De Overwinnaar
In Openbaring 5:5 lazen we dat de leeuw uit de stam Juda, de wortel van David, heeft overwonnen. Hem werd destijds een doornenkroon op het hoofd geplaatst, Hij werd vernederd en verworpen. Hij kwam op het jong van een ezel Jeruzalem binnen (Luk. 19:35). Een ezelsveulen spreekt van vernedering. Maar uiteindelijk is Christus overwinnaar, zoals we eerder in Openbaring 19:11-16 gelezen hebben. Christus zegt: "Ik ben de Wortel en het Nageslacht van David, de blinkende Morgenster" (Openb. 22:16).
Het is geweldig om uit Gods Woord te weten, dat die door mensen verachte Man, Die tot het diepste is gegaan in Zijn vernedering, dat Hij, Die zonder zonde was, door Zichzelf te vernederen, nu de hoogste positie heeft verworven. Straks zal Hij Zichzelf triomferend aan de wereld vertonen, dan zal er een 'geluid als van een grote menigte' te horen zijn, "…en als een gedruis van vele wateren en een geluid als van zware donderslagen: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, is Koning geworden. Laten wij blij zijn en ons verheugen en Hem de heerlijkheid geven, want de bruiloft van het Lam is gekomen en Zijn vrouw (d.i. Israël – red.) heeft zich gereedgemaakt. En het is haar gegeven zich met smetteloos en blinkend fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de gerechtigheden van de heiligen” (Openb. 19:6-8). "En elk schepsel dat in de hemel, op de aarde, onder de aarde en op de zee is, en alles wat daarin is, hoorde ik zeggen: Aan Hem Die op de troon zit, en aan het Lam zij de dankzegging, de eer, de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid" (Openb. 5:13). Dan, onder heerschappij van de rechtvaardige Koning, de Koning der koningen, zal er ware vrede zijn.
Afwikkeling van de geschiedenis
In Openbaring 5 hebben we gelezen dat er Iemand waardig was gebleken om de boekrol te openen. Uit het verdere verloop van het boek blijkt wat in de boekrol beschreven staat. We zien dat de boekrol dienst doet als een soort testament, als Gods raadsbesluit, waarin Gods wilsbeschikking is neergelegd. We moeten goed beseffen dat de Heere in de afwikkeling van Zijn raadsbesluit, die we vanaf Openbaring 6 kunnen lezen, blijk geeft van Zijn grote liefde. Dit lijkt misschien tegenstrijdig als we zien dat er vele van de ergste oordelen en plagen over de aarde zullen komen. Is dat liefde? Ja, want als God in Zijn oneindige wijsheid én liefde niet gaat doen, wat in de boekrol beschreven staat, juist dán zou alles op een catastrofe uitlopen!
In Openbaring 16:10 en 11 lezen we dat zij, die dan nog leven, de God des hemels zullen lasteren, vanwege hun pijnen en vanwege hun gezwellen en zich niet zullen bekeren van hun boze werken. En zo lezen we in Openbaring 9:20 en 21: "En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen; zij bleven de demonen aanbidden en de gouden, zilveren, koperen, stenen en houten afgoden, die niet kunnen zien, horen of lopen. Ook bekeerden zij zich niet van hun moorden, hun tovenarij, hun ontucht en het plegen van diefstal."
Door de hele Bijbel heen zien wij in de geschiedenis van Israël, dat het volk hetzelfde deed als Jona. Toen Jona opdracht van de HEERE kreeg om naar Nineve te gaan, deed hij het tegenovergestelde. Hij moest naar het oosten, maar ging juist naar het westen. Jona maakte zich op om te vluchten naar Tarsis, weg van het aangezicht des HEEREN. En hij ging naar Jafo en vond een schip, dat naar Tarsis zou gaan (Jona 1:3). Tarsis lag in Spanje. En net zoals Jona door zijn ongehoorzaamheid onder water in de vis verborgen was, zo is het volk Israël door zijn ongehoorzaamheid onder de volkeren verborgen. En toen Jona in gehoorzaamheid wel Gods opdracht uitvoerde, was hij tot zegen in Nineve. Zo zullen ook de Israëlieten, wanneer zij straks, door Gods Geest geleid, in gehoorzaamheid wandelen, tot zegen voor de wereld zijn.
