We nemen 1 Samuël, en zullen zien dat de muziekcultuur anders verloopt dan deze vragen veronderstellen.1)
Korte samenvatting
Welke instrumenten troffen we toe aan?
- Harpen (kinnor)
- Tamboerijnen (top)
- Gouden schelletjes (paämon)
- Fluiten van riet (ugab)
- Hoorn (sjofar)
- Zilveren trompetten (chatsotsera)
Vervolgens de liederen:
- Geestelijke liederen (sjir), van Mozes (lied van de zee) en JHWH (gehoorzaam Mij, Israël), en een ‘echte’ psalm (zamar), door Debora gedicht en gecomponeerd.
- Vraag- en antwoordmuziek (anah, Mirjam)
- Wereldlijke liederen (sjir, water in de woestijn)
Als functies kwamen we tegen:
- Instrumenten ter oproep van de door God ingestelde feesten
- Kleine orkestjes voor feesten en partijen
- Zingen tijdens reidansen met tamboerijnen in de openlucht
Saul wordt koning
We ontdekken in 1 Samuël het bestaan van een uitgebreidere vorm van een ‘orkestje’. Nieuw daarin is een instrument dat de melodie speelde (fluit, chalil) en een type bas ter ondersteuning van de akkoorden (harptype nebel). We vinden deze nieuwe instrumenten na de zalving van Saul tot koning over Israël.
Betekent dit dat Saul een muziekminnaar was? Dat weten we niet. Van David weten wij wel dat hij veel van muziek hield. Wat voor man was Saul? Zijn uiterlijk was bijzonder imposant. Groot van bouw stak Saul een 'kop' boven de gemiddelde Israëliet uit. Bovendien was het een mooie man. Bij een mister Israël verkiezing, was hij vast de winnaar (1 Sam. 9:2). Echter, deze eerste koning stamde niet uit het koningsgeslacht Juda (Juda betekent Godlover). Hij behoorde tot de kleinste stam Benjamin én tot het kleinste geslacht van deze stam (1 Sam. 9: 21). Hij was in dienst van zijn vader Kis en begreep de zorgen van zijn vader die zijn ezellinnen kwijt was. Hij was geen legergeneraal, had geen hoge positie en ambitie om ‘koning’ te worden. Saul had ook geen ‘geestelijke’ instelling, want hij wist niets af van profeten en profetie. Hij kende Samuël niet eens, die toch al jaren in het land als richter/profeet in Gods Tabernakel de dienst vervulde. De knecht die hem vergezelde om de ezellinnen te zoeken, bracht hem hiermee in contact. Mogelijk wist de Godsman waar de ezellinnen waren? Zo komt Saul voor het eerst van zijn leven terecht bij een profeet, Samuël. Deze ziener stelde hem gerust, de ezellinnen waren terecht.
In opdracht van de HERE zalfde hij – voor Saul voorkomen onverwacht - hem tot koning over Israël (1 Sam. 10:1). Hij maakte hem Gods keuze voor zijn verdere leven bekend. Een enorme verrassing? Een shock? Er werd een zware taak op zijn brede schouders gelegd, want nog niemand had de Filistijnen echt verslagen. Ook de Ammorieten lagen voortdurend op de loer. Bovendien was Sauls gedachtenwereld niet ingesteld op het horen naar Gods stem. Hoe kan zo iemand koning worden over Gods volk? Aan drie profetieën kon Saul afchecken dat deze ongelofelijke benoeming echt was en Gods stem betrouwbaar was. Vanaf toen stapte Saul in de geestelijke leerschool en maakte Hij hem bekwaam.
