Jesaja 49:22 en 60:9
"Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik zal Mijn hand opheffen naar de heidenvolken, naar de volken zal Ik Mijn banier omhoogsteken. Dan zullen zij uw zonen brengen in de armen, en uw dochters zullen gedragen worden op de schouder" en "Voorzeker, de kustlanden zullen Mij
verwachten, en de schepen van Tarsis zullen de eerste zijn om uw kinderen van verre te brengen, hun zilver en hun goud met hen, naar de Naam van de HEERE, uw God, naar de Heilige van Israël, want Hij heeft u verheerlijkt."
Ook hiervan wordt gezegd, dat dit vandaag op allerlei manieren plaatsvindt. Hier geldt echter weer dezelfde belangrijke regel: lees deze teksten in hun verband. Jesaja 49 begint met de profetie over de Knecht van de HEERE, Die de stammen van Jakob weer zou oprichten en de bewaarden van Israël weer zou terugbrengen (vs. 6).
De Knecht wordt gesteld tot een "verbond voor het volk om de aarde (beter: het land) weer op te richten, om de verwoeste erfelijke bezittingen te ontvangen…" (vs. 8). Wij weten inmiddels dat de laatste verwoesting nog moet plaatsvinden en dat daarna het verbond in werking treedt voor Israël, zodat het herstel kan aanvangen. Als de Messias als Koning gesteld is over Sion zal Hij tegen de gevangenen zeggen: "Ga uit!, tegen hen die in duisternis verkeren: Kom tevoorschijn!" (vs. 9). Dan zal de HEERE Zijn hand opheffen en de heidenvolken dienstbaar maken aan Zijn volk.
Dezelfde gang van zaken wordt beschreven in Jesaja 60. Lees niet alleen vers 9, maar daarbij ook vers 10. Deze dingen worden eerst werkelijkheid als de toorn van God voorbij is en Hij zich in welbehagen over hen heeft ontfermd.
Jesaja 51:3
"Want de HEERE zal Sion troosten, Hij zal al haar puinhopen troosten. Hij zal haar woestijn maken als Eden, haar wildernis als de hof van de HEERE. Vreugde en blijdschap zal daarin gevonden worden, dankzegging en luid psalmgezang" (zie ook Ezech. 36:35).
De directe context van Ezechiël 36 maakt duidelijk wanneer dat zal gebeuren! Vers 33: "Zo zegt de Heere HEERE: Op de dag dat Ik u reinig van al uw ongerechtigheden, zal Ik de steden doen bewonen en zullen de puinhopen herbouwd worden.” De vraag is dus of Israël vandaag al gereinigd is van alle ongerechtigheden? Geen mens zal dat durven beweren! Integendeel, juist in de eindtijd zal de ongerechtigheid nog tot een dramatisch dieptepunt komen in het land en de stad Jeruzalem als er een beeld wordt opgericht op de heilige plaats, ter ere van satan (Matth. 24:15 en Openb. 13). Pas daarna zal de HEERE het beloofde herstel volvoeren: "Het verwoeste land zal bewerkt worden, in plaats van een woestenij te zijn voor de ogen van ieder die erdoorheen trekt”(vs. 34) en dán zal gezegd worden: "Dit land, dat verwoest was, is als de hof van Eden geworden” (vs. 35). Deze teksten kunnen dus geen betrekking hebben op wat wij vandaag zien gebeuren!
Ook Amos 9:14 en 15 worden in dit verband vaak aangehaald. En ook hier geldt weer - het wordt eentonig - dat de context een dergelijke uitleg verbiedt. Zij worden in verband gebracht met de oprichting van de "vervallen hut van David". Dit is een aanduiding van het Davidisch koninkrijk, zoals dat in de toekomst - als de Koning gearriveerd is - zal worden opgericht. Tot aan de komst van de Koning blijft Israël een republiek en is die hut van David nog steeds vervallen. Pas als de antichristelijke heerschappij over Israël beëindigd en het oordeel van God voltrokken is, zal de HEERE een (omme)keer brengen in het lot c.q. gevangenschap van het volk Israël.
Jeremia 16:16
"Zie, Ik ga boden tot vele vissers zenden, spreekt de HEERE, dat zij hen moeten opvissen. En daarna zend Ik boden tot vele jagers, dat die hen moeten opjagen van elke berg en van elke heuvel, en uit de kloven van de rotsen."
