We horen, zien of lezen tegenwoordig veel over genderneutraliteit: We zouden niet langer moeten/mogen spreken over man of vrouw, maar gewoon over mens. Geen aanduiding van het geslacht (Eng.: gender).
UPDATE: Zweedse kerk maakt Jezus genderneutraal! Men gebruikt het geslachtsloze voornaamwoord 'hen' in plaats van het mannelijke 'han'. Zie hier.
Is dit zomaar een nieuwe hype die voorbij komt, of is er meer aan de hand?
Ontwikkeling van het kwaad
Om de (geestelijke) achtergrond van het fenomeen ‘genderneutraliteit’ te kunnen doorgronden, vooral in het licht van de Bijbel, is het nodig eerst uitgebreid in te gaan op alles wat eraan voorafging. Want nee, het gaat niet zomaar over een nieuwe (onschuldige) hype, maar over een (laatste?) stap in de ontwikkeling van het kwaad.
Prof. Dr. Ir. Egbert Schuurman (1937), schreef jaren geleden het boekje ‘Christenen in Babel’, waarin hij spreekt over het Babelmotief, ofwel het motief van de eigenmachtigheid: “Dit motief heeft zich door de eeuwen heen op verschillende tijden geopenbaard, en manifesteert zich in onze tijd op ongekende wijze.”
In de Babelcultuur tracht de mens een tegen-schepping te construeren.
Deze stelling van Schuurman kunnen we van harte onderschrijven. ‘Babel’ is de wereld (of: het rijk) van de tegenstander, gebaseerd op macht en bezit, waarbij de mens gemanipuleerd wordt door leugen en bedrog. En let wel: die wereld is een systeem! Aan de ontwikkeling en het bestaan van dat systeem ligt een satanisch plan ten grondslag.
De Bijbel spreekt in alle toonaarden over de ‘wereld’ van God, het rijk van God en Zijn heerschappij. Een systeem, een orde van vrede en gerechtigheid … en (overkoepelend): liefde!
Daartegenover staat de wereld, het rijk van de tegenstander, zijn systeem van wanorde en ongerechtigheid … (overkoepelend): haat.
Dit systeem vindt z’n basis in de geestelijke, verborgen wereld en krijgt handen en voeten in het reilen en zeilen van de zichtbare fysieke wereld waarin wij leven.
Wijlen president John F. Kennedy sprak ooit op een bijeenkomst van de verzamelde pers en zei o.a.: “…wij verzetten ons wereldwijd tegen een monolithische en meedogenloze samenzwering die gebaseerd is op verborgen bedoelingen (… ) Het is een systeem (monolitisch = geïntegreerd, eenheid) waarin enorme menselijke en materiële middelen ingelijfd zijn in een zeer efficiënte machine, die een combinatie is van militaire en diplomatieke handelingen, geheime diensten, economische, wetenschappelijke en politieke activiteiten …”
Kennedy vergeet daarbij eigenlijk nog één ding te noemen bij die activiteiten: religie.
Deze strijd is namelijk ten diepste een geestelijke strijd, waarover Paulus bijvoorbeeld spreekt in Efeze 6: “Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten” (vs.12).
Letterlijk staat er: Wereldbeheersers, oftewel (Grieks) kosmokraten, heersers van de kosmos (schepping) … van de duisternis van deze eeuw (Gr. aioon).
