet echt van hem zijn. Het woord ‘skandalon’ komt in de Bijbel voor en is vertaald met ‘aanstoot’ of ‘struikelblok; ons woord schandalig is ervan afgeleid. Maar dat geheel terzijde. Ondertitel van het boekje luidt: ‘Handelingen en de aan Paulus toegeschreven brieven’. De auteurs, merendeels professoren en doctoren, gaan ervan uit dat Efeziërs, Kolossenzen, 2 Tessalonicenzen en de brieven aan Timotheüs en Titus, de ‘late(re) brieven’ dus, niet van Paulus zelf zijn maar van een navolger (of misschien wel meerdere). De echte Paulus (die van de ‘vroege brieven’, d.i. geschreven tijdens de Handelingen-periode) rekende met een spoedige (weder)komst van Christus. In de late brieven (geschreven aan het einde van c.q. na de Handelingen-periode) is daar geen sprake meer van. Dus, zegt men, dat kan niet van de echte apostel Paulus zijn. Het moet dus afkomstig zijn van een deutero of pseudo (namaak) Paulus.
Ander voorbeeld: de pseudo-Paulus die 1 Timotheüs schreef, gebruikt het zelfstandig naamwoord ‘eusebia’ (o.a. in 1 Tim. 4:7, 6:3, 5 en 11; 2 Tim. 3:5; Titus 1:1), vertaald met ‘godsvrucht’.
Eén van de hoogleraren zegt daarvan dat de echte Paulus (de schrijver van de vroege brieven dus) dat woord nooit gebruikt, dus zijn de late brieven waarin het woord voorkomt door een ander geschreven. Echter, dit is een regelrechte petitio principii, een bewering waarbij de aanname gelijk is aan de conclusie, of circulus in probando, beter bekend als cirkelredenering. Eerst wordt een stelling geponeerd (de echte Paulus heeft alleen de vroege brieven geschreven en de late dus niet), vervolgens wordt die stelling als bewijs gebruikt: in de late brieven komt een woord voor, dat niet in de vroege brieven te vinden is, dus is dat door een ander geschreven. En dat wordt dan met grote stelligheid beweerd. Het is zo! Waarom? Omdat het zo is… Tja, dat schiet dus niet op.
Bovendien, in Handelingen 17 verkondigt Paulus de ‘onbekende god’ aan de Grieken in Athene en gebruikt daarbij hetzelfde woord, maar nu in werkwoordsvorm: “Deze dan, Die u dient zonder dat u Hem kent, verkondig ik u” (vs. 23). Hier is ‘eusebeo’ vertaald met ‘dienen’.
Ik dank U, Vader, Heere van de hemel en van de aarde, dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, en ze aan jonge kinderen hebt geopenbaard.
Mattheüs 11:25
Menselijke wijsheid
Aristoteles (384 -322 v. Chr.), één van de klassieke wijsgeren, sprak in dit verband ook wel over ‘drogredenen’. Misschien is dat woord nog wel het meest van toepassing op bovengenoemde ‘theologenwijsheid’. Het woord drogreden is in de NBG-’51 vertaling de weergave van het Griekse ‘pithanologia’, zoals we dat vinden in Kolossenzen 2, vers 4: “Dit zeg ik, opdat niemand u met drogredenen misleide”. Ja, inderdaad in een late brief, zogenaamd van een pseudo-Paulus dus. In de Statenvertaling: ‘beweegredenen, die een schijn hebben’ en in de Herziene Statenvertaling: ‘mooiklinkende redeneringen’. Met andere woorden: het klinkt misschien mooi en overtuigend, maar het klopt niet en is misleidend!
In 1 Korinthiërs 2:4-5 zegt (de zgn. echte) Paulus: “En mijn spreken en mijn prediking bestonden niet in overtuigende woorden van menselijke wijsheid, maar in het betonen van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God”.
Dingen die verschillen
Als men concludeert dat er verschillen zijn tussen de vroege en late brieven van Paulus, dan is dat volkomen terecht! Alleen, dat is geen reden om te denken dat het dus door iemand anders geschreven moet zijn. Het gaat in beide gevallen om dezelfde apostel, de echte Paulus, zeg maar. En natuurlijk is het legitiem om je af te vragen waarom die verschillen er zijn. Bij nadere bestudering zal blijken dat het te maken heeft met de voortgang van het plan van God. In AMEN 123 (nov./dec. 2015) hebben we aandacht besteed aan een nieuw boek van Everread Uitgevers met als titel: Het Boek Handelingen – Van Jeruzalem naar Rome’. Daarin wordt op overzichtelijke wijze uitvoerig stilgestaan bij de gang van zaken in die periode. Handelingen is een sleutelboek om begrip te krijgen voor (de plaats van) de brieven in het Nieuwe Testament. Het is ook een geschiedkundig boek, waarin de voortgang van het heilshandelen van God beschreven wordt, nadat de hemelvaart van Christus en de uitstorting van de Geest hebben plaatsgevonden.
Bovendien is het een overgangsboek en geeft het een duidelijk lijn aan van het getuigenis dat zich van Jeruzalem naar Rome verplaatst. Eerst heeft Petrus een overheersende rol en later Paulus. En ook de bediening van Paulus heeft zich ontwikkeld. Was hij gedurende de Handelingentijd vooral gericht op de Joden in het buitenland, later schrijft hij als gevangene in Rome dat hij een dienaar geworden is van de Gemeente, het Lichaam van Christus (Kol. 1:24-25). Dat is de reden waarom er verschillen zijn tussen de vroege brieven (geschreven in de Handelingen-tijd) en de late brieven (geschreven tijdens zijn gevangenschap - Hand. 28 - en daarna).
