Jeruzalemdag
Op de 28e van de Joodse maand Ijar - dit jaar 5 juni - wordt in Israël de ‘Yom Yerushalayim’ gevierd, de ‘Jeruzalemdag’. Dit is de meest recente nationale feest/gedenkdag op de Joodse kalender.
Nadat Israël in 1948 onafhankelijk was geworden, werd de jonge staat aangevallen door omringende landen. Jordanië veroverde het oostelijk deel van Jeruzalem dat het tot 1967 bezette. Pas in juni 1967, in de Zesdaagse Oorlog, verkreeg Israël de zeggenschap over de Oude Stad van Jeruzalem, de Westelijke Tempelmuur en de Tempelberg (waarvan men het beheer liet aan de Islamitische Waqf). Sindsdien wordt op 28 Ijar de hereniging van Jeruzalem gevierd.
Zie hier een video over de ‘Jeruzalemdag’, met o.a. beelden van de inname op 7 juni 1967.
Na dit artikel een video van Jeruzalem, zoals nog nooit gezien, want gefilmd met een drone!
Strijd
In de loop der tijd zijn er veel oorlogen en belegeringen geweest en de problemen zijn nog steeds niet voorbij. Van verschillende kanten wordt er aanspraak op de stad gemaakt.
Ook maakt de Bijbel nog melding van toekomstige belegering en verwoesting. Maar we zullen eerst eens kijken wat er in het verleden allemaal is gebeurd.
Hieronder een lijst met de oorlogen en belegeringen tot op heden (de nummers 1-27 zijn een weergave van pagina 244-247 uit Getallen in de Bijbel, Dr. E.W. Bullinger. (BC = Before Christ: vóór Chr. en AD = Anno Domini: na Chr.).
1- De eerste oorlog om Jeruzalem is die tussen de stam van Juda en de Jebusieten rond 1425 BC. Jeruzalem heette vroeger Jebus. Deze belegering vond plaats ongeveer 700 jaren voordat de stad Rome gesticht werd. Het probleem werd maar gedeeltelijk opgelost door deze oorlog, want tijdens de regering van David waren er nog steeds Jebusieten die de citadel (het toekomstige Sion) bezet hielden. Zie Richteren 1:8.
2- De tweede belegering was die in de strijd tussen David en de Jebusieten, zoals beschreven in 2 Samuël 5:6-10 en 1 Kronieken 11:4-7 en vond plaats ongeveer 1046 jaar BC.
3- De derde veldslag was die van Sisak, de koning van Egypte, tegen Rehabeam. Het wordt beschreven in 1 Koningen 14:25-26 en in 2 Kronieken 12:2-12 en vond plaats in 971 BC. Sisak ondervond maar weinig weerstand en de tempel werd geplunderd.
4- De vierde belegering was die door de Filistijnen, Arabieren en Ethiopiërs tegen Jerobeam. Het staat in 2 Kronieken 21:16-17 en vond plaats in 887 BC. Tijdens deze oorlog werden het koninklijk paleis en ook de tempel opnieuw geplunderd.
5- De vijfde belegering was die van koning Rezin van Syrië, samen met Pekah, de koning van Israël tegen Achaz, koning van Juda, en wordt beschreven in 2 Kronieken 28. E.e.a. speelde zich af in het jaar 841 BC. De stad werd bij deze oorlog niet ingenomen. Achaz zocht zijn hulp niet bij God, maar bij Tiglath-Pileser, de koning van Assyrië, voor wie hij de hele tempel leeg roofde.
6- De zesde was eigenlijk een interne strijd van Joas, de koning van het Tienstammenrijk, genaamd Israël en Amazia, de koning van het Tweestammenrijk, genaamd Juda. De gebeurtenissen worden beschreven in 2 Koningen 14:13-14.
Uit de tempel werden de gouden en zilveren voorwerpen gestolen en ook alles uit de schatkamers van het koninklijk paleis. De muur rondom Jeruzalem werd over een afstand van 400 meter omver gehaald. Het vond plaats rond 825 BC.
7- De volgende belegering was die van Sanherib, de koning Assyrië in de tijd van koning Hizkia in 713 BC. Het wordt beschreven in 2 Koningen 24:10-16. Deze belegering ontstond door een rechtstreeks Goddelijk ingrijpen, zoals al geprofeteerd door Jesaja.