In 2 Korinthe 4:4 lezen we dat satan (= tegenstander) de ‘god van deze eeuw’ genoemd wordt. Hij is de god die in religies wordt aanbeden en vereerd. Meestal hebben mensen dat niet in de gaten, want deze god doet zich voor onder allerlei namen. Anderen weten het heel goed en houden zich bewust bezig met satansverering. Met behulp van religie kan de tegenstander mensen manipuleren en hun gedachten beïnvloeden … en ja, ook binnen het christendom! In die religie heeft satan zijn dienaren – 2 Korinthe 11:14 en 15 zegt Paulus dat satan zich voordoet als een engel van het licht en “Het is dus niets bijzonders als ook zijn dienaars zich voordoen als dienaars van gerechtigheid…”
Dat maakt lastig om de duistere machten te herkennen. Satans dienaren zijn geen monsterlijke, verachtelijke wezens – dat kan op zich wel, getuige het boek Openbaring – maar dat kunnen ook gewoon hele sympathieke, toegewijde, geleerde mensen zijn. Leiders in de wereld en in de kerk. Op het eerste gezicht onverdacht. Daarom is het belangrijk altijd weer terug te gaan naar de Bijbel en mensen en ontwikkelingen te zien in het licht van Gods Woord. Zo kende het Joodse volk in de dagen van Jezus een politieke en godsdienstige elite. Dit waren voorname mensen die gezag hadden en van het gewone volk de nodige eerbied ontvingen: overpriesters, schriftgeleerden, wetgeleerden, Farizeeën, Sadduceeën, dikwijls kortweg aangeduid als ‘de Joden’. In de Evangeliën zien we dat zij weliswaar vroom en devoot overkwamen, maar allerminst dienaren van God waren, goede uitzonderingen daargelaten. In Johannes 8 merken zij zichzelf aan als Abrahams kinderen en belijden God als hun Vader. De Heere Jezus zet hen echter in niet mis te verstane woorden op hun plaats: “U bent uit uw vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen” (vs. 44).
Wetenschap
De tegenstander heeft met behulp van religie en wetenschap grote invloed gehad op het denken en handelen van de mens(heid). De geschiedenis laat zien dat het Bijbelse getuigenis (lees: de waarheid van God) systematisch onderuit is gehaald. In de afgelopen 6 à 7 eeuwen is er elke 100 jaar, meestal vanuit wetenschappelijke en/of kerkelijke kringen, een omwenteling in het denken van de mens teweeggebracht. Naast religie is de ‘wetenschap’ een belangrijk middel om mensen te manipuleren. Zinnen als ‘het is wetenschappelijk bewezen’ zijn voor veel mensen al voldoende om te geloven dat het zo is. En natuurlijk, de wetenschap heeft ons veel goeds gebracht in de loop der tijd en er zijn talloze toegewijde, integere wetenschappers dagelijks bezig met nuttig onderzoek. Maar net als elk ander segment in de menselijke samenleving heeft ook de wetenschap duistere kanten. Sterker nog, het zou gek zijn als de tegenstander niet juist ook in de wetenschap zijn invloed zou uitoefenen om mensen op een dwaalspoor te (kunnen) brengen. Veel van wat op wetenschappelijk terrein gedaan en beweerd wordt, gaat het verstand van de meesten te boven. Men is derhalve al gauw geneigd alles maar voor waar aan te nemen. Echter:
Wetenschappers kunnen wel iets beweren, maar daarmee is het nog niet per se bewezen!
De Amerikaanse geleerde wijlen Lewis Thomas (1913-1993) was eerlijk toen hij zei: “De wetenschap is gegrondvest op onzekerheden. Elke keer dat we iets nieuws en verrassends leren komt de verbazing dat we tot nu toe verkeerd zaten (…) We zijn altijd, zo blijkt het, fundamenteel fout…”
Hij wilde maar zeggen: In de wetenschap staat iets vast (‘bewezen’) totdat een nieuw feit ontdekt wordt, waardoor iets minder vast of juist nog vaster komt te staan.
Belangrijk is ook dat de mens (ook de wetenschapper) in zijn denken meestal uitgaat van een paradigma (zienswijze). In de wetenschapsfilosofie is een paradigma: Een samenhangend stelsel van modellen en theorieën.
Dit is op zichzelf niet verkeerd, het is zelfs logisch … Als gelovigen zitten wij ook in zo’n paradigma: de Bijbel. Als wij zeggen dat de wereld geschapen is, kunnen we dat niet bewijzen, maar we zeggen het omdat we geloven in Gods Woord. Dat Woord vormt ons denkkader, bepaalt onze zienswijze, ons paradigma.
Gods Woord is voor ons het criterium en het uitgangspunt. En het geloof is het instrument waarmee we Gods Woord tot ons nemen: “Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet” (Hebr. 11:1).
Anders denken
Voortbordurend op het thema van prof. Schuurman: Je kunt dus Bijbels denken (waarheid) of Babels denken (leugen). Maar… die leugen gaat binnen het wereldse paradigma juist door voor de waarheid! En in die waarheid komt een mens door geboorte terecht. Hij of zij treedt binnen in het ‘wereldsysteem’, vervuld met het Babelse denken, en wordt daarin verder gevormd, thuis, op school, in de maatschappij, door invloed van media, etc.
