Het bomenfeest of: Toe Bisjevat
Het is heel interessant om in de Joodse kalender het directe verband te zien met de loop der seizoenen en de groei, de bloei en de oogsttijd van bomen en planten.
‘Toe Bisjevat’ betekent letterlijk: de 15e van de maand Sjevat (d.i. de 11e maand – januari/februari).
Het feest bestaat voornamelijk uit het eten van veel verschillende fruitsoorten uit Israël. In 2017 valt deze Joodse feestdag volgens onze kalander op 11 februari en dat is natuurlijk veel te vroeg om dan al fruit van de nieuwe oogst te eten. Het meeste dan gegeten fruit wordt dan ook geïmporteerd van buitenaf.
In een warm klimaat is de functie van een boom nog belangrijker dan bij ons in het koudere Nederland. Bomen betekenen schaduw en vruchten en zij leveren zuurstof: levensadem voor de mens. Een boom is dus zeer waardevol en ook God beschermt de bomen met een niet mis te verstane en beargumenteerde omschrijving in Deuteronomium 20, vers 19: “Wanneer u een stad vele dagen belegert en er tegen strijd om haar in te nemen, dan moet u haar vruchtbomen niet te gronde richten door de bijl erin te slaan. U kunt er immers van eten: daarom mag u ze niet omhakken om ze een belegeringswal voor u te laten worden, want het geboomte van het veld is voedsel voor de mens. Maar de boven waarvan u weet dat het geen vruchtbomen zijn, mag u te gronde richten en omhakken om een belegeringswal te bouwen tegen de stad die oorlog tegen u voert, totdat ze ten onder gaat.”
In Israël viert men heden ten dage dit ‘Nieuwjaarsfeest van de bomen’ ook als afsluiting van het winterseizoen en de komst van het voorjaar. Tegenwoordig wordt er vooral een gezellige boomplant-dag van gemaakt voor schoolkinderen om hen op deze manier het belang van vruchtbomen en planten duidelijk te maken. Het is al wel een heel oud, maar nu geen groot, feest meer en wordt zeker niet door Joden wereldwijd gevierd. Het wortelt ook niet in de Tora en veel dikke boeken van beroemde rabbi’s reppen er nauwelijks over. De gewoonte om op Toe Bisjevat speciaal te bidden voor een goede en bruikbare Etrog (= citrusvrucht) voor het aanstaande Loofhuttenfeest is ook al eeuwenoud.
Inleiding
Stel je toch eens een aarde voor, waar geen bomen zouden groeien. Waar je ook bent, altijd zijn er wel bomen te ontdekken. De lijn van de horizon wordt veelal bepaald of beperkt door bomen en/of struiken. Een oeroude eik kan iets mystieks uitstralen, juist omdat hij al zo oud is. Heeft hij Napoleon nog meegemaakt?
Soms kom je ze nog wel eens tegen, van die majestueuze aartsvaders van bomen, die weer en wind al eeuwenlang schijnbaar moeiteloos trotseren. Ze dwingen respect af.
De mensheid heeft al vroeg het nut van de boom ontdekt. Men kon van de vruchten eten en men gebruikte het hout als bouwmateriaal en als brandstof. Men bouwde er huizen en boten van, en werktuigen en wapens. De Romeinen gebruikten hout om er wegen van te maken: de Romeinse heerbanen. Men maakte klompen, muziekinstrumenten, meubels, vaten en gereedschap. Het zachte grenenhout en het stoere eiken, het vlammende mahonie, het taaie populieren en het witte essen, elk met zijn eigen geuren en kleuren en unieke eigenschappen. Het superlichte balsahout en het 10 keer zo zware pokhout dat niet drijven wil.
Er zijn duizenden soorten bomen op aarde. Van wolkenkrabbers als de Eucalyptus van 100 meter hoogte en meer tot de lage, gedrongen Apenbroodbomen.
Bomen worden tegenwoordig in toenemende mate gekapt en het hout wordt nog steeds gebruikt als bouwmateriaal of verfraaiing van in- en exterieurs of om de beurs van de boseigenaar te spekken. God schiep een schitterende verscheidenheid aan bomen en de boom in onze tuin biedt heerlijke schaduw tegen de felle zon in de zomer. Later in het jaar verduistert hij niet veel, want voor de winter gooit hij eerst alle blad naar beneden. Prima geregeld.
Bomen, daar kun je over bomen
Bij oude boerderijen en woonhuizen zie je vaak boven de voordeur een gietijzeren versiering in het bovenlicht in de vorm van een boom: De Levensboom.
Dat is van zeer oude oorsprong toen de mens de boom beschouwde als het symbool van het leven en doorgever van het leven. Familie-afstammingen noemen we daarom ook ‘stambomen’.