De Heere komt tot Zijn doel
Ondanks de onbekeerlijkheid van de mensen, zal de Heere God Zijn beloften vervullen. De aarde, het volk Israël en ook de volkeren moeten gezuiverd worden. Hij zal tot Zijn doel komen! Vele profetieën hebben dat voorzegd: "Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees: uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw ouderen zullen dromen dromen, uw jongemannen zullen visioenen zien. Ja, zelfs op de dienaren en op de dienaressen zal Ik in die dagen Mijn Geest uitstorten. Ik zal wondertekenen geven aan de hemel en op de aarde: bloed en vuur en rookzuilen. De zon zal veranderd worden in duisternis en de maan in bloed, voor die dag van de HEERE komt, die grote en ontzagwekkende. Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE roepen zal" (Joël 2:28-32).
De grote dag van de HEERE
Vóórdat die grote dag aanbreekt, zal satan een korte tijd vrij spel hebben. Dan zal “de tegenstander, die zich verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet” (2 Thess. 2:4). Paulus waarschuwt de Thessalonicenzen dat ze zich niets moeten laten wijsmaken, alsof de dag des HEEREN reeds aanbrak: "Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is…” (2 Thess. 2:3). De tegenstander van God zal dan rondgaan als ‘een brullende leeuw’ (1 Petr. 5:8). Als hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft, zal hij zijn engelengewaad (engel van het licht - 2 Kor. 11:14) afleggen en openbaar worden in zijn ware gedaante.
De dag van de HEERE in het boek Openbaring
"En ik zag toen het Lam het zesde zegel geopend had, en zie, er kwam een grote aardbeving, en de zon werd zwart als een haren zak, en de maan werd als bloed, en de sterren van de hemel vielen op de aarde, zoals een vijgenboom zijn onrijpe vijgen afwerpt als hij door een harde wind wordt geschud. En de hemel week terug als een boekrol die wordt opgerold. En alle bergen en alle eilanden werden van hun plaats gerukt. En de koningen van de aarde, de groten, de rijken, de oversten over duizend, de machtigen en alle slaven en vrije mensen verborgen zich in de grotten en tussen de rotsen in de bergen. En zij zeiden tegen de bergen en de rotsen: Val op ons en verberg ons voor het aangezicht van Hem Die op de troon zit, en voor de toorn van het Lam. Want de grote dag van Zijn toorn is aangebroken en wie kan dan staande blijven?" (Openb. 6:12-17).
Het boek Openbaring gaat over de eindvervulling van vele profetieën met betrekking tot Gods handelen, met een centrale plaats voor Israël. Zo lezen we al in Openbaring 1: "Ik (= Johannes-red.) was in de geest op de dag des Heeren" (vs. 10). En daarna mag Johannes in de geest alles zien wat er op die dag zou gebeuren. Deze dingen waren al eeuwen tevoren door Gods profeten voorzegd. Wanneer we kennis hebben van de profetieën in het Oude Testament, zullen we het boek Openbaring ook beter verstaan, omdat daarin alles tot een eindvervulling komt.
