Rijke en succesvolle zakenmannen kunnen president worden. Mensen die intellectueel of als leider wat hebben gepresteerd, krijgen in de media een podium. En tijdens trainingsdagen in het bedrijfsleven komen Olympische winnaars over hun gloriemomenten vertellen om werknemers te inspireren. Wie rijk, intelligent, sterk en bovendien succesvol is, die krijgt respect in deze wereld.
Ook in de christelijke wereld doet men hier aan mee. In de christelijke media worden mensen die iets bijzonders gepresteerd hebben en toevallig ook nog gelovig zijn als voorbeeld voor andere gelovigen naar voren geschoven. Wie als gelovige een maatschappelijk hoge functie in de samenleving bekleedt, heeft een streepje voor om in gemeente of kerk een leidende rol te krijgen. Sowieso hangen veel gemeenten en kerken hun succes op aan sterk leiderschap: één sterke en charismatische leider die zorgt voor onbeperkte gemeentegroei. Maar ook de gelovigen die minder hoog op de geestelijke ladder staan, kunnen hun kracht bewijzen. Zo zijn er karakterweekenden voor echte kerels waarin zij zich fysiek met elkaar kunnen meten en daardoor God kunnen ontmoeten.
Als je daarentegen arm bent, niet zo'n hoog IQ hebt en fysiek of geestelijk zwak bent, sta je in de wereld al gauw aan de zijlijn. De zwakkeren in de samenleving zijn vaak aangewezen op 'mindere' banen met minder aanzien en minder salaris. Wie helemaal niet (meer) kan werken en zelfs hulpbehoevend is, moet het met een minimum aan inkomen doen en maar afwachten wanneer er hulp voor hem of haar beschikbaar is. De toenemende tendens is dat ieder mens zelfredzaam moet zijn en geheel verantwoordelijk is voor zijn eigen succes. Het is in wezen het recht van sterkste dat geldt.
Ook binnen de christelijke wereld kun je al gauw minder goed meekomen als je zwak bent. Het aanzien en de waardering die een charismatisch voorganger krijgt, is niet weggelegd voor die verstandelijke beperkte die zich nauwelijks verstaanbaar kan maken. En als je in een rolstoel zit, wordt meedoen aan een karakterweekend waarin jij je 30 keer moet kunnen opdrukken een lastig verhaal. Het recht van de sterkste is dus ook wel binnen het christendom terug te vinden. Dit is ook te zien in gemeenten waar gepredikt wordt dat wie maar gelovig genoeg is en voldoende vertrouwen in God en zichzelf heeft, geestelijk sterk en succesvol in het leven zal zijn. Het gaat in sommige gevallen zelfs nog verder als men stelt dat ziekte, zwakheid en armoede een gevolg is van een gebrek aan geloof.
Dit artikel is de eerste in een reeks met als titel: 'Een God van de zwakken'. Wij zullen vanuit de Bijbel zien dat Gods visie en handelswijze ten aanzien van de zwakkere, haaks staat op de tendens die wij in onze samenleving tegenkomen en waarmee ook het christelijke gedachtengoed (gedeeltelijk) besmet is geraakt. Het zal blijken dat God juist de zwakkeren op het oog heeft en via hen Zijn goedheid aan de wereld bekend wil maken. In dit artikel staan wij stil bij de grote lijn in de Bijbel waarin dit gegeven duidelijk herkenbaar is.
Zwakkelingen in het Oude Testament
De eerste 'zwakkelingen' die wij in de Bijbel tegenkomen zijn Adam en Eva. Zij staan beiden aan het begin van de mensheid en staan ook symbool voor de gehele mensheid. Adam en Eva laten zich nogal naïef verleiden door de listige slang en zijn zodoende gedoemd om te sterven. De sterke slang heeft gewonnen, de zwakke mens heeft verloren. Tenminste zo lijkt het. Want God doet een profetische uitspraak, namelijk dat het nageslacht van de vrouw de slang zal overwinnen. Wij weten dat dit uiteindelijk gebeurd is door de kruisdood van de Heere Jezus, Die door Zijn leven op te offeren het ultieme zwaktebod bracht en daarmee de zonde overwon en de basis legde voor redding van de wereld.
De volgende zwakkeling in de Bijbel is Abel. Zijn broer Kaïn is jaloers op hem, omdat zijn offer niet door God wordt aangenomen, maar dat van Abel wel. Kaïn gebruikt fysiek geweld om een einde te maken aan dit 'onrecht'. Het einde van dit verhaal lijkt te zijn: Abel is dood, Kaïn heeft gewonnen. In Gods ogen ligt dit toch net wat anders. Kaïn wordt een paria in de wereld en heeft Gods bescherming nodig om te overleven. Na zijn dood wordt hij in de Bijbel een voorbeeld van hoe het niet moet. Abel mag zich in Hebreeën 11 voegen in het rijtje van geloofsgetuigen die ons heden ten dage nog aanmoedigen. Foto: Cain and Abel (Sebastiano Ricci - 1659-1734)
Een andere zwakkeling in de Bijbel is Izak. Hij wordt getreiterd door zijn halfbroer Ismaël, die sterker is en verwekt bij de vruchtbare Hagar toen Abraham nog potent was. Izak is door een Godswonder geboren uit een impotente Abraham en een onvruchtbare Saraï. Toch wordt Izak uiteindelijk erfgenaam en wordt Ismaël weg gestuurd. Later gebruikt Paulus Izak in zijn brieven als voorbeeld om aan te geven dat geloof sterker is dan de kracht of wil van een mens.
