De techniek maakt het in de toekomst mogelijk om in het laboratorium geslachtscellen uit embryonale stamcellen of gewone lichaamscellen te maken.
Iedereen zou hiermee in de toekomst een genetisch eigen kind kunnen krijgen.
Nu gaat het nog om dierproeven, maar volgens onderzoekers is het slechts een kwestie van tijd voordat een doorbraak bij mensen te verwachten is.
Signalering
Het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) vroeg in juli jl. al aandacht voor deze nieuwe ontwikkeling. Het CEG riep op tot discussie over deze nieuwe voortplantingstechnologie en heeft hiertoe een zogenaamde ‘Signalering’ uitgegeven. Want welke risico’s zijn er voor de gezondheid en het welzijn van kinderen die met IVG worden verwekt? En wat doet het met een kind om genetisch verwant te zijn aan slechts één ouder, of juist aan drie of meer ouders? Als het technisch mogelijk wordt om een genetisch eigen kind te krijgen, kan de vraag ernaar groter worden. Ontstaat dan impliciet de boodschap dat genetisch ouderschap het beste type ouderschap is? Zullen wensouders nog tevreden zijn met gebruik van een eicel- of zaaddonor? Een belangrijke vraag is ook in hoeverre het gerechtvaardigd is om embryo’s te kweken voor de toepassingen van IVG.
Het CEG nodigt artsen, politici, beleidsmakers en anderen uit om tijdig op vragen als deze te reflecteren.
Ethische en filosofische vragen
De Sutter schetst in het boek een wereld waarin mannen overbodig worden. Vrouwen die voorheen een IVF-behandeling volgen om zwanger te raken, hoeven niet langer een belastende hormoonbehandeling te ondergaan. Ook komt er een einde aan ‘social freezing’, waarbij vrouwen eigen eicellen invriezen omdat ze eerst carrière willen maken of wachten op de juiste partner. Met IVG wordt de biologische klok mogelijk gestopt. Naast de wetenschappelijke verhandeling stelt het boek van De Sutter ook de ethische en filosofische vragen ter discussie, die bij een dergelijke ontwikkeling komen kijken.
Bron: Fiom.nl