De dag van de HEERE in de profetie van Zacharia
"Zie, er komt een dag voor de HEERE waarop de buit, op u behaald, in uw midden zal worden verdeeld. Dan zal Ik alle heidenvolken verzamelen voor de strijd tegen Jeruzalem. De stad zal ingenomen worden, de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen verkracht worden. De helft van de stad zal in ballingschap wegtrekken, maar het overige van het volk zal niet uitgeroeid worden uit de stad. Dan zal de HEERE uittrekken en tegen die heidenvolken strijden, zoals de dag dat Hij streed, op de dag van de strijd. Op die dag zullen Zijn voeten staan op de Olijfberg, die voor Jeruzalem ligt, ten oosten ervan. Dan zal de Olijfberg in tweeën gespleten worden naar het oosten en naar het westen. Er zal een zeer groot dal ontstaan, als de ene helft van de berg naar het noorden zal wijken en de andere helft ervan naar het zuiden" (Zach. 14:1-4).
Zacharia noemt hier God bij Zijn eigen Naam: HEERE, dat is JaHWeH: Ik ben. Hij zal er zijn, als Rechter en als Verlosser. "Dan zullen te dien dage levende wateren uit Jeruzalem vlieten, de helft daarvan naar de oostelijke en de helft naar de westelijke zee; in de zomer zowel als in de winter zal dat geschieden. En de HEERE zal koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de HEERE de Enige zijn, en Zijn Naam de enige" (Zach. 14:8-9).
De dag van de HEERE in de profetie van Jesaja
De naam van deze profeet betekent: De HEERE is redding. In Jesaja 2:2-5 lezen wij: "Het zal in het laatste der dagen geschieden dat de berg van het huis van de HEERE vast zal staan als de hoogste van de bergen, en dat hij verheven zal worden boven de heuvels, en dat alle heidenvolken ernaartoe zullen stromen. Vele volken zullen gaan en zeggen: Kom, laten wij opgaan naar de berg van de HEERE, naar het huis van de God van Jakob; dan zal Hij ons onderwijzen aangaande Zijn wegen, en zullen wij Zijn paden bewandelen. Want uit Sion zal de wet uitgaan, en het woord van de HEERE uit Jeruzalem. Hij zal oordelen tussen de heidenvolken en veel volken vonnissen. En zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal tegen een ander volk het zwaard opheffen. Oorlog voeren zullen zij niet meer leren. Huis van Jakob, kom, laten wij wandelen in het licht van de HEERE."
We lazen dus dat "de berg van het huis van de HEERE zal vaststaan als de hoogste der bergen." Deze 'berg' heeft alles te maken met het hemels koningschap en het koninkrijk van Israël dat boven alle koninkrijken der aarde verheven zal zijn: “Want zo zegt de HEERE: Zing vrolijk over Jakob, met blijdschap! Juich om het hoofd van de heidenvolken!” (Jer. 31:7).
En dan lezen we in Jesaja 2:10 en 11: "Ga de rotskloof in, verberg u in het stof uit angst voor de HEERE en vanwege de glorie van Zijn majesteit. De hoogmoedige ogen van de mensen zullen neergeslagen worden, en de trots van de mannen zal neergebogen worden. Alleen de HEERE zal op die dag hoogverheven zijn." Zo zal ook in de tijd van Openbaring zijn. Van die glorie van Zijn majesteit spraken de psalmen al, zoals bijvoorbeeld in Psalm 96: In die toekomst zal er voor de HEERE een nieuw lied gezongen worden op de gehele aarde (vs. 1). Dán zal de Naam van de HEERE bezongen worden, en Zijn heil van dag tot dag verkondigd worden (vs. 2). Dan zullen onder de volken Zijn heerlijkheid, en onder alle natiën Zijn wonderen verteld worden (vs. 3). Dan zal Hij de volken richten in rechtmatigheid (vs. 10).
In de volgende verzen van Jesaja 2 staat:
"Want de dag van de HEERE van de legermachten zal zijn…
- tegen al wie hoogmoedig en trots is,
- tegen al wie zich verheft, opdat hij vernederd zal worden;
- tegen alle ceders van de Libanon, hoog en verheven, en tegen alle eiken van Basan,
- tegen al de hoge bergen en al de verheven heuvels,
- tegen elke hoge toren en elke vestingmuur,
- tegen alle schepen van Tarsis en alle koopvaardijschepen met kostbare lading.
