In dit artikel bekijken wij wat er in de periode na Handelingen 28 over lichamelijke genezing staat geschreven. Dit is de periode van genade. Daarin staat niet, zoals in Handelingen, de aardse hoop, positie en roeping van Israël centraal, maar die van het Lichaam van Christus, met een hemelse roeping. We zullen bemerken dat de zegen van genezing geen vaststaand gegeven is voor hen die behoren tot dit Lichaam. Dit wil niet zeggen dat God in onze tijd nooit mensen op een wonderbaarlijke manier geneest.
Lichamelijke genezing na Handelingen 28
Om een goed beeld te krijgen van lichamelijke genezing door Goddelijke kracht in de periode na Handelingen 28, raadplegen wij de Bijbelboeken die ook na die tijd geschreven zijn. Dit zijn de brieven van Paulus aan Efeze, Kolosse, Filippi, Filemon, Titus en Timoteüs.1) Deze zogenaamde 'late brieven' van de apostel handelen over de hoop, positie en roeping van gelovigen in deze tijd. Wat hierin over lichamelijke genezing staat kunnen wij zonder enig voorbehoud op onszelf toepassen.
In de Handelingentijd beschikte Paulus in sterke mate over de gave van genezing. Zo lezen wij: "En God deed buitengewone krachten door de handen van Paulus, zodat ook zweetdoeken of gordeldoeken van zijn lichaam aan de zieken gebracht werden en hun kwalen van hen weken en de boze geesten uitvoeren." (Hand. 19:11 en 12) De apostel bezat tot vlak voor zijn aankomst te Rome (zie hoofdstuk 28), die van God gegeven kracht. Onderweg naar Rome, op Malta, bleef hij ongedeerd na de beet van een adder en genas daarna vele zieken. Zo zien we dat vlak vóór de terzijdestelling van Israël lichamelijke genezing nog aanwezig was. Met het uitstel van Israëls beloften, werd ook de zegen van genezing door geopenbaarde Goddelijke kracht weggenomen.
Dit blijkt uit de gebeurtenissen die Paulus meemaakte:
- Epafroditus was zo ziek dat hij bijna stierf: "Hij is ook ziek geweest, de dood nabij." (Fil. 2:26 en 27)
- Timoteüs kreeg van Paulus advies om wijn te drinken ter verlichting van zijn kwalen: "Drink voortaan niet alleen water, maar gebruik een weinig wijn voor uw maag en voor uw gedurige ongesteldheden.” (1 Tim. 5:23)
- Trofimus blijft ziek achter: "Trofimus heb ik ziek achtergelaten te Milete." (2 Tim. 4:20)
Als toen de gave van genezing door handoplegging en oprichting nog aanwezig was, had Paulus eenvoudig deze voor hem zo belangrijke dienaren weer kunnen genezen. Epafroditus en Trofimus had hij simpelweg aan kunnen raken en Timoteüs had hij een gordeldoek of zweetdoek kunnen zenden. Genezing was dan een feit geweest. Toch gebeurde dit niet, want het was een zegen behorend bij Israëls Koninkrijk. Maar de komst hiervan was uitgesteld. Daarom was ook bij Paulus deze zegen van genezing door geopenbaarde Goddelijke kracht weggenomen.
De oplettende lezer zal merken dat Epafroditus uiteindelijk wel genezen werd, want we lezen: "…maar God heeft Zich over hem ontfermd." (Fil. 2:27) Dit toont aan dat er wel sprake was (en is) van genezing, maar nu door verborgen Goddelijke kracht. De Here geneest Zelf en niet meer door de handen van zijn dienstknechten. Genezing door verborgen Goddelijke kracht is onzichtbaar, niet te 'bewijzen' en persoonlijk bij de ontvanger bekend.
Genezing in het verborgene
Hebben de leden van het Lichaam van Christus enige garantie voor het ontvangen van lichamelijke genezing in het verborgene? In de 'late brieven' van Paulus kunnen wij hierover niets vinden. Als wij ziek worden mogen wij bidden om genezing. Echter, hoe hard we ook smeken om genezing, het is niet vanzelfsprekend dat wij dit ook ontvangen.
