Nu daagt het in het oosten,
het licht schijnt overal:
Hij komt de volken troosten,
die eeuwig heersen zal.
In veel kerken zal dit lied weer gezongen worden. In de donkere dagen voor kerst wordt het licht ontstoken. Jesaja kondigde de komst van de Messias aan en zei: “Het volk dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien” (hs. 9:1). Johannes leert ons in zijn Evangelie (zie Joh. 1:9 en 10) dat dit licht Iemand is: de Heere Jezus Christus.
Wat kunnen we er naar verlangen dat Hij Zijn licht laat schijnen over de gehele aarde. Want er is nog zoveel duisternis vandaag.
Hoe zit het dan met de mooie woorden van Gezang 8 en, nog veel belangrijker, de woorden en beloften van God in de Bijbel? Wel, die blijven onveranderlijk! Het licht zal overal gaan schijnen en Hij komt de volken troosten. Nog nooit heeft de Heere God Zijn beloften niet waargemaakt. Het is juist Zijn kostbaar Woord, dat ons nog hoop geeft. Het enige licht dat straalt te midden van donkere wolken is afkomstig van God. Zijn Woord is de waarheid en spreekt duidelijke taal, ook al wordt dat door menigeen ontkent (over duisternis gesproken!).
Laten wij dus maar vasthouden aan Gods beloften en getuigenis geven van het licht, dat nu al schijnt in de harten van Gods kinderen. Want de enige weg om uit die duisternis te komen, is de weg die God heeft voorgesteld in Zijn Zoon, Jezus Christus: “Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben” (Joh. 8:12).
Hij heeft alles volbracht om mensen te bevrijden van de zonde door Zijn kostbaar bloed, en ook om de deur te openen naar een geweldige toekomst, vol van heerlijkheid! En als Hij komt, zal het licht opgaan, over Israël en de volkeren.
Licht zonder duisternis
Mogen we al blij zijn dat er vandaag licht schijnt in de duisternis, het plan van God gaat nog veel verder. In Genesis 1:3 lezen we: “En God zei: Laat er licht zijn!” En op dat moment was er ook licht. In vers 14 lezen we opnieuw dat God spreekt: “Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht…” Sinds die tijd wisselen licht en duisternis elkaar af in dagen en nachten. In het laatste Bijbelboek lezen we over de nieuwe hemelen en aarde, met het Nieuw Jeruzalem. Openbaring 21:23 zegt: “En de stad heeft de zon en de maan niet nodig om haar te beschijnen, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en het Lam is haar lamp.” En even verder: “En daar zal geen nacht zijn, en zij hebben geen lamp en ook geen zonlicht nodig, want de Heere God verlicht hen” (hs. 22:5). Hoewel dit met name over het Nieuw Jeruzalem gezegd wordt, ligt het voor de hand dat het een bredere betekenis heeft. Immers, Johannes schreef in zijn eerste brief “…dat God licht is en dat in Hem in het geheel geen duisternis is” (1 Joh. 1:5). En als de heerlijkheid van God de nieuwe schepping zal vervullen, betekent dat ook dat er geen duisternis meer zal zijn. En dat geldt uiteraard ook voor de duisternis in geestelijke zin. De macht der duisternis zal er niet meer zijn. Het licht gaat op om nooit meer uit te gaan. Wat een tijd zal dat zijn.
Vandaag
Ooit schijnt dus het licht overal en nu al schijnt het - zoals gezegd - in de harten van Gods kinderen. Paulus zegt: “Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde” (Kol. 1:13). Dat Koninkrijk is de sfeer van genade, liefde, ontferming, goedertierenheid en… licht. Het is een woord van troost en een bemoediging. Waar Christus geboren is in ons hart, daar schijnt het onvergankelijke licht.
Zijn we deze LS begonnen met een gezang, we eindigen met een psalm:
Bij mensen zijn verdriet en klacht
de metgezellen van de nacht.
Des avonds buigt de ziel zich neer,
maar ’s morgens daagt Gods goedheid weer.
Hij, Die het donker op doet klaren,
doet met Zijn licht mijn lofzang paren.
(Psalm 30:4 – Berijming Ds. C.J. Meeuse). Kijk en luister.