Menselijke nood, diepe ellende, maar ook grote blijdschap en rijke zegen zijn dingen die beschreven worden in de psalmen. In een groot aantal van deze liederen klinkt de stem van de Heere Jezus Christus door, Die vooraf getuigenis gaf door Zijn Geest van het lijden dat over Hem zou komen en van de heerlijkheid daarna. Behalve de stem van de Heere Jezus 'horen' we in verschillende psalmen ook de stem van het gelovig overblijfsel van Israël. Psalm 80 is daar een voorbeeld van. Vanuit verdrukking en smaad wordt de Heere gebeden om Zijn volk toch niet te vergeten, maar het te herstellen; het terug te brengen.
In het Nieuwe Testament wordt het woord 'psalm' alleen door Lukas en Paulus gebruikt. In totaal zevenmaal. De twee laatste teksten waarin dit het geval is, zijn beide door Paulus geschreven, in zijn 'late brieven'. Deze teksten bevatten in grote lijnen dezelfde woorden:
- "En word niet dronken van wijn, waarin losbandigheid is, maar word vervuld met de geest, en spreek onder elkaar met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zing voor de Heere en loof Hem in uw hart, en dank altijd voor alle dingen de God en de Vader in de Naam van onze Heere Jezus Christus" (Efe. 5:18-20) en
- "Laat het Woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart. En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u de God en de Vader dankt door Hem" (Kol. 3:16 en 17).
In beide teksten gaat het over "psalmen, lofzangen en geestelijke liederen". Het boek van de Psalmen bevat er honderdvijftig. Hoewel we gewend zijn ze alle 'psalmen' te noemen, zouden we ook kunnen zeggen dat dit boek in werkelijkheid uit honderdvijftig psalmen, lofzangen en geestelijke liederen bestaat. Zie bijvoorbeeld de opschriften van Psalm 3 ("een psalm"), Psalm 145 ("een lofzang") en Psalm 46 ("een lied"). Heel het Psalmenboek mag een plaats hebben in ons leven. Niet omdat het daarin rechtstreeks over 'ons' gaat. Maar wel omdat we er lessen uit mogen trekken wanneer wij ons herkennen in de omstandigheden waarin de diverse psalmschrijvers (zeker David) zich bevonden. Denk daarbij aan benauwdheid, ziekte, zonde, tegenslag, tegenstand, etc. We worden bemoedigd en onderwezen door de wijze waarop zij op de Heere vertrouwden ondanks alles wat hen overkwam.
Het Psalmenboek begint met: "Welzalig de Man, Die niet wandelt in de raad van de goddelozen ...". Hiermee wordt verwezen naar de Heere Jezus toen Hij op aarde was. Het boek eindigt met: "Laat alles wat adem heeft de HEERE loven. Halleluja".
Het laatste zou niet mogelijk geweest zijn zonder het eerste. Gods Zoon kwam op aarde om Zijn leven te geven - in de eerste plaats voor Zijn 'schapen'; dat is: Zijn volk. Als het Lam van God bracht Hij de verlossing door Zijn bloed tot stand. Hierdoor is alles wat adem heeft in staat Hem te loven. Halleluja! Geloofd zij de HEERE.
Inhoud
Hoofdstuk 1 - Het Psalmenboek
- Het woord psalmos in het Nieuwe Testament
- De opening van Uw woorden
- Asaf
Hoofdstuk 2 - "Zoon" in het Psalmenboek
- Psalm 2:7
- Psalm 2:12
- Psalm 8:5
- Psalm 72:20
- Psalm 86:16 en 116:16
- Psalm 89:28
Hoofdstuk 3 - Indeling van Psalm 80
- Op- en onderschrift van deze psalm
- De driedeling in Psalm 80
- Breng ons terug
Hoofdstuk 4 - Bede tot de Herder van Israël
- De Leider van het volk
- De 'Herder van Israël', Die te midden van het volk optrekt
- Tot hoelang?
Hoofdstuk 5 - De wijnstok en de Zoon
- De wijnstok
- Het planten
- Het is om de Zoon ...
- De Man van Uw rechterhand
Zie voor meer info en evt. bestellen: Everread.nl