Uitverkoren in de Zoon
Er was eens een jongetje van zeven die schreef op de muur van zijn kamer: “Ik ben ikke en ik ben tof want wat God maakt is geen rommel.” Zo begint in een jongerentijdschrift een artikel over de vraag: "Wie ben ik?" Het artikel gaat over de waarde die wij hebben voor God. Nu, als er één tekst spreekt over deze waarde is dat deze: "Hij heeft ons immers in Hem uitverkoren voor de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn voor Zijn aangezicht in liefde." (Efe.1:4) Voordat we voor de eerste keer ademhaalden, voordat er nog maar één cel van ons lichaam was gevormd, had God ons al uitgekozen. Hij deed dit met een zeer bijzonder doel: om er voor Hem te zijn. Dit doel van God heeft alles te maken met Zijn wezen. Hij is Liefde en wil Zijn liefde delen met mensen in Zijn nabijheid; ja, met mensen die voor eeuwig leven in de Goddelijke atmosfeer van liefde.
God koos al voor de grondlegging van de wereld. Deze uitverkiezing, waar velen lang over nadachten, is echter niet willekeurig en staat niet op zichzelf. Het staat in verband met Gods Zoon, de Here Jezus Christus. Er staat dat wij in Hem zijn uitverkoren. Onze uitverkiezing is verbonden met de Zoon. Zij die in de Zoon geloven hebben deel aan deze uitverkiezing. En God wist toen al wie voor Hem zou kiezen!
Het uitverkoren zijn heeft inderdaad een duidelijk omschreven doel: opdat wij heilig en onberispelijk zouden zijn! Echter, dit raakt enkel onze binnenkant. We kunnen van binnenuit gaan stralen door de liefde van God. Die bracht Hem ertoe Zijn Zoon te geven voor onze zonden! Opdat wij in Gods aangezicht zondeloos zouden worden en daardoor heilig en rein van binnen. Dit wil(de) God met Israël bereiken en koos Hij voor dit volk. Dit wil en doet God ook met ons.
Gratie verleend uit liefde
Zo groot is Gods liefde. Desondanks is niet ónze innerlijke, Goddelijke schoonheid het belangrijkste. Immers deze brengt de Here Jezus in ons tot stand. Onze heiligheid en reinheid staat eigenlijk niet centraal. Het gaat altijd om de Here Jezus Christus. Hij is de Zoon van Gods liefde. Wij zijn waardevol omdat Hij boven alles waardevol is. Onze waarde ontleent zich aan de waarde die Christus voor God heeft. Onze uitverkoren zijn is onlosmakelijk verbonden aan de Persoon: Christus.
Wat, als wij ons waardeloos voelen, niet mooi en verwerpelijk vinden? Dan mogen wij ons afvragen wat de Here Jezus voor ons betekent. Wij zijn geschapen in Hem. En, maakt God rommel?
Als wij onszelf bekijken in het licht van Efeze 1:1-3 ziet God ons als het ware niet zitten. Voordat wij tot geloof kwamen waren wij dood door overtredingen – dit is het niet doen van Gods wil – en zonden. Wij waren kinderen van ongehoorzaamheid. Mensen met een innerlijke drang om niet naar God te luisteren, maar naar onszelf. Gericht op uiterlijke dingen, het lichaam en eigen gedachten volgend. Wij waren kinderen die de straf van God hadden verdiend, omdat wij zonder geloof in de Here Jezus waren en niet verlost.
Het is onmogelijk dat de mens zelf zich mooi, heilig en onberispelijk voor God maakt. God bewerkt dit in hen die geloven in Zijn Zoon. Hij kende de mens en wist wat er nodig was om onberispelijk door God te worden aangezien. Ons menselijk 'materiaal' kan zichzelf niet veranderen, maar de Beeldhouwer wel. Wij zijn van nature niet in staat om mooi te zijn voor God. God moet ons daarom gratie verlenen van alle onze overtredingen en zonden. God doet niets liever dan dat! Zijn gratie is volkomen en kan door niets worden verminderd. Het is de genade van God. Een gratie die het mogelijk maakt om eeuwig bij God te kunnen vertoeven, omringd door Zijn liefde. De genade houdt schuldvergeving in en verlossing van de macht van de zonde.
Deze gratie wordt verleend uit barmhartigheid aan een ieder die gelooft dat Jezus, de Zoon van God, ons verlost. De tekst, warmee we het artikel afsluiten, toont dit duidelijk aan:
"God echter, die rijk is aan erbarming, heeft, om Zijn grote liefde, waarmede Hij ons heeft liefgehad, ons, hoewel wij door waren door de overtredingen mede levend gemaakt met Christus – door genade zijt gij behouden." (Efe. 2:4 en 5)