8- Tijdens de achtste oorlog werd de tempel gedeeltelijk leeggeroofd. De strijd ging deze keer tussen Nebukadnezar, de koning van Babel, en Jojakim, zoals omschreven in 2 Kronieken 36:6-7 in het jaar 606 BC.
9- Ook dit was weer een oorlog met koning Nebukadnezar van Babel. Hij nam koning Jojakim gevangen, die koning werd op achtjarige leeftijd. Het staat beschreven in 2 Kronieken 36:10 en vond plaats in 599 BC. De tempel werd verder geplunderd en 10.000 personen werden weggevoerd uit Israël. Ook Jojakim werd naar Babel afgevoerd en Nebukadnezar maakte diens broer, Zedekia, koning over Juda en Jeruzalem.
10- Bij deze tiende oorlog om Jeruzalem ging het tussen koning Nebukadnezar en
koning Zedekia, de opvolger van Jojakim. De gebeurtenissen worden beschreven in 2 Kronieken 36:17-20 en het speelde ongeveer in de jaren 590-585 BC. Bij deze oorlog werd de tempel verbrand. Stad en tempel bleven meer dan 50 jaren verwoest. Alles uit de tempel werd geroofd en alle jonge mannen in het huis van het heiligdom werden daarbij gedood en de rest afgevoerd naar Babel.
11- In het jaar 320 BC werden de Joden belaagd door de koning van Egypte, Ptolemaeüs Soter. Meer dan 100.000 Joden werden gevankelijk weggevoerd naar Egypte.
12- In het jaar 203 BC werd Jeruzalem ingenomen door Antiochus de Grote.
13- Eén van de generaals van Alexander de Grote nam de stad vervolgens in het jaar 199 BC in en liet er een garnizoen achter ter bewaking.
14- In het jaar 168 BC nam Antiochus IV (Epiphanes) de stad opnieuw in. Dit was de ergste oorlog sinds de 10e belegering. De hele stad werd geplunderd, 10.000 personen werden gevangen genomen en alle muren omvergehaald. Het altaar werd ontwijd door er varkens te offeren en de heilige boekrollen werden vernietigd. Alle mooie gebouwen van de stad werden in brand gestoken en het werd de Joden verboden ooit nog weer in Jeruzalem te aanbidden. Deze gebeurtenissen werden al door de profeet Daniël voorzegd in hoofdstuk 11.
15- De volgende belegering was in het jaar 162 BC door Antiochus V (Eupator) tegen Judas Maccabeüs (of: Judas, de Makkabeeër). Deze keer werden er onderlinge afspraken gemaakt en kregen de Joden bepaalde privileges. Ze mochten in de stad blijven wonen.
16- In het jaar 135 BC was er alweer een veldslag om Jeruzalem door Antiochus VII (Sidetes), de koning van Syrië, tegen Johannes Hyrkanus.
17- Zeventig jaar later, in 65 BC, trok Hyrkanus, de zoon van Alexander Janneüs, tegen de priester Aristobulus ten strijde. De strijd was uitgelokt door een luitenant van een zekere Pompeius.
18- Slechts twee jaar later, in 63 BC, was het opnieuw raak. Nu kwam Pompeius zelf in actie tegen de priester Aristobulus. De oorlogsmachine startte op de sabbat zodat de Joden geen weerstand boden. Ongeveer 12.000 Joden kwamen om. Antigonus, de zoon van Aristobulus nam de stad in 40 BC zonder strijd in.
19- De volgende inname van Jeruzalem was in 39 BC toen Herodes met een Romeins leger de stad omsingelde. De belegering duurde vijf maanden, waarna Jeruzalem ingenomen werd.
20- In 70-69 AD werd de stad belegerd en ingenomen door de Romeinse veldheer Titus. De tweede tempel, die door Herodes was gebouwd, werd verbrand en gedurende de volgende vijftig jaar verdween de stad uit de geschreven geschiedenis, net als na tiende belegering (Jer. 20:5). Het werd voorzegd door de Heere Jezus in Lukas 19:43 en 44.
21- In het jaar 135 AD moesten de Romeinen weer in actie komen tegen Jeruzalem, omdat de valse messias Simon bar Kochba strategische posities op de ruïnes had ingenomen. De stad werd toen volkomen weggevaagd en de puinhoop die overbleef, kreeg de nieuwe naam; Aelia Capitolina. Dit alles tot grote vreugde van de Romeinen (zie kader ‘Hiep, hiep… hoera?!’ onderaan dit artikel). Op de plaats van de oude tempel werd een nieuwe gebouwd, gewijd aan Jupiter. Er vielen 580.000 doden onder de bevolking. Gedurende de volgende 200 jaren verdween de naam Jeruzalem uit de historie, maar het werd de overgebleven Joden wel toegestaan om er te gaan wonen.