De hoogmoed van de mensen zal vernederd worden en de trots van de mannen zal neergebogen worden. Alleen de HEERE zal op die dag hoogverheven zijn. En de afgoden - ze vergaan volkomen. Dan zullen zij de grotten van de rotsen binnengaan en de holen in de grond, uit angst voor de HEERE en vanwege de glorie van Zijn majesteit, als Hij opstaat om de aarde te verschrikken. Op die dag zal de mens zijn zilveren afgoden en zijn gouden afgoden, die hij voor zichzelf gemaakt had om zich daarvoor neer te buigen, voor de ratten en de vleermuizen werpen. Dan zullen zij de spleten in de rotsen binnengaan en de kloven in de rotsen, uit angst voor de HEERE, en vanwege de glorie van Zijn majesteit, als Hij opstaat om de aarde te verschrikken” (vs. 12-21).
Alle trotse, hooggeplaatste en machtige leiders der aarde (hoge ceders en eiken) zullen van hun voetstuk gestoten worden. Alle volken der aarde (bergen / koninkrijken) zullen dan moeten buigen voor de Koning en onderhorig zijn aan Israël. Elke grote stad (= plaats van zonde en geweldenarij) zal niet meer zijn. Alle handel (schepen van Tarsis) om vergankelijke, kostbare schatten te vergaren, houdt op te bestaan. Kunnen we het ons enigszins voorstellen? De economie zoals wij die kennen en waarop de hele wereld nu draait, zal er gewoonweg niet meer zijn.
Alleen de HEERE is te dien dage verheven. Uit vrees voor de HEERE kruipen de machtigen der aarde in spelonken in de rotsen en in holen onder de grond. Zij zullen uit angst voor de verschrikking van de HEERE en voor de luister van Zijn majesteit hun zilveren en gouden afgoden, die zij gemaakt hadden, voor de ratten en de vleermuizen werpen, bij hun vlucht in de rotsholten en in de bergspleten. Er zal geen afgoderij meer zijn.
De profetie van Jesaja vertelt ons wat er in de toekomst allemaal staat te gebeuren. Het zal een totale omwenteling zijn. Eerst komt er oorlog in de hemel (Openb. 12:7). Daarna wordt de draak toornig op de vrouw (Israël); waarna hij oorlog gaat voeren tegen de overigen van Israëls nageslacht, die de geboden van God bewaren en het getuigenis van Jezus hebben (Openb. 12:17). De wereld zal onder aanvoering van Gods tegenstander op het toppunt van hoogmoed en trots staan; een wereld die zich verheft tegen God, ja, zelfs boven God.
Psalm 2:1 en 2 zegt: "Waarom woeden de heidenvolken en bedenken de volken wat zonder inhoud is? De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de HEERE en tegen Zijn Gezalfde." En in Jesaja 13:6-16 staat: "Weeklaag, want de dag van de HEERE is nabij; als een verwoesting van de Almachtige komt hij. Daarom zullen alle handen slap worden en elk hart van stervelingen zal wegsmelten. En zij zullen verschrikt worden, smarten en weeën zullen hen aangrijpen, zij zullen ineenkrimpen als een barende vrouw. Verbijsterd zullen zij elkaar aanstaren, hun gezichten zullen vlammen. Zie, de dag van de HEERE komt, meedogenloos, met verbolgenheid en brandende toorn, om van het land een woestenij te maken en zijn zondaars eruit weg te vagen. Ja, de sterren aan de hemel en hun sterrenbeelden zullen hun licht niet laten schijnen, de zon zal verduisterd worden wanneer zij opkomt, en de maan zal haar licht niet laten schijnen. Ik zal de wereld haar slechtheid vergelden, en de goddelozen hun ongerechtigheid. Ik zal de trots van de hoogmoedigen doen ophouden, en de hooghartigheid van de geweldplegers zal Ik vernederen. Ik zal stervelingen schaarser maken dan zuiver goud en mensen zeldzamer dan het fijne goud van Ofir. Daarom zal Ik de hemel doen sidderen, en de aarde zal lostrillen van haar plaats om de verbolgenheid van de HEERE van de legermachten, en om de dag van Zijn brandende toorn. Iedereen zal zijn als een opgejaagde gazelle, als schapen die niemand bijeenbrengt. Iedereen zal zich wenden naar zijn eigen volk, en iedereen zal vluchten naar zijn eigen land. Ieder die aangetroffen wordt, zal worden neergestoken, en ieder die gegrepen wordt, zal vallen door het zwaard. Hun kleine kinderen zullen verpletterd worden voor hun ogen, hun huizen geplunderd en hun vrouwen verkracht."