Orkestje en profeten
Wij slaan de eerste twee profetieën over en citeren de derde, omdat deze muziek betreft: "Zodra gij (Saul) daar de stad in gaat, zult gij een schare profeten tegenkomen, die van de hoogte afdalen 2), voor hen uit harpen (nebel), tamboerijnen (top), fluiten (chalil) en citers (kinnor); zelf zullen zij in geestvervoering zijn." (1 Sam. 10:5) Dit was nog niet alles. De profeet vervolgde: "En de Geest des HEREN zal vaardig worden over u, en gij zult met hen profeteren; en gij zult in en andere man veranderd worden." (SV vers 6) Ook kreeg Saul de belofte dat God met hem zou zijn. Dat werd al onmiddellijk waarheid, want toen Saul bij Samuël vertrok, "schonk God hem een ander hart." (1 Sam. 10:9) Dit wil niet zeggen, dat de kersverse koning ‘wedergeboren’ werd, hetgeen de voorwaarde is om het Koninkrijk der hemelen binnen te kunnen gaan. Hij ontving bekwaamheden voor zijn koningschap. De gewone, wereldlijke man Saul kon zich van toen af richten op zijn hoge roeping. Hij werd in staat gesteld om Gods stem en leiding voor zijn koningschap te kunnen verstaan.
De ontmoeting met het groepje profeten, die achter het muziekgroepje de berg afkwam vond daadwerkelijk plaats. Omdat God zijn hart veranderd had kon ook de Geest van God zich van hem meester maken. Daarom kon hij toen met hen profeteren (vers 10). De volgorde was dus:
- zalving tot koning,
- hartsverandering door God,
- waardoor Gods Geest in hem kon profeteren.
Het is niet zo dat Gods Geest Saul via 'begeesterde' muziek zou aanraken.
De schare profeten
We verdiepen ons nu in die ‘schare’ profeten. Evenals in de omringende landen met andere godsdiensten, leefden groepjes gelijkgezinde idealisten met elkaar. Ze woonden samen en kookten gezamenlijk om de kosten te drukken. Hun doel was om zich in hun godsdienst te verdiepen. Profeteren was (en is!, denk aan Jomanda) een ruim begrip. Vandaar dat we in de Bijbel zo vaak tegen komen: “Zo spreekt de HERE”, om alle valse profetie uit te sluiten.
Samuël zocht in zijn tienertijd leeftijdgenoten op. Volgens de overlevering vertelde hij hen wat de profeet Eli hem over de God van Israël leerde. Hoe kun je Gods stem verstaan en onderscheiden? Hoe moet je bidden? Wat staat er in de Wet van Mozes? Enzovoort. Bekend is dat er religieuze groepjes leefden in Rama en Kirjath-Jearim, Bethel, Jericho en Gilgal. Of deze zich alle concentreerden op Israëls godsdienst is niet zeker. De groep jonge profeten kwam van de heuvel Gilgal (bij Jericho), waar werd geofferd en Samuël dikwijls aanwezig was. Het zouden profeten kunnen zijn, die door Samuël waren onderwezen. Zij hadden geleerd hoe te bidden en te reageren op de Geest van God, als die hen aansprak. 3) Ook hun muzikale talenten waren ontplooid, want als zij samen waren was het gezellig om muziek te maken.
De instrumenten
Allereerst merken we op dat de vertalingen over instrumenten in het meervoud spreken. In de grondtekst staat enkelvoud. We moeten ons dus geen fanfare of brassband voorstellen, die met veel tam tam vanaf de heuvel kwam. Ook is duidelijk – sla maar eens een andere vertaling op – dat niet de muzikanten profeteerden, maar de profeten die achter de muziek aanliepen. Hoeveel profeten weten we niet. Ook is duidelijk dat er niet werd gezongen. Gods Woord spreekt enkel over instrumentale muziek en profeten. We citeren de tekst nogmaals: "Zodra gij (Saul) daar de stad in gaat, zult gij een schare profeten tegenkomen, die van de hoogte afdalen, voor hen uit nebel (basharp), top (tamboerijn), chalil (fluit) en kinnor (harpje); zelf zullen zij in geestvervoering zijn." (1 Sam. 10:5)
Het groepje gebruikte dus vier instrumenten en de ‘band’ bestond uit vier personen. Twee instrumenten beschreven we eerder en nieuw zijn de ‘nebel’ en de ‘chalil’. De ‘nebel’ was een grotere harp, met langere snaren dan de kinnor en daardoor sterker en zwaarder van toon. De snaren waren gemaakt van kamelendarmen en met de vingers bespeeld. Omdat zij ermee liepen, had de nebel waarschijnlijk geen zware resonantiekast, zoals die uit latere tijden bekend is. Lopen met een zware nebel en tegelijk spelen vraagt een enorme krachtsinspanning. Aangenomen wordt dat de nebelmuzikant de grondtonen van de akkoorden tokkelde, zoals bij ons de bas.
