1. Wie zal beschuldigingen inbrengen?
Hij weet hoe mensen in elkaar zitten, en de wereld. Een beschuldiging is zo geuit. "Wie zal beschuldigen inbrengen tegen de uitverkorenen van God?" (vs. 33). Je mag weten dat God vóór je is en niet tegen je, en dat je in Christus alles hebt ontvangen wat nodig is. Dat zie je en ervaar je allemaal nog niet vandaag, dat wordt in de toekomst allemaal openbaar. Als Paulus vraagt: “Wie zal beschuldigingen inbrengen…?”, luidt het antwoord: “God is het Die rechtvaardigt”!
Als de Allerhoogste je heeft vrijgesproken en gezegd heeft: 'Al je zonden zijn vergeven', sterker nog: 'Je bent volkomen gereinigd', wie kan er dan nog een beschuldigende vinger opheffen? God is het, Die rechtvaardigt en Hij is Degene, Die vasthoudt aan Zijn werk en aan Zijn beloften!
2. Wie is het die verdoemt?
Verdoemen is: veroordelen. Romeinen 8:1 zegt: "Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn…" Het offer dat de Heere Jezus heeft gebracht, is toereikend voor alles en er is geen zonde te groot of het is door Hem weggedaan. Machtig! Wie zal dan veroordelen?
De verlossing van God is radicaal. Het is niet dat Hij de zaak maar wat opgepoetst of schoongemaakt heeft. God heeft het grondig aangepakt. De Heere Jezus zegt, dat de gelovige verlost is, overgeplaatst, zodat hij/zij eeuwig leven heeft en niet in het oordeel komt, want hij is “uit de dood overgegaan in het leven" (Joh. 5:24)!
Dat is de situatie, dat zijn de feiten. Zo heeft God het gewild en zo heeft Hij het ook gedaan. Wie zal dan nog veroordelen? Ja, je kunt jezelf veroordelen, anderen kunnen je veroordelen, maar voor God is dat allang niet meer relevant. Christus Jezus is de gestorvene. Hij heeft dat oordeel gedragen. Daarom stierf Hij aan het kruis: Het is volbracht! En wat méér is, Hij is ook de Opgewekte (vs. 34). Op de derde dag stond Hij op uit de dood, als de Eersteling van een nieuwe schepping, een nieuw leven, en daar heeft elke gelovige nu deel aan: de garantie van eeuwige zaligheid!
3. Wie zal ons scheiden?
Tenslotte is er nog de vraag: “Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?” (vs. 35). Paulus noemt vervolgens zeven dingen op (het getal van de volkomenheid): “Verdrukking, of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard?” Hij had ook gewoon één antwoord kunnen geven, namelijk: Niets! Helemaal niets! In vers 38 en 39 noemt de apostel tien dingen op, waarvan hij overtuigd is. Niet twijfelachtig dus, maar zeker weten!
- Noch dood
Je kunt sterven. Maar betekent dat, dat je daardoor gescheiden wordt van God? Nee, want je behoort God toe in leven en in sterven.
- Noch leven
Kun je in je leven gescheiden worden van God? Nee! Het leven, met alles erop en eraan (ook fouten en tekortkomingen), kan je niet scheiden van de liefde van Christus. Je bent onlosmakelijk met Hem verbonden.
- Noch engelen, noch overheden
Ook engelen en machten die veel groter en heerlijker zijn dan wij, zelfs de duivel, de tegenstander, is niet bij machte om ons te scheiden van God.
- Noch tegenwoordige, noch toekomstige dingen
Wij maken ons vaak zorgen over dingen die nooit komen. We kunnen onszelf ermee kastijden! Maar... wat er ook gebeurt in het heden of in de toekomst, je kunt nooit (meer) los raken van God.
- Noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel
Niets van wat tot de schepping behoort, kan je scheiden van God! God staat er boven. Hoe groot de machten binnen de schepping ook kunnen zijn, de Schepper is altijd groter. In Psalm 57 lezen we, dat David schuilt bij God, de Allerhoogste: "... Die Zijn werk aan mij voltooien zal" (vs. 3). God is het begin en ook het einde. Hij maakt Zijn werk af (zie ook Fil. 1:6).
Wat betekent dat nu voor de praktijk van ons leven? Dat betekent wat vers 37 zegt: "Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars...". Wat wij ook meemaken. Je kunt wat Paulus zegt, aanvullen met: ziekte, strijd, zorg, teleurstelling, etc.
Een gelovige kan in de meest afschuwelijke omstandigheden terecht komen. Maar die gelovige, en daarom heet hij ook een gelovige, mag vertrouwen op het Woord van God en weten dat hij in dat alles toch meer dan overwinnaar is en niet gescheiden kan worden van de liefde van God.
De overwinning is van God en door God, en daarom kan niemand ons scheiden van Hem!