De zoon van Izak is de volgende zwakkeling die wij tegenkomen. Jakob wordt als tweede geboren na de sterkere Ezau. Hij licht zijn oudere broer nog eigenhandig twee keer pootje en pikt zo achtereenvolgens het eerstgeboorterecht en de zegen in. Het gevolg is wel dat Jakob moet vluchten om te voorkomen dat hij omgebracht wordt. Toch kiest God hem uiteindelijk uit om de rode draad van Zijn plan met de wereld voort te zetten.
Wij weten dat uit Jakob het volk Israël is ontstaan. Was dit een krachtig en sterk volk? Nee, God moest het eigenhandig uit Egypte verlossen en hen helpen om het aan hen beloofde land in te kunnen nemen. In Deuteronomium 7 staat dat God Israël niet heeft uitgekozen omdat zij groter waren dan de andere volken. Nee, het volk was het kleinst van allemaal. Maar Hij had het lief en Hij had een belofte gedaan aan de voorvaderen van het volk. In de eeuwen nadat God Israël verlost had, bleef het volk zwak en afhankelijk van Gods bescherming, denk onder andere aan de Richterentijd. In Jesaja 41:14 staan de volgende veelzeggende woorden over Israël: "Wees niet bevreesd, wormpje Jakob, volkje Israël, Ík help u, spreekt de HEERE, uw Verlosser is de Heilige van Israël."
Gods liefde voor het zwakke Israël betoont Hij ook in de individuele levens van hen die behoren tot dit volk. De bange Mozes wordt gebruikt om het volk uit Egypte te leiden, de hoer Rachab speelt een cruciale rol bij de inname van Jericho, de twijfelende richter Gideon krijgt een teken en mag vervolgens het volk van hun belagers verlossen, David is een kleine herdersjongen die door geloof de grote reus Goliath verslaat en koning wordt, en de depressieve Elia verslaat door Gods kracht een overtal aan Baälpriesters tijdens een offerwedstrijd. En zo zijn er in het Oude Testament nog veel meer voorbeelden te vinden van zwakke mensen door wie God een krachtig werk doet. De wereld ziet hen vaak over het hoofd. Zoals de arme, maar wijze man uit Prediker 9 die de stad door zijn wijsheid had kunnen redden. Het zijn juist die mensen die voor God van waarde zijn en door wie Hij Zijn kracht wil bewijzen.
Zwakkelingen in het Nieuwe Testament
Ook in het Nieuwe Testament zien wij dat God juist de zwakken op het oog heeft. Het begint al met de geboorte van de Heere Jezus. Weliswaar is Hij een nakomeling van David, maar zijn ouders zijn vrij onbetekenend. Jozef is een eenvoudige timmerman en van Maria weten wij niet meer dan dat zij familie is van Elizabeth, de moeder van Johannes de Doper. Na Zijn geboorte wordt Jezus in een voerbak gelegd. Een fatsoenlijk huis is niet voorhanden. Het eerste kraambezoek bestaat uit het uitschot van de maatschappij, namelijk herders. En als Jezus in de tempel aan God wordt voorgesteld, kunnen Jozef en Maria slechts het armenoffer brengen bestaande uit een paar duiven. Een tijd later komen er dan nog een paar buitenlanders langs.
Wanneer de Heere Jezus opgroeit, wordt het allemaal niet veel glorieuzer. Hij groeit op in het Galilese Nazareth waarover gezegd wordt: "Kan uit Nazareth iets goeds komen?" (Joh. 1:47). Bovendien is Galilea achtergebleven gebied waar op neergekeken wordt omdat er een sterke vermenging met mensen uit andere volken is. Zelfs als Zijn bediening begint, wordt het niet veel beter. Degene die Zijn komst moet aankondigen is Zijn achterneef Johannes. Dit is een wat vreemde figuur die in de woestijn verblijft en daar gekleed in een kamelenvel leeft van honing en sprinkhanen. En als Jezus Zelf gaat prediken, behoren tot zijn eerste volgelingen mensen uit een randgroep, namelijk vissers. Deze vissers zijn bovendien ook nog eens afkomstig uit het 'achterlijke' Galilea.