Verder gebruikte de groep de kleinere harp (kinnor). De speler gebruikte een plectrum om een melodie te spelen of akkoorden (om erbij te zingen, denk aan een gitaar). 4) Om de maat te houden gebruikten zij de tamboerijn (top) en zoals het met muzikale mensen gaat, zullen zij in de maat gelopen hebben. Ziet u het al voor zich?
Het andere instrument, de fluit (chalil) was wat korter dan de zilveren trompetten. Meestal waren zij van hout. Er waren gaatjes in geboord. Het had geen mondstuk, zoals de blokfluit. De profeten waren arm, reden om te denken dat zij een chalil van hout hadden en niet eentje van metaal. De toon was scherper dan de zoete tonen van de fluit van riet (ugab). Het geluid van de chalil zou volgens kenners vergelijkbaar zijn met de hobo. Joodse geleerden menen dat de toonschaal vergelijkbaar was met onze C-schaal. Of zij ook halve tonen speelden is niet precies bekend. Deze fluit bracht de melodie voort. Waarschijnlijk zongen de muzikanten er daarom niet bij. Overigens was er dan wel een onduidelijke situatie ontstaan met de hardop profeterende profeten.
Saul onder de profeten?
We lezen dat Saul door Gods Geest werd aangegrepen en met de profeten profeteerde. Saul zong niet mee met het orkestje. Ook vroeg hij niet of hij eventjes op de tamboerijn mocht slaan. Nee, door God geleid identificeerde hij zich niet met de muziek, maar met de profeterende profeten. De profetie: "En de Geest des HEREN zal vaardig worden over u, en gij zult met hen profeteren” (1 Sam. 10:6), werd vervuld.
Om alle misverstanden uit te sluiten was niet de muziek aanleiding tot profetie, maar de Geest des HEREN. Toen Saul bij Samuël vertrok, ervoer hij dat God zijn gedachtenwereld en zijn hart bekwaam maakte voor het koningschap. Nu ervoer hij wat het was om God in je gedachten te horen spreken; je eigen gedachten te stoppen en te luisteren naar wat God zegt. Als we later in 1 Samuël lezen dat de bevolking opmerkt: “Is Saul ook onder de profeten?”, dan is dat niet negatief bedoeld. Het had indruk gemaakt dat Saul kennelijk de God van Israël was gaan dienen! En het muziekgroepje? Dat had als aanwijzing gediend, dat het dé ‘schare’ was, waarover God voorspelde dat Saul die ontmoeten zou. Zo was het muziekgroepje een teken van Godswege.
Voetnoten:
- In het boek Ruth (dat volgt op Richteren) is geen verwijzing naar muziek te vinden.
- Dit was de 'heuvel Gods' bij Gibeon. Een pad liep naar de stad waar het Filistijnse garnizoen legerde, (SV 1 Sam. 10:5).
- Destijds was de Heilige Geest als leraar nog niet uitgestort. God vervulde profeten en koningen met Zijn Geest, voor zolang het nodig was om Zijn boodschap en leiding door te geven. Dit houdt niet in, dat God niet over hun leven waakte en hen niet leidde als zij geen profetieën ontvingen.
- Van David weten wij dat hij met de vingers tokkelde.