Dit Bijbelgedeelte laat ook duidelijk zien wat er nog staat te gebeuren. Maar ook wanneer we deze teksten lezen, moeten we beseffen, dat de liefhebbende God niet meedogenloos is, maar dat Hij, Die rechtvaardig is, dit alles zal doen met een zeer bewogen liefhebbend hart, omdat Hij het land (en de aarde) wil zuiveren van zonde en goddeloosheid om zo tot Zijn doel te komen.
De dag van de HEERE in de profetie van Ezechiël
Ezechiël schrijft: "Zij zullen hun zilver op de straten werpen, en hun goud zal tot onreinheid zijn. Hun zilver en hun goud zal hen niet kunnen redden op de dag van de verbolgenheid van de HEERE. Hun ziel zullen zij er niet mee verzadigen, en hun ingewanden zullen zij er niet mee vullen, want het is voor hen een struikelblok van ongerechtigheid geweest" (hs. 7:19). Ook andere profeten, zoals Joël, Obadja, Sefanja en Maleachi hebben over de dag des HEEREN gesproken.
Alleen de Heere Jezus Christus is de rechtmatige Koning. Hij heeft Zich vernederd. Hij heeft gezegd: "Het is volbracht". Hij heeft overwonnen door niet aan de verzoekingen van satan toe te geven. Hij kón zelfs helemaal niet zondigen. Hij is opgestaan en zit aan de rechterhand van de Vader, totdat Zijn tijd komt. En weet u wat ook zo mooi is? Door genade mogen wij als gelovigen delen in dezelfde heerlijkheid als waarin Hij gezeten is!
Wij zijn "In Hem zijn wij ook een erfdeel geworden, wij, die daartoe voorbestemd waren, naar het voornemen van Hem Die alle dingen werkt overeenkomstig de raad van Zijn wil, opdat wij tot lof van Zijn heerlijkheid zouden zijn, wij, die al eerder onze hoop op Christus gevestigd hadden" (Efe. 1:11 en 12a). Daartoe heeft Hij ons nu al "met Christus levend gemaakt (...) en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet, in Christus Jezus, opdat Hij in de komende eeuwen de allesovertreffende rijkdom van Zijn genade zou bewijzen, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus" (Efe. 2:5-7).
Overwinningskracht van het Lam
De woorden van de oude profeten krijgen in het boek Openbaring hun eindvervulling. De overwinningskracht van het Lam zal zichtbaar worden op aarde. Psalm 24 zegt: " De aarde is van de HEERE en al wat zij bevat, de wereld en wie er wonen" (vs. 1). Vandaag speelt de Naam van de HEERE helemaal geen rol. Er zijn nu heel andere namen die mensen noemen en vereren. Maar we mogen weten dat de grote dag van de HEERE aanstaande is: Dan zal de HEERE de Enige zijn, en Zijn Naam de enige! Zo is het en zo zal het gaan gebeuren. God het heeft gezegd, en God is geen leugenaar. Zijn (profetisch) Woord is de Waarheid!