Het eerste station is: thuis. Belangrijk dus dat ouders hun kind(eren) leiden in de waarheid van Gods Woord. En daar gaat het dikwijls al fout, omdat veel ouders zelf weinig begrip hebben van Gods Woord en Waarheid! De meeste ouders hebben het beste voor met hun kinderen, maar kunnen - ook als zij christen zijn - niet voorkomen dat zij tijdens het opgroeien meer of minder besmet worden met het wereldse (lees: Babelse) denken.
En als iemand dan tot geloof komt, is dat - als het goed is - ook meteen het begin van de verandering in zijn of haar denken. In Romeinen 12:2 zegt de apostel Paulus: “En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene” (NBG).
Het woord ‘wereld’ is de vertaling van: aioon. Het gaat om de wereld zoals die heden ten dage bestaat. In Galaten 1: 4 lezen we dat Christus “Zichzelf gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons zou ontrukken aan de tegenwoordige slechte wereld (aioon), overeenkomstig de wil van onze God en Vader.” Waarom slechte (of: boze) wereld? Omdat de zonde daarin huist en de satan (de ‘god van deze eeuw’) regeert.
Dat Babels denken versus het Bijbels denken, wordt door Paulus aangeroerd in Efeze 4:17-19: “Dit zeg ik dan en getuig ervan in de Heere, dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart. Zij hebben zich, ongevoelig als ze zijn geworden, overgegeven aan losbandigheid, om alle onreinheid begerig te bedrijven.”
Paulus geeft hier het onderscheid aan tussen gelovigen en ongelovigen. Mensen die God niet kennen en niet denken vanuit het Bijbels paradigma blijven, hoe geleerd ze ook zijn, verduisterd in hun verstand, vervreemd van het leven uit God en onwetend ...
De Verlichting
Let op dat ‘verduisterd in hun verstand’. Vanaf de 15e eeuw werd het denken van de mens wezenlijk veranderd… Niet naar de Bijbel toe, maar er juist vanaf! Die periode (die toen eigenlijk al begonnen is en tot op heden bestaat) wordt wel genoemd ‘de eeuw van de rede’. Kortweg is de gedachte: De waarheid omtrent bepaalde zaken kan men alleen maar uitvinden met behulp van de ratio, de rede, het verstand i.p.v. aan te nemen wat (kerkelijke) autoriteiten zeggen. Zodoende dient ook de Bijbelse waarheid vervangen te worden door de waarheid van het menselijk brein. En dat heet dan officieel: De Verlichting. Echter, in werkelijkheid is het dus verduistering!
De gematigde versie van die Verlichting is: religie moet gemoderniseerd worden (ergo: de Bijbel moet worden wordt aangepast). De radicale versie is: religie (i.c. de Bijbel) wordt gezien als obstakel en staat de verlichting in de weg. ‘Wetenschap’ (d.i. wat te weten is vanuit de ratio) neemt gaandeweg de plaats in van ‘God’ als essentie en verklaring der dingen.
De Verlichting is onderdeel van een proces dat zich met name in de afgelopen eeuwen heeft gemanifesteerd. Dat begon met de verandering van het wereldbeeld in de tijd van Copernicus en via een aantal tussenstations komen we terecht in onze tijd, waarin het eind zo'n beetje zoek is als het gaat om de ontkrachting van het heilige Woord van God en de ontkenning van Gods autoriteit. In voorbije eeuwen is het Babelse denken in een stroomversnelling gekomen. Om dit (satanische) systeem voluit te kunnen laten functioneren, was het nodig om de autoriteit van God en Zijn Woord te ondermijnen, ja, om God te verbannen uit het menselijk denken. Vandaag moeten we constateren dat dit aardig gelukt is! Nochtans lezen we in de Psalmen: “De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij handelen verderfelijk, bedrijven gruwelijke daden; er is niemand die goeddoet” (14:1 en 53:2).
