Geleidelijke procesgang
Deze wereld is een samenlevingsbouwwerk waarin niet iedereen zich stelt onder het wettig gezag van Christus. Zou hierdoor op den duur Christus' macht instorten? Zo van: bons klap, afgelopen? Nee. God werkt via procesmatige ontwikkelingen. En de satan (diabolos), die God imiteert en alles goed in de gaten houdt, ook. Het kan dus niet eensklaps afgelopen zijn.
We lezen in de Openbaring van Jezus Christus de vermelding: "…welke God Hem gegeven heeft." Deze informatie komt dus van het Hoogste gezag en handelt over: "…hetgeen weldra moet geschieden." (Openb. 1:1) Deze mededeling geeft een zekere rust, want God zegt duizenden jaren van tevoren 'kalmpjes' wat er 'weldra' staat te gebeuren. En dat met een zekerheid die alle twijfel buitensluit. Hij houdt de regie vast in handen!
Van grote betekenis is hier dat God iets laat 'geschieden', gebeuren. D.w.z. dat God zijn exousia uitwerkt via reeksen gebeurtenissen, geslachten, generaties, etc. etc. Het Griekse grondwoord voor geslacht, generatie (genos, Latijns: genus), is hetzelfde als geschieden, gebeuren. De wereldgeschiedenis vormt dus een vrij ingewikkelde en langdurige, procesmatige gang van zaken door de geslachten heen.
Exousia en aardse heerschappij
God koppelt Zijn exousia aan volken, (zie bijv. Openb. 5:7-10; 13:1 e.v.; Dan. 10:13). In dit verband is exousia vertaald met ‘machten’ of ‘overheden’, instellingen die behoren te zorgen voor orde en systeem. In Romeinen 13 staat dat ieder zich moet onderwerpen aan de overheden (exousia's) die boven hem staan. In de oorlogsjaren 1940-1945 hebben sommigen hieruit afgeleid, dat zonder uitzondering de overheid gehoorzaamd moest worden. Is "Befehl ist Befehl" wat Paulus bedoelt? Nee. Romeinen 13 spreekt over een overheid (exousia) met normaal gangbare opvattingen en een dito functionerend overheidsapparaat. Niet over een die goddelijke normen aan zijn laars lapt of op zijn kop zet, want de bedoelingen van de exousia van Christus en die van de overheid kunnen elkaar tegenstreven.
Tegenstrijdigheid?
E.e.a. betekent dat wij niet zo maar elke overheid in elk opzicht moeten gehoorzamen. Echter, is dit te rijmen met: "want er is geen overheid dan door God en die er zijn, zijn door God gesteld." (Rom. 13:1b)? 'Door God' is hier ook te vertalen met: 'onder' God. 1) Wie zich tegen deze overheid verzet, wederstaat de instelling Gods.
Hier lijken vers 1a en 1b tegenstrijdig. We bespraken dat vers 1a een ‘normale’ overheid betreft en met geen mogelijkheid anders is te interpreteren. 2) Door de Statenvertaling te nemen lossen we de kwestie op. Die vertaalt: "want daar is geen ‘macht’ dan van God, en de ‘machten’ die daar zijn, die zijn van God geordineerd."
'Machten’ is een ruimer begrip dan overheden. Paulus geeft enkele voorbeelden in de verzen 7-10. O.a. van belasting betalen, rechtspraak en straf, eerbetoon, het liefhebben van de naaste, geen overspel plegen, niet doden, niet stelen, geen valse getuigenis afleggen, enz. Dit wijst erop dat Paulus een ruimer blikveld had dan overheden in beperkte betekenis (n.l. de colleges van publiek bestuur). Paulus bedoelt alle vormen van wettig gezag. Ook dat van ouders, onderwijzers en leraren, kerkenraden/oudsten, en uiteraard van gemeentebesturen, provincies en staatsoverheid. Alles geordineerd naar eigen plaats en functie.
Tot slot
Paulus legt uit dat het ‘instituut van gezag’ door God is gewild. We mogen wel degelijk, indien noodzakelijk ons op gepaste manier ‘verzetten’ tegen onwettig of onrechtvaardig uitgeoefend gezag, maatregelen of wetten van overheidswege (zie Dan. 2:14). Hoewel, niet tegen de Goddelijke instelling van gezag als zodanig. Want dan streven we naar anarchie 3) en niet maar naar een samenleving waarin alle vormen van gezag zo goed mogelijk functioneren.
Romeinen 13:1 en 2a samenvattend:
1a. Iedereen moet zich schikken onder de over hem gestelde (wettige) vormen van gezag.
1b. Want er is geen wettig gezag dan vanwege God. Deze vormen van gezag, zijn door God ingesteld, voor het bereiken van orde en systeem.
2a. Zij die zich opstellen tegenover Zijn vormen van wettig gezag, plaatst zich tegenover een instelling van God.
Interessant is dat deze (Bijbelse) gedachte reeds voorkwam bij de Egyptenaren (ca. 2000 of 3000 vóór onze jaartelling). 4)
Voetnoten:
- Rom. 13:1 kent een Grieks woord dat betekent: in een bepaalde orde opstellen, indelen, zijn plaats aanwijzen. Ons woord taxonomie komt hiervan.
- Exousia komt ruim 100 keer voor in het NT en is verschillend vertaald. Altijd staat Gods macht en die van Christus in de context van positieve ontwikkeling.
- An-archisme verloochent alle staatsgezag en streeft naar de omverwerping ervan. Uit het Grieks: An is niet; archè is regering.
- “Seit dem Alten Reich jedenfalls haben die Ägypter wohl zu unterscheiden gewußt zwischen dem Amt und der Person, die dieses Amt verwaltete. Das Amt war göttlichen Ursprungs.” Hellmut Brunner, Grundzüge der altägyptischen Religion; Darmstadt 1983