Men kende ook de heilige bomen waaronder rechtspraak gehouden werd en vergaderingen. Ook Jozua richtte een steen op onder de eikenboom die bij het heiligdom stond, volgens Jozua 24:26.
En de engel die een gesprek met Gideon had, nam plaats onder ‘de eik’ die bij Ofra staat (Richt. 6:11).
Vroeger veronderstelde men in iedere boom een geest die, voor hij omgehakt zou worden, eerst even door de houthakker gewaarschuwd werd, zodat hij in een andere boom kon overgaan.
Soms wilde men bewust de geest in het hout laten om de eigenaar te beschermen, waaruit het ‘afkloppen’ is overgebleven. Voor de goede orde: dit moet wel op blank en onbewerkt hout!
Oeroude bomen
Wij mensen zijn van die beperkte zielen. Stelt u zich een boom voor die zo majestueus was dat hij de naam General Sherman kreeg. Het was een Sequoia met een hoogte van 83 meter en een stamomtrek op de grond van 31 meter. Maar er zijn nog hogere, bijvoorbeeld een 120 meter hoge Hyperion die nog steeds hoger groeit. De oudste boom schijnt de Pinus Longaeva (= langlevende den) te zijn en de leeftijd wordt geschat op meer dan 4500 jaar. Deze laatste ‘Metusalem’ onder de bomen heeft de tijd van Abraham nog meegemaakt! Veel ouder kan een boom waarschijnlijk ook niet zijn, want rond die tijd was de zondvloed met alle catastrofale gevolgen van dien.
De eerste bomen in de Bijbel
De eerste boom die in de Bijbel na de schepping bij naam wordt genoemd in Genesis 2:9 is de ‘Boom des levens’ die precies in het centrum van de hof van Eden staat. Het begint dus met de Boom des levens en zo laat God Zich kennen: het Leven staat bij Hem centraal.
De tweede boom, daar onmiddellijk naast, was ‘Boom van de kennis van goed en kwaad’. Twee hele bijzondere bomen, waarvan de indruk wordt gewekt dat er van ieder maar één exemplaar aanwezig was.
Van de Boom van de kennis van goed en kwaad mocht naar Goddelijk bevel niet gegeten worden.
Nadat de mens toch van die boom heeft gegeten, spreekt God de woorden: “Zie de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de Boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig leeft” ( Gen. 3:22).
Na de zondeval hebben we van beide bomen niets meer vernomen, maar in Openbaring 2:7 klinken de woorden: “Wie overwint, hem zal ik te eten geven van de Boom des levens, die midden in het paradijs van God staat.”
Uit de woorden van Openbaring 22:1 en 2 blijkt dat die ene Boom des levens tegelijkertijd in het midden van haar straat staat en aan beide zijden van de “zuivere rivier, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam.”
Die Boom produceert twaalf maanden per jaar vruchten en de bladeren zijn tot genezing der volkeren. Hij staat in het nieuwe Jeruzalem dat uit de hemel neergedaald is.
Schitterend om al in Ezechiël 47 een profetie te lezen over deze Boom van het Leven. Dat is nu nog steeds toekomst, want er wordt dus ook in Opbaring 22 over gesproken.
Wat een schitterende eigenschappen heeft deze Boom des Levens en wat een prominente plaats in de Bijbel: Gods Woord begint ermee en eindigt ermee. De Boom des levens staat natuurlijk voor Christus Die als Enige het Leven kan geven.
Bomen spelen een prominente, typologische rol in de Bijbel
De eerste Psalm begint er al mee. Het gaat over een man, die niet wandelt in de raad van de goddelozen en die niet staat op de weg van de zondaars en hij is ook niet te vinden op de stoel van de spotters: maar deze man vindt zijn plezier in de wet van de Heere. Hij overdenkt die zelfs dag en nacht.
Welke man zou hiervoor in aanmerking kunnen komen? Ik ken er maar één en dat is Jezus Christus. Alleen Hij is Degene (Ps. 1:3) bij Wie alles gelukt (Jes. 53:10). En Hij was in eerste instantie omgehakt, Zijn aardse bestaan gaf Hij op (Joh. 10:17-18).
Volgens Job 14:7 is er juist voor een omgehakte boom hoop en zodra hij maar water ruikt, komt hij weer tot leven.
En deze Boom is overgeplant naar een plek, vlak bij het levende water en zijn wortels zijn in het verborgene zelfs rechtstreeks uitgelopen naar die waterloop, volgens Jeremia 17:8. Kijk, dan heb je vervolgens geen problemen als er een heel jaar droogte volgt. Dan heb je ook geen weet van hitte, blijft het blad groen en er blijven vruchten groeien.
