Zuurdeeg in de Evangeliën
In de Evangeliën wordt op een aantal plaatsen over het zuurdeeg gesproken (Matt. 16:6-12, Mark. 8:15, Luk. 12:1), zoals in de gelijkenis van het zuurdeeg (Matt. 13:33 en Luk. 13:21).
Uit wat de Heere Jezus over zuurdeeg zegt, kunnen we een aantal dingen afleiden:
- Zuurdeeg is het beeld van een kwalijke leer (zie Matt. 16:12);
- de Heer noemt verschillende vormen van zuurdeeg: het deeg van de farizeeën (Matt. 16:6, 11 en 12; Mark. 8:15 en Luk. 12:1), van de sadduceeën (Matt. 16:6, 11 en 12) en van Herodes (Mark. 8:15). Met het zuurdeeg van de farizeeën en de sadduceeën bedoelt Hij bepaalde godsdienstige denkbeelden, met het zuurdeeg van Herodes: politieke inzichten;
- het zuurdeeg van de farizeeën omschrijft Hij als huichelarij (Luk. 12:1). Huichelarij (Grieks: hupokrisis) betekent: iets zeggen maar iets anders doen, voor de vorm godsdienstig zijn, maar zich in werkelijkheid verzetten tegen God, een vroom uiterlijk combineren met een binnenste vol kwade verlangens;
- van het zuurdeeg van de sadduceeën geeft de Heer geen omschrijving, maar uit Lukas 20:27 blijkt dat dit bestaat uit: niet alles geloven wat God gesproken heeft, maar slechts een deel daarvan geloven. De sadduceeën leerden dat er geen opstanding is. Ze aanvaardden de vijf boeken van Mozes, maar niet de profeten en de geschriften. Ze meenden uit het Woord van God een selectie te kunnen maken en maakten onderscheid tussen 'historisch betrouwbare' en 'mythische' passages;
- ook van het zuurdeeg van Herodes geeft Jezus geen definitie, maar Hij duidde deze machthebber eens aan als "die vos" (Luk. 13:32). Blijkbaar bestaat het zuurdeeg van Herodes uit sluwheid en politiek opportunisme. Om zijn eigen positie te handhaven, maakte de koning gebruik van slinkse streken. Toen Jezus veel aanhang kreeg en in de ogen van de gevestigde orde gevaarlijk werd, stuurde de vorst enige farizeeën naar Hem toe die zeiden: "Vertrek en ga weg van hier, want Herodes wil u doden" (Luk. 13:31). In werkelijkheid wilde de koning dat helemaal niet. Een volksoproer gevolgd door een militair ingrijpen van de Romeinen wilde hij niet riskeren. Hij liet een vals gerucht verspreiden, omdat hij hoopte dat Jezus op grond van dat gerucht het besluit zou nemen om uit zijn gebied te vertrekken… Maar Jezus trapte er niet in. Hij zag in dat het gerucht van Herodes zelf afkomstig was. Dus zei Hij tegen de farizeeën: 'Zeg tegen jullie opdrachtgever, dat Ik vandaag en morgen wonderen moet doen en pas op de derde dag zal omkomen in Jeruzalem, want als profeet kan Ik nergens anders sterven!' (Luk. 13:32 en 33).
- zuurdeeg is een verborgen kiem van bederf. Discipelen van Jezus moeten goed 'uitkijken' en ervoor "oppassen" (Matt. 16:6, 11 en 12; Mark. 8:15 en Luk. 12:1). Zoals er zuurdeeg verstopt was in het meel, zo ligt er aan veel, dat als geestelijk voedsel of als bestuurlijke wijsheid wordt verkocht, een kwalijk principe ten grondslag. Wie niet oplet, slikt gif zonder het in de gaten te hebben.
Zuurdeeg in de brieven
Niet alleen in de Evangeliën, maar ook in de brieven van het Nieuwe Testament wordt over zuurdeeg gesproken. Aan de Korinthiërs schreef Paulus: "Uw roemen is niet goed. Weet u niet, dat een beetje zuurdeeg het hele deeg doorzuurt? Zuivert het oude zuurdeeg uit, opdat u een nieuw deeg bent, u bent immers ongezuurd..." (1 Kor. 5:6-8).
Zuurdeeg staat hier model voor het oude leven, het bestaan zonder Christus, dat werd gekenmerkt door "slechtheid en boosheid". Aan de Galaten schreef de apostel: "U liep goed; wie heeft u tegengehouden, dat u de waarheid niet zou gehoorzamen? Die overreding is niet uit Hem die u roept. Een beetje zuurdeeg doorzuurt het hele deeg. Ik vertrouw van u in de Heer, dat u niet anders gezind zult zijn; maar hij die u in verwarring brengt, zal het oordeel dragen, wie hij ook is" (Gal. 5:7-10).
In de gemeenten van Galatië waren mannen ingeslopen die beweerden dat gelovigen uit de volken zich moesten houden aan de wet van Mozes en zich moesten laten besnijden om in Gods oog rechtvaardig te kunnen zijn (Gal. 5:1-6). De reactie van Paulus was scherp: rechtvaardiging is door geloof, niet door werken. Wie een keuze, een daad of een werk van de mens noodzakelijk acht voor het behoud of rekent tot de grond van de rechtvaardiging, verstopt in de blijde boodschap een zuurdeeg dat uiteindelijk de hele verkondiging zal bederven. Het Woord van God zal dan door menselijke overlevering worden aangetast, net zoals dat in Israël gebeurde door de "overlevering van de ouden" (Matt. 15:9 en Mark. 7:7).
Van dat zuurdeeg bestaan er verschillende vormen. Lees meer hierover (en over nog veel meer interessante notities) in het boek! Boeiend en verrassend! Bestelling en info: Everread Uitgevers.