Systematische ontwikkeling
Het kwaad is altijd al in het menselijk geslacht aanwezig geweest. Paulus schreef zo’n 2000 jaar geleden: “Want het geheimenis van de wetteloosheid is al werkzaam” (2 Thess. 2:7). Echter, die wetteloosheid, dat kwaad heeft zich de afgelopen twee millennia en vooral de laatste eeuwen rap vermenigvudigd. De laatste 6 à 7 eeuwen deden zich om de circa 100 jaar nieuwe (wetenschappelijke) ontwikkelingen voor die hun invloed hebben gehad op het denken van mensen en de autoriteit van God en Zijn Woord. Ik noem ze hier kort (Zie voor een uitvoerige behandeling het boekje ‘Bijbel & Wetenschap’ – Everread Uitgevers).
15e eeuw Gutenberg (1395-1468) - Boekdrukkunst
Johannes Gutenberg drukte in 1452 de naar hem vernoemde Gutenberg-Bijbel met een nieuwe zettechniek, met verwisselbare, metalen letters. De nieuwe zettechniek vervulde een verlangen van velen. Job sprak reeds: "Och, werden mijn woorden maar opgeschreven, och, werden zij maar opgetekend in een boekrol" (Job 19:23; zie ook Job 31:35). De mogelijkheid om gedachten te bewaren voor het nageslacht kreeg ruim baan door de uitvinding van het boekdrukken. De Bijbel kon zo binnen bereik komen van veel meer mensen. En ja, andere (onbijbelse) lectuur uiteraard ook. Nu, bijna 7 eeuwen later, zijn we gewend aan moderne communicatiemiddelen, waardoor goede en slechte denkbeelden (zoals bijv. genderneutraliteit) in een mum van tijd wereldwijd kunnen worden verspreid…
16e eeuw Copernicus (1473-1543) - Verandering van het wereldbeeld
In oude geschriften van Plato, Aristoteles en later Ptolomeüs (AD 150) is de aarde het middelpunt van het universum; zon, maan en sterren draaien er omheen (het zgn. 'geocentrische model').
De uit Polen afkomstige Niklas Koppernigk (Copernicus) kwam met een alternatief: de zon is het middelpunt van het heelal en de aarde draait om de zon (het zgn. 'heliocentrische model').
In 1542, vlak voor zijn dood in 1543, publiceerde hij zijn ideeën, die later werden uitgewerkt door mensen als Galileï en Isaäc Newton. De Duitse wis- en natuurkundige Max Born (1882-1970), die in 1954 de Nobelprijs voor natuurkunde ontving, heeft gezegd: 'Ptolomeüs en Copernicus hebben allebei gelijk'. Hij bedoelde daarmee te zeggen, dat beide modellen niet onweerlegbaar te bewijzen zijn.
Het Bijbelse wereldbeeld is: de aarde staat stil en zon, maan en sterren bewegen. Dit sluit overigens ook naadloos aan bij onze eigen dagelijkse waarneming. Het Copernicaanse wereldbeeld stond daar dus lijnrecht tegenover! Tegenwoordig is men al veel verder en heeft het over een schier onmetelijk heelal waarin de aarde slechts een klein stipje is.
(Meer over het Bijbelse wereldbeeld in het boekje ‘Het Universum’ – Everread Uitgevers).
17e eeuw Descartes (1596-1650) - Menselijk denken als criterium
Zo'n 100 jaar later publiceerde de wiskundige en filosoof René Descartes, grondlegger van de moderne filosofie, in 1644 zijn boek 'Principia Philosophiae' (Beginselen van de filosofie). Daarin komt de bekende stelling 'Cogito ergo sum' voor: Ik denk, dus ik ben. Hij stelde de mens als denkend object centraal, wantrouwde de traditie en aanvaardde de rede als het enige criterium voor de vaststelling van de waarheid. Dit is waar het in De Verlichting om gaat!
18e eeuw Astruc (1684-1766) - Kritisch-wetenschappelijke benadering van de Bijbel
100 jaar na het boek van Descartes publiceerde de Franse arts Jean Astruc, zoon van een protestantse dominee van Joodse afkomst, in 1753 anoniem een boek. Daarin kwam hij met de zgn. bronnentheorie. De Bijbel is gebaseerd op diverse bronnen … Daaruit kwam de vraag: klopt de Bijbel, historisch en wetenschappelijk, eigenlijk wel?