Voor de betekenis van dezes tekst verwijs ik naar de vorige AMEN, pag. 8-10.
Jeremia 30:3
"Want zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Mijn volk, Israël en Juda, zegt de HEERE, en Ik hen zal terugbrengen naar het land dat Ik hun vaderen gegeven heb, en zij zullen het in bezit nemen" (zie ook vs. 10
en 18 en Sef. 3:19 en 20, e.a.).
In Jeremia 30:3 zegt de HEERE, dat Hij een omkeer gaat brengen in de gevangenschap van Israël en Juda, en in vers 4 e.v. vermeldt Hij hoe en wanneer dat zal gebeuren: “Het is een tijd van benauwdheid voor Jakob, toch zal hij daaruit verlost worden.” Dán zal de HEERE het (vijandige) juk breken (vs. 8) en hun ware Koning aanstellen (vs. 9). En als de HEERE dan een omkeer brengt in de gevangenschap van "de tenten van Jakob" en Zich ontfermt over "zijn woningen", betekent dat: "... de stad zal herbouwd worden op haar ruïne..." (vs. 18), etc.
Sefanja is zo mogelijk nog duidelijker! Vanaf hoofdstuk 3:9 wordt gesproken over herstel. De profeet spreekt dan over degenen, die overgebleven zijn (vs. 12) en het "overblijfsel van Israël" (vs. 13). Hij spreekt over de Koning van Israël, de HEERE Zelf, Die in hun midden zal zijn (vs. 15). De HEERE zegt: "Zie, in die tijd ga Ik optreden tegen al uw verdrukkers (dat is vandaag nog niet gebeurd; de grootste verdrukker en de grote verdrukking moeten nog komen! - pas). Ik zal verlossen wie mank gaat, bijeenbrengen wie verdreven is” (3:19). Zo zal de HEERE voor hun ogen een omkeer brengen in hun gevangenschap (vs. 20).
In Zacharia 14:2 lezen wij dat in de toekomst, als Jeruzalem geplunderd zal worden, de helft van de stad nog weer in ballingschap gevoerd wordt, d.i. als gevangenen buiten het land gebracht. Pas als de HEERE is teruggekeerd, begint het grote, definitieve herstel: "Ik zal een omkeer brengen in de gevangenschap van Mijn volk Israël. Zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, zij zullen wijngaarden planten en de wijn ervan drinken, zij zullen tuinen aanleggen en de vrucht ervan eten." Zo zegt Gods Woord het in Amos 9:14!
Jeremia 31:5
“Opnieuw zult u wijngaarden planten op de bergen van Samaria: de planters zullen planten en de vruchten genieten."
Er wordt gezegd dat deze profetie vandaag vervuld wordt door de Joodse 'kolonisten', zoals men ze vaak noemt, die in Samaria wijngaarden aanleggen en beplanten. Wij kunnen het geregeld op televisie aanschouwen. Ik zou willen zeggen: lees de voorafgaande verzen en u weet onmiddellijk wanneer dit vers werkelijk in vervulling gaat! Foto Kolonisten op de Westoever
Conclusie
Het mag dus duidelijk zijn dat Gods Woord volop spreekt over het herstel van Israël. Er zijn nog veel meer teksten te noemen. Belangrijk is wel dat we de teksten of tekstgedeelten lezen in hun verband, anders komen we op een dwaalspoor terecht.
Toen de HERE Zijn woorden via Mozes aan Israël toevertrouwde (vgl. Rom. 3:2) vermaande Hij hen steeds weer aandachtig te luisteren en nauwkeurig te handelen (zie Exod. 15:26; 19:5; 23:20-23; Deut. 11:13, 27 en 28; 12:28; 15:5 en 28:1). Ook in de toekomst geldt: aandachtig luisteren (Zach. 6:15).
Vandaag ontbreekt het helaas vaak aan het aandachtig luisteren naar wat Gods Woord zegt. In plaats daarvan gebruikt (lees: misbruikt) men allerlei losse Bijbelteksten om eigen visies, projecten, hulpacties, e.d. te onderbouwen. Onderzoek dus zelf de Bijbel en neem niet alles klakkeloos aan wat u wordt voorge¬schoteld. Het is echt niet zo moeilijk hierin de goede weg te vinden. Gewoon lezen wat er staat (in de context) en geloven wat er staat!