Zo leren we als gelovigen hiervan:
Vruchtdragen is geen voorwaardeis voor nieuw leven, maar juist een gevolg hiervan.
Prachtig om te lezen dat God in Zijn Woord de boom zo vaak overdrachtelijk gebruikt.
B.v. in Daniel 4:10-26: De visioenen nu die mij op mijn bed voor ogen kwamen, waren deze: Ik keek toe en zie, een boom, midden op de aarde, groot was zijn hoogte. De boom werd groot en sterk, zijn hoogte reikte tot aan de hemel en hij was te zien tot aan het einde van heel de aarde.
Daniel legt later uit in vers 20-26; : De boom die u gezien hebt . . . dat bent u, o koning, u die groot en sterk bent geworden. Maar ook deze boom wordt omgehouwen en vernietigd, maar de stronk blijft in de grond staan. Vers 27: daarom, o koning, laat mijn raad u welgevallig zijn: breek met uw zonden door gerechtigheid te betrachten en met uw ongerechtigheden door genade te bewijzen aan de ellendigen. Misschien zal er dan verlenging van uw voorspoed zijn.
Maar deze koning/boom was te zeer verguld van zichzelf en hij raakte zijn verstand kwijt en gedroeg zich zeven jaren als een koe en at gras, totdat hij erkende dat de God van de hemel de heerser is.
Het Hebreeuwse woord voor boom is ‘Ets’
De ‘Boom van het Leven’ noemt men: Ets Chajiem en dat is dezelfde naam voor de stokken van een boekrol van de Thora. Inderdaad is hierin ‘Het Leven’ te ontdekken.
God gaf al die voorschriften en wetten en aanbevelingen uitsluitend opdat Israël het hoofd der volkeren zou kunnen worden. Het was nooit als een keurslijf of test bedoeld maar slechts ten voordele voor Zijn volk. Deuteronomium 28, vers 13: “De Heere zal u tot een hoofd maken en niet tot een staart, en u zult uitsluitend omhoog gaan en niet omlaag, als u gehoorzaam bent aan de geboden van de Heere uw God, waarvan ik u heden gebied dat u ze in acht neemt en houdt, en als u niet afwijkt van al de woorden die Ik u heden gebied, naar rechts of naar links, door andere goden achterna te gaan en die te dienen.”
Van Xylofoon tot Xilotheek
‘Hout’ is xulon in het Grieks en dit vinden we terug in het muziekinstrument Xylofoon, met voor iedere toon een ander houten latje. Een Xilotheek is een collectie van zo veel mogelijk verschillende soorten hout. We vinden er een hele mooie in Franeker.
Universiteit van Franeker
Van 1585 tot 1811 is er een universiteit gevestigd in de Friese stad Franeker. Bij de oprichting van de universiteit bevinden we ons in de Opstand (Tachtigjarige oorlog).
Groningen is Spaansgezind, maar in Friesland is de macht in handen van een klein clubje calvinisten gekomen. Om hun machtsbasis uit te breiden is het goed om meer protestantse predikanten te hebben. De dichtstbijzijnde opleidingsplaats is de universiteit in Leiden. Voor veel jonge mannen uit Friesland is de reis naar Leiden te ver en te duur. Er wordt besloten om een universiteit in Friesland op te richten. Het ligt voor de hand om deze in de belangrijkste stad van Friesland te vestigen en dat is natuurlijk de hoofdstad Leeuwarden. Maar Leeuwarden heeft nogal wat te stellen met de Friese edelen. Daarom wordt besloten om de universiteit in Franeker te vestigen, omdat het hier relatief rustig is op het oorlogsfront en er ruimte is in de vorm van het pas ontruimde Kruisbroederklooster.
Afbeelding: Het onderkomen van de Universiteit van Franeker, op een ets van Pieter Feddes van Harlingen uit 1611 (Rijksmuseum).
Xylotheek
Een xylotheek is een verzameling van houten kistjes in boekvorm. De naam is ontleend aan de Griekse woorden 'xylon', hout en 'theke', bewaarplaats. In gesloten toestand lijken de kistjes op boeken.
Lodewijk Napoleon schonk de xylotheek in 1809 aan de Franeker universiteit. Het geheel bestaat uit 158 delen, die zijn genummerd op de 'boekband'. Er zijn hiaten in de nummering. Omdat Lodewijk Napoleon in 1810 uit Nederland vertrok is de beloofde nazending nooit gebeurd. De Franeker xylotheek is uniek omdat het de meest complete xylotheek van Nederland is. Ook in Enschede, Baarn en Groningen zijn xylotheken, maar deze zijn niet zo groot en van dezelfde kwaliteit als de Franeker xylotheek.