19e eeuw Darwin (1809-1882) - Geen schepping, maar evolutie
Weer een eeuw later komen we terecht bij het bekende boek van Charles Darwin over het ontstaan der soorten. Vanwege zijn boek (1859) wordt Darwin beschouwd als de belangrijkste grondlegger van de evolutietheorie. Gevolg o.a.: de tijd is niet meer gelimiteerd, maar verdwijnt in oneindige miljarden jaren … Nu dus: een oneindig heelal en een oneindige tijd…
Het is overigens triest om te zien hoeveel christenen zich in allerlei bochten wringen om de Bijbel en de wetenschap ook op dit punt een beetje op één lijn te krijgen.
20e eeuw Bultmann (1884-1976) - Ontmythologisering van de Bijbel
Weer een kleine 100 jaar later verschijnt in 1941 het boek Neues Testament und Mythologie (Het Nieuwe Testament en de Mythologie). De Duitser Rudolf Karl Bultmann, zoon van een dominee, was een Luthers exegeet, theoloog en filosoof. In dit boek geeft hij zijn visie op de z.i. noodzakelijke ontmythologisering van de Nieuwtestamentische geloofsverkondiging. In een ander boek stelde Bultmann dat de verkondigde Christus niet was gebaseerd op de historische Jezus (vervolg op Astruc), maar op de 'Christus van het geloof en de cultus'.
De maagdelijke geboorte is een mythe, de opstanding idem dito. Ook de wonderen in de Bijbel zijn 'geloofswaarheden' en hoeven derhalve niet echt gebeurd te zijn. Of, zoals de bekende Ds. Nico ter Linden en zijn broer, hofprediker Carel, het zouden zeggen: 'Het is wel waar, maar niet echt gebeurd'.
Het mag duidelijk zijn dat daarmee het eind zoek is. En dat dit een verwoestende uitwerking gehad heeft, blijkt vandaag wel, want wie gelooft er nog in de authenticiteit (echtheid) en autoriteit (gezag) van de Bijbel? Hooguit een 'handvol' gelovigen, die door anderen soms als biblicisten of fundamentalisten worden aangemerkt.
21e eeuw
In deze eeuw gaat de afbraak gewoon verder. In 2006 verscheen het boek The God Delusion (God als misvatting). Daarin houdt de Britse evolutiebioloog en overtuigd atheïst Richard Dawkins een betoog op wetenschappelijke gronden tégen het geloof in een bovennatuurlijke God.
In 2007 verscheen de New York Times-bestseller God: The failed Hypothesis (God, een onhoudbare hypothese) van Victor J. Stenger. Ondertitel van dit boek is: 'Hoe de wetenschap laat zien dat God niet bestaat'.
Dit laatste is veelzeggend. Want dat geeft nu precies aan waar het de tegenstander om gaat: God bestaat niet! Althans, de God van de Bijbel. Elke gedachte aan Hem moet verdwijnen. Zo hebben ook wetenschappers er in de loop der afgelopen eeuwen toe bijgedragen, wellicht soms onbedoeld en ongewild, dat die God gaandeweg uit beeld is verdwenen.
Dit is wat Paulus in Romeinen 1 al over de mens(heid) schreef: “Want zij hebben, hoewel zij God kennen, Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar zij zijn verdwaasd in hun overwegingen en hun onverstandig hart is verduisterd. Terwijl zij zich uitgaven voor wijzen, zijn zij dwaas geworden (…) Zij hebben de waarheid van God vervangen door de leugen, en het schepsel vereerd en gediend boven de Schepper, Die te prijzen is tot in eeuwigheid. Amen” (hs. 1:21-25).
En nog is het einde er niet! Wat blijkt namelijk? Waar de mens het zicht op de Schepper is kwijtgeraakt, daar raakte hij ook het zicht op het schepsel kwijt (en op zichzelf dus). En om dat zicht helemaal te elimineren is de ontwikkeling van het kwaad in deze eeuw zo’n beetje aan de laatste fase toe: Na de ontkenning van God, volgt nu ook nog de ontkenning van de mens zoals door God geschapen en de plaats die Hij de mens in Zijn schepping heeft gegeven!
Van de Gutenberg naar genderneutraal. Ga hier naar Deel 2 (slot)