En als de Heere Jezus dan gaat prediken, zoekt Hij Zijn gehoor niet bij vooraanstaanden, maar vindt Hij zijn aanhang vooral bij zwakkeren: zieken, armen, bezetenen, hoeren, tollenaars en zelfs sommige Romeinse vijanden behoren tot zijn volgelingen. Wij horen Jezus zelfs ageren tegen de geestelijke elite van het land. Hij heeft niets met hen op. Een treffend voorbeeld hiervan is te vinden in de gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar (Lukas 18). Beiden komen naar de tempel om te bidden. De Farizeeër is God dankbaar dat hij niet als anderen is, zoals rovers, onrechtvaardigen, overspelers en ook niet als de tollenaar. De tollenaar kan alleen maar op een afstand blijven staan en zeggen: "O God, wees mij, de zondaar, genadig." De Heere Jezus stelt vervolgens dat niet de Farizeeër, maar de tollenaar gerechtvaardigd naar huis ging, waar Hij de volgende woorden aan toevoegt: "Want ieder die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden." Ook moeten wij denken aan de woorden uit Mattheüs 5. Hier spreekt de Heere Jezus zaligheid uit over armen van geest, treurenden, zachtmoedigen, rechtvaardigen, barmhartigen, etc. Wij vinden hen doorgaans eerder bij de onderklasse terug dan bij de elite van de samenleving.
Wij weten hoe het verder gaat met de Heere Jezus. De geestelijke leiders moeten hem niet en gebruiken de geldzucht van één van Zijn volgelingen om Hem te laten verraden. Daarna wordt Hij, na wat gemarchandeer, door de Romeinse machthebber ter dood veroordeeld. Een leven in nederigheid begonnen, eindigt zo nog lager dan het begonnen is, namelijk aan het kruis, symbool van vervloeking. De apostel Paulus beschrijft deze gang van de Heere Jezus heel mooi en stelt Hem als voorbeeld: "Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in de gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood" (Filipp. 2). Gelukkig eindigt het niet bitter en roemloos met de kruisdood, maar zien wij de woorden van de Heere Jezus uit Lukas 18 bewaarheid worden in Zijn opstanding en hemelvaart, zoals ook Paulus in het vervolg van Filippenzen beschrijft: "Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en Hem een Naam geschonken boven alle naam, opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader" (Filipp. 2:9-11).
Foto: Paulus (Rembrandt -1657)
Het is deze Paulus die zelf ook een voorbeeld van zwakheid is. Zelf schrijft hij in 2 Korintiërs 10:10 dat over hem gezegd wordt dat zijn brieven weliswaar gewichtig en krachtig zijn, maar dat zijn voorkomen zwak en zijn spreken verachtelijk is. Ook had Paulus een aandoening die hem door God was gegeven om hem nederig te houden (2 Korintiërs 12). Paulus leed erg onder deze aandoening en hij had God ook driemaal gevraagd om deze van hem weg te nemen. Gods antwoord was: "Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht" (vs. 9). Gevolg is dat Paulus zijn menselijke zwakheid juist als een zegen beschouwt, omdat daarin Gods kracht ten volle kan uitwerken. Hij concludeert: "Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig."
Ook de toehoorders van Paulus zijn niet altijd 'groots' te noemen. Tegen de Korintiërs zegt hij in 1 Korinthe 1 dat er onder hen niet veel intellectuele, machtige en beroemde mensen zijn te vinden. Naar wereldse maatstaven zijn zij zelfs dwaas en zwak te noemen. Toch heeft God hen uitgekozen om Zijn goedheid te tonen. Zij vormen zo een voorbeeld voor de wereld. God wil laten zien dat geen enkel mens door eigen kracht, macht of rijkdom tot Hem komen, maar dat dit slechts door Jezus Christus kan: "Maar uit Hem bent u in Christus Jezus, Die voor ons is geworden wijsheid van God en gerechtigheid, heiliging en verlossing, opdat het zal zijn zoals geschreven staat: Wie roemt, laat hij roemen in de Heere" (1 Kor. 1:30-31).
Besluit
Zo is door de hele Bijbel heen te zien dat God juist de zwakke op het oog heeft. Sterker nog, zwakte vormt juist de beste voedingsbodem voor geloofsgroei. Terwijl rijkdom, kracht, macht en intellect dikwijls een belemmering kunnen vormen in het vinden van God. In de volgende artikelen zullen wij hier telkens opnieuw bij bepaald worden. Daarin zullen wij het onder andere hebben over zieken, gehandicapten, depressieven, ouderen en armen.
De eerste bedoeling van deze artikelen is om hen die in wereldse zin zwak zijn te bemoedigen, door hen er op te wijzen dat zij er – ondanks dat zij er in deze wereld niet toe doen – bij God wel toe doen en zij krachtig in Hem kunnen en mogen zijn. Verder is het belangrijk dat iedere gelovige gaat beseffen dat je voor God niet méér waard bent als je rijk, machtig, krachtig, intelligent, beroemd of succesvol bent. Mensen (en ook medegelovigen) om ons heen kunnen dit belangrijk vinden, maar om God te kennen is het niet van belang en kan het zelfs tegenwerken. Een charismatische voorganger is niet per definitie een betere gelovige dan iemand die verstandelijk beperkt is. En geloofsgroei wordt zeker niet méér gevormd bij een atletische deelnemer aan een karakterweekend, dan bij iemand die dag in dag uit worstelt met een handicap. Waar het uiteindelijk om gaat, is hoe wij onder alle omstandigheden leven vanuit geloof in en afhankelijkheid van de Heere Jezus Christus.
"Alle dingen zijn mij mogelijk door Christus, Die mij kracht geeft"
Filippenzen 4:13