Ontstaan
De maker van xylotheek in Franeker was Ferdinand Alexander von Schlumbach (1772-1835). Hij was afkomstig uit Neurenberg. Hij maakte nog enkele universiteitsxylotheken. Von Schlumbach is niet de uitvinder van het fenomeen xylotheek. Dat was waarschijnlijk C. Schildbach, die vanaf 1778 aan een kolossale xylotheek in Kassel werkte. Deze verzameling bestond uit 546 deeltjes.
De xylotheek was een belangrijk hulpmiddel bij de bestudering van bomen en struiken. Voor en achterplat zijn gemaakt uit het hout van de boom die binnenin beschreven staat. De rug is gemaakt van een dikke tak van dezelfde boom. Binnenin is een beschrijving van de boom geplakt en in het kistje bevinden zich kenmerkende delen van de plant, zoals wortel, blad, mannelijke en vrouwelijke bloem, vrucht, zaad, kiemplant, doorsneden van het hout en houtskool. In afzonderlijke doosjes worden stuifmeel en as bewaard.
Van Dendron naar Dendrologie
‘Boom’ is dendron in het Grieks en de eerste keer dat het in het Nieuwe Testament voorkomt, is in Mattheüs 3, vers 10: “De bijl ligt zelfs al aan de wortel van de bomen: elke boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.”
Dit werd tegen de Joden gezegd toen de boodschap hoogst actueel was: “Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Want Deze is het over wie gesproken werd door de profeet Jesaja toen hij zei: De stem van een die roept in de woestijn: maak de weg van de Heere gereed, maak Zijn paden recht” (Matt. 3:2-3).
Ook hier wordt de mens vergeleken met een boom als het gaat om vruchtdragen. Israël als vrouw van de Man werd geacht vrucht te dragen, maar het volk bleef in duisternis wandelen ondanks het grote Licht dat gekomen was.
Over het voortbrengen en ontbreken van vrucht(en) gaat het veelvuldig in het Evangelie naar Mattheüs. Israël droeg geen vrucht, zoals ook Jesaja al zei: “Hij verwachtte dat hij goede druiven zou voortbrengen, maar hij bracht stinkende druiven voort. Nu dan, inwoners van Jeruzalem en mannen van Juda, oordeel toch tussen en Mijn wijngaard. Wat is er nog meer te doen aan Mijn wijngaard dan wat Ik eraan gedaan heb?”(Jes. 5:2). En dan in vers 7: “Want de wijngaard van de Heere van de legermachten is het huis van Israël.” Zo werd het voorzegd en zo is het gegaan en ook nu nog is er geen verandering.
Bij de studie over bomen, dendrologie, bepaalt men o.a. aan de hand van de jaar- of groeiringen wanneer een boom geleefd heeft, en aan de breedte van die ringen hoe die boom leefde. Brede jaarringen duiden op een goed jaar met voldoende regen en zonneschijn. Smalle jaarringen duiden op arme jaren.
Zo is ook achteraf bij Israël te zien welke de goede jaren waren en welke de magere. Mogelijk dat in de gouden tijd van koning Salomo de ‘jaarringen’ wat breder zijn geweest dan in andere tijden.
Hoe dan ook, de tijd van overvloed moet ook voor Israël nog komen! Israël wordt in de Bijbel vergeleken met bomen, zoals de vijgenboom en olijfboom, de wijnstok, de palmboom en de granaatappelboom (zie bijv. Joël 1:12). De Heere Jezus vervloekte eens een vijgenboom wegens het ontbreken van vruchten (Matt. 21:19), een teken van het onvruchtbare Israël. Later zei Hij: “Leer van de vijgenboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht wordt en de bladeren uitspruiten, dan weet u dat de zomer nabij is” (Matt. 24:32). Met die ‘zomer’ wordt het (komende) Koninkrijk bedoeld (zie Luk. 21:31).Het wijst vooruit op de wederkomst van Christus. Dan zal het (gelovige) volk van Israël worden verlost, hersteld en op de plaats van bestemming terechtkomen.
Jesaja zegt daarover: “Want in blijdschap zult u uittrekken en met vrede voortgeleid worden. De bergen en de heuvels zullen voor uw ogen uitbreken in gejuich en alle bomen van het veld zullen in de handen klappen” (55:12). En: “In wat zij bouwen, zal geen ander wonen, van wat zij planten, zal geen ander eten. Want de dagen van Mijn volk zullen zijn als de dagen van een boom, en Mijn uitverkorenen zullen lang genieten van het werk van hun handen” ( 65:22). Dan zullen de “bomen van de HEERE worden verzadigd” (Ps. 104:16).
Ja, uiteindelijk zal heel de aarde eten van de vruchten van de Boom des Levens!