Lichamelijke genezing door verborgen Goddelijke kracht is dus geen specifieke zegening voor ons die in Jezus geloven. Daarentegen werkt de Here soms op verborgen wijze in het leven van de gelovige, zoals bij Epafroditus. Kortom, lichamelijke genezing door Goddelijk ingrijpen is wel beperkt aanwezig, maar geen kenmerk van deze bedeling der genade. Wij hebben wel een andere 'garantie': "Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus." (Fil. 4:6-7)
Over de uitleg dat lichamelijke genezing door geopenbaarde Goddelijke kracht niet kenmerkend is voor deze tijd, wordt wel gezegd dat deze visie afdoet aan Gods almacht. Is dat zo? Dat de Here iets in een bepaalde periode niet doet, wil niet zeggen dat Hij het ook niet kan. Gods Woord toont aan dat de Here er soms bewust voor kiest om iets niet te doen terwijl Hij dit wel kan. Zo hielp Hij Saul niet in de strijd tegen de Filistijnen toen hij in ongeloof offerde (1 Sam. 13). Ook toonde de Here Jezus in Nazareth niet veel krachten vanwege het ongeloof van de inwoners (Matt. 13:58). In deze tijd bestaat lichamelijke genezing niet als zichtbaar wonder, totdat Israël de Messias zal aanvaarden. De Here kan het wel, maar Hij doet het (meestal) niet.
Discussies
Tot zover onze plaatsbepaling over ziek-zijn en de verwachtingen die wij mogen hebben als leden van het Lichaam van Christus. Als gelovigen deze visie niet kennen ontstaan er foutieve, discutabele opvattingen. Dat komt mede, doordat de ervaring en gevoelens gesteld worden boven Gods Woord. De mens is daartoe van nature geneigd. Deze worden vaak zonder dat men er erg in heeft als uitgangspunt genomen. Aan de hand daarvan tracht men een passend antwoord te construeren vanuit de Bijbel. Op deze wijze wordt de Schrift op eigenmachtige wijze uitgelegd: "Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat." ( 2 Pet. 1:20) We gaan op enkele van dit soort punten in.
Lichamelijke genezing, kenmerkend voor deze tijd?
Sommigen menen dat God in onze tijd genezing schenkt wanneer er maar sprake is van een sterk en waarachtig geloof. Als een zieke niet geneest na bijvoorbeeld handoplegging zou deze over te weinig geloof beschikken om genezen te worden. Hoewel niet in alle gevallen, wordt er dan van uitgegaan dat hij een 'kwade geest' heeft en/of dat demonen de zieke beheersen. Dit richt veel schade aan en dat enkel omdat Gods Woord naar eigen hand gezet wordt.
Mattheüs 17: Toen het de discipelen niet lukte om een zieke man te genezen , deed de Heer dat Zelf. De discipelen vroegen, waarom zij niet konden genezen. Hij antwoordde: "Vanwege uw kleingeloof." (vers 20) Het niet genezen is hier het gevolg van onvoldoende geloof van de genezer en niet van de zieke en/of de kracht van een kwade geest.
Het doen van wonderen en ook het ontvangen ervan bewijst niet gelijk dat het hart vol geloof is en de Here toebehoort. Geloof gaat boven tekenen en wonderen uit!
Een ander punt zijn genezingen die naar medische en wetenschappelijke begrippen niet verklaard kunnen worden. Wanneer een arts bij een ernstige ziekte de kans op genezing nihil schat, maar het herstel zet toch in, stellen gelovigen al gauw dat God heeft ingegrepen. Deze redenering berust op de vooronderstelling dat de medische wetenschap in staat is alle ziekte en genezingsprocessen plausibel te verklaren. Echter, deze vooronderstelling is onjuist. Er zijn veel terreinen waarop de medische wetenschap onwetend is en vragen heeft. Wanneer iemand op onverklaarbare wijze geneest, dan hoeft dit niet automatisch te betekenen dat het een wonder is. Het kan het gevolg zijn van een natuurlijk herstelproces van het lichaam waar de medische wetenschap nog geen kennis van heeft.
Genezingsbijeenkomsten
Een gevoelig punt vormen de 'genezingsbijeenkomsten'. Is hier sprake van een manifestatie van Gods kracht, is het oplichterij of zijn demonen aan het werk? Zonder gelovigen te willen kwetsen of hun getuigenis als leugen af te willen doen, plaatsen wij een aantal kanttekeningen.