22- Na een periode van 400 jaren van z.g. Christelijke kolonisatie, trokken in het jaar 559 de legers van de Perzische heerser Khusro door die streken en duizenden inwoners werden afgeslacht. De kerk van het heilige graf werd vernietigd. Keizer Heraclius verjoeg deze Khusro echter en herstelde Jeruzalem en de kerk van het heilige graf.
23- In de jaren 636-637 belegerde kalief Omar de stad die verdedigd werd door Heraclius.
De belegering werd beëindigd door de overgave op goede voorwaarden voor de kalief en de stad ging over in Turkse handen.
24- In het jaar 1098 belegerde de grootvizier van de kalief van Egypte, genaamd Al-Afdal Shahanshah, Jeruzalem, dat werd bezet door twee rivaliserende groepen moslims. Hij kreeg de stad in handen en walste alles plat.
25- In 1099, slechts een jaar later, was de eerste kruistocht en werd de stad veroverd door de kruisvaarders die er verschrikkelijk huishielden en een bloedbad aanrichtten onder de Joden en de Islamitische bewoners.
26- In 1187 werd Jeruzalem opnieuw, gedurende zeven weken, belegerd en ingenomen door de troepen van Saladin.
27- In het jaar 1244 namen de horden van Kwharezmian Jeruzalem in en plunderden de stad. Er werd een slachting aangericht onder de priesters en de monniken. Keizer Frederik II van het heilige Roomse Rijk verwierf de stad in 1229 via diplomatieke weg. De stad werd toen het ‘Koninkrijk Jeruzalem’ genoemd.
28- Het Engelse leger heeft in 1917 onder leiding van de Engelse generaal Allenby, samen met Brits-Indië, Australië en Nieuw-Zeeland het beheer over de stad van het Ottomaanse rijk overgenomen. Deze slag om Jeruzalem vond plaats van 8 tot 26 december 1917. Het Turkse leger stond onder leiding van de Duitse generaal Erich von Falkenhayn.
29- Vlak voor het officiële uitroepen van de staat Israël kwam er weer een beleg rondom Jeruzalem. De Engelsen speelden een dubieuze rol en moedigden koning Abdoellah van Jordanië aan om het Arabische deel van Palestina in te pikken. Maar Abdoellah wilde ook Jeruzalem erbij en er ontbrandde opnieuw een strijd om deze stad. De toevoerwegen naar de stad werden afgesneden en er kwam groot gebrek aan voedsel onder de daar nog steeds levende, Joodse bevolking. De Arabische leider kwam om, waardoor de belegeraars gedemotiveerd raakten en zich terugtrokken. Toen kon de stad weer bevoorraad worden. Op 14 mei 1948 werd de staat Israël door de Joden officieel uitgeroepen en haar bestaan is een feit tot op de huidige dag.
30- Het wachten is nu op de dertigste keer dat Jeruzalem belegerd zal worden. Wanneer dat zal zijn, is uiteraard niet met zekerheid te zeggen. Een zeer waarschijnlijke optie is, dat het de vervulling van Zacharia 14 zal zijn.
Toekomst
Zacharia zegt in hoofdstuk 14 dat de heidense legers nog eens, en dan ook voor het laatst, Jeruzalem zullen omsingelen en de stad zelfs zullen innemen. Dat zou in lijn liggen met de bovengenoemde geschiedenis.
Opmerkelijk is dat precies bij de tiende en twintigste belegering niet alleen de stad werd verwoest, maar ook de tempel. Tegenwoordig is het enige dat aan die (oude) tempel doet denken de bekende Klaagmuur. Het is een overblijfsel uit de tijd van koning Herodes en we zijn ondertussen bijna 2000 jaren verder.
Jezus spreekt in Mattheüs 24 over “de gruwel der verwoesting” die op “de heilige plaats” zal staan. Kennelijk zal er dus nog weer een (deel van een) tempel verschijnen, waar een gruwel, d.i. een afgodsbeeld wordt opgericht (vgl. Openb. 13:14). Het zal de aanleiding én de inleiding zijn van (grote) verdrukking en verwoesting. De dertigste keer!