Om wat meer inzicht te krijgen in wat er precies gebeurd is in die heilsperiode is het raadzaam deze Everread-uitgave te lezen!
Nieuw boek!
Onlangs is in de boekenreeks van Het Morgenrood een nieuwe uitgave verschenen: ‘De dingen die verschillen’. Dit is een mooie aanvulling op het boek over Handelingen, zoals blijkt uit de inhoudsopgave (zie onderaan dit artikel).
In dit boekje (64 pag.) wordt aandacht besteed aan de noodzaak om het Woord der waarheid recht te snijden (2 Tim. 2:15) en ook worden een aantal woorden/begrippen uitgelegd, die uniek zijn voor de late brieven van Paulus. Dat alles met maar één doel: “…opdat gij beproeft de dingen, die verschillen” (Fil. 1:10 St. Vert.).
Het gaat over ‘de fantastische boodschap voor de gelovige’, waaruit zal blijken dat er geenszins sprake is van fraude of pseudo en zo meer. Integendeel, alle brieven van Paulus zijn ook echt van Paulus. Er is alleen wel verschil in de uitoefening van zijn dienst voor God, hetgeen tot uitdrukking komt in de taal en de onderwerpen in zijn vroege en late brieven.
Wie dat gaat zien, krijgt ook zicht op het geheimenis dat de apostel door Goddelijke openbaring is bekendgemaakt en dat hij op de juiste tijd in Gods plan heeft opgeschreven en doorgegeven:
“Mij, de allerminste van alle heiligen, is deze genade gegeven, om onder de heidenen door het Evangelie de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen, en allen te verlichten, opdat zij mogen begrijpen wat de gemeenschap aan het geheimenis inhoudt, dat door de eeuwen heen verborgen is geweest in God, Die alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus, opdat nu door de gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelvuldige wijsheid van God bekendgemaakt zou worden, volgens het eeuwige voornemen dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onze Heere” (Efe. 3:8-11).
Dit geheimenis lag dus opgesloten in het eeuwige voornemen (of: plan der eeuwen), bij God reeds bekend vóór de grondlegging der wereld. Dat is met menselijke wijsheid niet te bevatten en daarom bidt de apostel ook voor de gelovigen “opdat de God van onze Heere Jezus Christus, de Vader van de heerlijkheid, u de Geest van wijsheid en openbaring geeft in het kennen van Hem” (Efe. 1:17).
Wijsheid is wat we nodig hebben bij het verstaan van Gods Woord.
Wie door die Geest geleid wordt in het lezen en overdenken van Gods Woord krijgt gaandeweg visie voor de ‘veelvuldige wijsheid’ van God (Efe. 3:10). Gods hulp is onmisbaar, want “…niemand kent de dingen van God dan de Geest van God. En wij hebben niet ontvangen de geest van de wereld, maar de Geest Die uit God is, opdat wij zouden weten (!) de dingen die ons door God genadig zijn geschonken” (1 Kor. 2:11b-12).
Zodoende mogen we opgroeien tot volwassenheid in het geloof en worden niet (meer) “heen en weer geslingerd door de golven en meegesleurd door elke wind van leer, door het bedrog van de mensen om op listige wijze tot dwaling te verleiden” (Efe. 4:14). Ja, we zullen de “alles overtreffende rijkdom van Zijn genade” (Efe. 2:7) leren kennen, tot versterking van ons geestelijk leven!
Klik hier voor meer info over het boek (ook verkrijgbaar als e-book)
Inhoudsopgave ‘De dingen die verschillen’
Inleiding
Volledige kennis
Opgroeien
Met onderscheid Bijbellezen
Hoofdstuk 1 - Onze houding ten opzichte van Gods Woord
Vernieuwd worden in je denken
God laat in Zijn Woord zien wat Zijn plan is
Wat betekent 'Gods Woord is de waarheid' precies?
Wat gebeurt er als je een Bijbelse waarheid op het verkeerde moment toepast?
Welbeproefd en de dingen die verschillen
De Schrift verdraaien?
Hoofdstuk 2 - De bediening van Paulus voor nu
Bijzondere dingen - dingen die verschillen
De Nieuwtestamentische geschiedschrijving brengt ons bij Paulus
Hoofdstuk 3 - De 'weder-verzoening'
Verzoening in het Oude Testament
Verzoening in het Nieuwe Testament
Een ander woord voor 'verzoenen' in het Nieuwe Testament
De dingen die verschillen
Hoofdstuk 4 - Met Christus opgewekt
Opwekken en opstaan
Door het Woord
Het bijzondere voor ónze tijd!
Een uniek woord
De door-elkaar-werper
Hoofdstuk 5 - De gezonde leer
Waar komt het voor?
Samenvatting van de gezonde leer
Structuur van Titus 2
Paulus jubelt het uit: de genade Gods is verschenen!
Wat een uitzonderlijk voorrecht
Hoofdstuk 6 - Christus, het Hoofd van het ene lichaam
Waar ligt het verschil precies?
Het lichaam van Christus
Het verschil
Hoofdstuk 7 - De toekomstverwachting voor het lichaam van Christus
De algemene hoop van de gemeente in de Handelingentijd
De persoonlijke hoop en verwachting in de Handelingentijd
De algemene hoop van de gemeente van nu
De persoonlijke hoop en verwachting van de gelovige van nu