Wij zagen eerder dat lichamelijke genezing door geopenbaarde Goddelijk kracht een zegen is voor Israël. Het behoort bij de oprichting van het Koninkrijk der hemelen en de wederkomst van de Messias. In een genezingsbijeenkomst wordt vaak wel de verzoening, die Jezus tot stand bracht, gepredikt. Nimmer wordt Gods Koninkrijk in verband met Israëls herstel gepredikt. Dit is een herkenbaar punt.
Er zijn vele gevallen bekend waaruit blijkt dat genezingsbijeenkomsten enkel berusten op oplichterij of demonische werkingen. Het is niet voor niets dat de Here Jezus zegt: "Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Here, Here, hebben wij niet in Uw naam geprofeteerd en in Uw naam boze geesten uitgedreven en in Uw naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid…" (Matt. 7:22 en 23) Zijn discipelen waarschuwt Hij voor valse christussen en profeten: "Er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen tekenen en wonderen doen om, ware het mogelijk, de uitverkorenen te verleiden."(Marc. 13:22) Ook al leven wij nu nog niet in de (eind)tijd waarop de aangehaalde teksten betrekking hebben, toch heerst de boze ook nu en probeert velen van de rechte kennis van Gods wil af te houden.
Voorwaarden
Gebedsgenezers overrompelen dikwijls 'oprechte' zieken. In de wereld gebeurt precies hetzelfde (Jomanda). De verhalen zijn mooi, maar zijn ze ook betrouwbaar? Wij kunnen als leden van het Lichaam van Christus hier sceptisch tegenover staan. Immers, indien het nu opnieuw de tijd is waarin de gave van geopenbaarde Goddelijke genezingskracht werkzaam is, zijn de praktijken van gebedsgenezers op hun zuiverheid en heiligheid te herkennen. Gods Woord stelt voorwaarden aan genezing die door Zijn kracht en in Zijn Naam gebeuren.
- Is er sprake van werkelijk herstel?
- Is de genezing controleerbaar?
- Worden alle aanwezige zieken genezen?
In vroeger dagen moest de genezen persoon gecontroleerd worden door een priester op daadwerkelijk herstel (Lev. 14:). Als de Goddelijke kracht van genezing aanwezig is, worden alle zieken genezen: "En ook de menigte uit de steden rondom Jeruzalem stroomde toe en bracht zieken en door onreine geesten gekwelden mede. En zij werden allen genezen." (Hand. 5:16)
Sommigen van hen, die menen dat lichamelijke genezing door handoplegging en oprichting voor gelovigen in deze tijd bestemd is, beroepen zich op Marcus 16:18. Daar staat dat gelovigen tijdens de proclamatie van Gods (komende) Koninkrijk op aarde de beschikking krijgen over de gave van genezing: "…op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden." Dan moet toch ook de rest van het vers gestalte krijgen? Want Gods Woord is toch geen grabbelton? "Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in Mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken, slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen." Ook het opwekken van doden behoort hier toe: "Gaat en predikt en zegt: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Geneest zieken, wekt doden op, reinigt melaatsen, drijft boze geesten uit." (Matt. 10:8) Wie nuchter de zaak bekijkt, moet erkennen dat deze laatste dingen in genezingsbijeenkomsten niet voorkomen.
Tot slot…
Lichamelijke genezing kunnen wij bij God niet 'claimen', omdat het geen kenmerk van deze tijd is. Als God in het verborgene geneest, is dit bij de ontvanger bekend. Toch kunnen wij wel verlangen naar de aanwezigheid van dit aardse wonderteken. Dit verlangen is logisch en begrijpelijk, want lichamelijk lijden is vaak enorm zwaar. Op zulke momenten staat het natuurlijk vrij om in gebed tot de Here te gaan. We mogen Hem onze noden voorleggen, vertrouwend op die ene machtige belofte uit Filippenzen 4 vers 19: "Mijn God zal in al uw behoeften naar Zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus!"
Voetnoten
- In zijn vroege serie brieven 1 en 2 Tessalonicenzen, Hebreeën, 1 en 2 Korintiërs, Galaten en Romeinen lezen wij over lichamelijke genezing door geopenbaarde goddelijke kracht, zie bijvoorbeeld 1 Korintiërs 12:28 en 30. Dit zijn de enige verzen in het Nieuwe Testament die over de gave van genezing spreken.