Volgens Zacharia zal de Heere dan uit de hemel nederdalen en de vijanden tenietdoen en zodoende Jeruzalem bevrijden en later herstellen. De dag zal aanbreken dat talloze profetieën vervuld zullen worden en God Zijn beloften waarmaakt. Op die dag verschijnt de Vredevorst en zal Jeruzalem zijn wat haar naam betekent: stad van de vrede. Een ongekende tijd van voorspoed en welvaart breekt aan voor stad, land en volk. In de profetie van Amos 9:11 zegt de HEERE: “Op die dag zal Ik oprichten de vervallen hut van David…” Het (priesterlijk) koninkrijk Israël wordt een feit (Vgl. Exod. 19:5-6). En God belooft dan een ‘gouden eeuw’ voor Israël: “Ik zal een omkeer brengen in de gevangenschap van Mijn volk Israël. Zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, zij zullen wijngaarden planten en de wijn ervan drinken, zij zullen tuinen aanleggen en de vrucht ervan eten. Ik zal hen in hun land planten, en zij zullen nooit meer weggerukt worden uit hun land, dat Ik aan hen gegeven heb, zegt de HEERE, uw God” (9:14-15).
Zij zullen wonen in rust en veiligheid. Nog eenmaal wordt het land en de stad met haar inwoners bedreigd. Openbaring 20 zegt: “En wanneer die duizend jaren tot een einde gekomen zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. En hij zal uitgaan om de volken te misleiden die zich in de vier hoeken van de aarde bevinden, Gog en Magog, om hen te verzamelen voor de oorlog. En hun aantal is als het zand van de zee. En zij kwamen op over de breedte van de aarde en omsingelden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad. Maar er daalde vuur van God neer uit de hemel en dat verslond hen” (vs. 7-9).
De Heere God zal niet meer toelaten dat de stad wordt ingenomen en verwoest. Het is Zijn stad en Hij waakt en beschermt.
En dan breekt er pas echt een dag van Jeruzalem aan, namelijk als de hemel opengaat en er een compleet nieuw Jeruzalem nederdaalt. Een enorme stad die hemel en aarde verbindt, en vol zal zijn van Gods heerlijkheid!
'Hiep, hiep… hoera?!'
Op menig (verjaardags)feestje horen we deze uitroep. Iemand roept: ‘hiep, hiep’ en de omstanders reageren met: ‘hoera’! Het ‘hiep, hiep… hoera!’ is een Nederlandse vorm van een oorspronkelijk Duitse kreet: ‘hep, hep… hurra!’
Klinkt leuk allemaal, maar wie op zoek gaat naar de herkomst van deze juichkreet, komt o.a. terecht bij de Romeinen en ontdekt een minder leuke kant van deze juichkreet.
In de tijd van keizer Hadrianus, rond 135 BC, werd de Joodse opstand van Simon bar Kochba neergeslagen en de overblijfselen van Jeruzalem werden daarbij volledig verwoest. De opluchting over de ondergang van Jeruzalem was voor de Romeinen zo groot, dat tijdens feesten de juichkreet ‘Hierosolyma Est Perdita’ (Jeruzalem is verwoest) regelmatig werd uitgeroepen. Daarop riepen de gasten onmiddellijk terug: Hoera!
Zo zou ‘hep, hep, hoera’ zijn ontstaan (hep is dan de weergave van de beginletters van Hierosolyma Est Perdita), hetgeen later verbasterd is tot ‘hiep, hiep… hoera’!
Daarnaast is er ook nog een theorie, dat ‘hep!’ een kreet was, gebruikt door de kruisvaarders, die veel wreedheden begingen tijdens hun tochten om Jeruzalem te her- of veroveren. Zij zouden de kreet gebruikt hebben bij hun aanvallen op de Joden in en om Jeruzalem.
Verder zou ‘hep, hep!’ een provocerende uitroep geweest zijn die in Duitsland gebruikt werd tegen de Joden, bijvoorbeeld tijdens de pogroms.
Tenslotte de reactie: ‘Hoera’. Over dat woord zegt het Etymologisch Woordenboek van Van Dale het volgende: ‘Hoera [vreugdekreet] - begin 19e eeuw uit Hoogduits hurra dat door Duitse soldaten in Engelse dienst is overgenomen uit Engels hurrah, hurray, hooray, van huzza, waarnaast het Hoogduits hurra [vlug!], van hurren [zich snel bewegen].’
xxxx
Een video van Jeruzalem, zoals nog nooit gezien, want gefilmd met een drone!