Het gaat om:
- het verhaal van de twee schuldenaars Luk. 7:41 en 42
- het verhaal van de barmhartige Samaritaan Luk. 10:25-37
- de onbeschaamde vriend Luk. 11:5-8
- de rijke dwaas Luk. 12:13-21
- de onvruchtbare vijgenboom Luk. 13:6-9
- de verloren munt Luk. 15:8-10
- de verloren zoon Luk. 15:11-32
- de onrechtvaardige rentmeester Luk. 16:1-13
- de rijke mens en de arme Lazarus Luk. 16:19-31
- de nutteloze slaven Luk. 17:7-10
- de onrechtvaardige rechter Luk. 18:1-8
- de Farizeeër en de tollenaar Luk. 18:9-14
De barmhartige Samaritaan en de verloren zoon zijn spreekwoordelijk geworden. De rijke man werd een symbool van vrekkigheid en de term Farizeeër werd een aanduiding voor een schijnheilig iemand. Omdat deze verhalen bij de meeste Nederlanders bekend zijn en omdat ze door talloze kunstenaars zijn uitgebeeld, zou men denken dat hun betekenis ook overbekend is. Dat is echter niet het geval. Men kan zich zelfs afvragen of de meeste Bijbellezers de bedoeling van de verhalen wel hebben begrepen. Wie zijn oor in allerlei kerken en kringen te luisteren legt, ontdekt namelijk het volgende:
1. In de gangbare uitleg worden de verhoudingen van de hoofdpersonen in een gelijkenis soms omgedraaid, zodat de uitleg de gelijkenis iets anders laat zeggen dan de Heere heeft bedoeld. Uit de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan wil men bijvoorbeeld afleiden dat een gelovige zijn vijanden moet liefhebben om het eeuwige leven te kunnen beërven. Maar klopt dat wel?
2. Van sommige gelijkenissen wordt een interpretatie gegeven die in strijd is met het tekstverband en uit bepaalde gelijkenissen worden conclusies getrokken die volstrekt ongerijmd zijn. Uit de verhalen van de onbeschaamde vriend en de onrechtvaardige rechter leidt men bijvoorbeeld af dat gelovigen die iets van God willen ontvangen Hem daar herhaaldelijk om moeten vragen … terwijl een enkel verzoek genoeg is, want de hemelse Vader weet wat we nodig hebben, voordat we het Hem vragen.
3. Bij het lezen van een gelijkenis heeft men dikwijls alleen maar aandacht voor een deel van het verhaal. In de gelijkenis van “de verloren zoon", bijvoorbeeld is een belangrijk deel gewijd aan de zoon die het ouderlijk huis nooit had verlaten. Juist die persoon kreeg aan het eind van de gelijkenis een opdracht!
4. Aan sommige gelijkenissen wil men een boodschap ontlenen die ook in andere Bijbelgedeelten is te vinden. Het verhaal van de rijke dwaas zou bijvoorbeeld een waarschuwing zijn tegen bezitsdrang. Uit het verband waarin Lukas deze gelijkenis plaatst, blijkt echter dat het verhaal geen moralistische maar een heilshistorische strekking heeft.
5. Aan één gelijkenis meent men gezaghebbende informatie over het leven na de dood te kunnen ontlenen. Het verhaal van de rijke mens en de arme Lazarus wordt als bewijstekst gebruikt voor de opvatting dat de doden in bewuste toestand voortbestaan, dat ze weet hebben van de situatie van de levenden, dat ze in het dodenrijk overleg kunnen plegen en dat ze al beloond of gestraft worden vóór ze zijn opgestaan. Is dat in overeenstemming met wat de Bijbel elders zegt over bewustzijn, wijsheid of kennis in het dodenrijk zegt?
Gelijkenissen zijn gemakkelijk te onthouden, maar moeilijk te begrijpen. Zelfs de discipelen van de Heere Jezus hadden moeite om Zijn onderwijs te verstaan. Het is dus niet verbazend dat ook wij de woorden van de Heere verkeerd kunnen interpreteren. Omdat vele gelijkenissen een profetisch karakter hebben, is het Bijbelwoord van toepassing dat "geen profetie van de Schrift een eigen uitlegging heeft" (2 Pet. 1:20). Wie een gelijkenis wil begrijpen, moet de betekenis van de symbolen zoeken in het tekstverband of in ‘de Wet en de Profeten’. En van een gelijkenis mag geen interpretatie worden gegeven die met de rest van de Schrift in strijd is.
Dit boek is een poging tot verklaring van gelijkenissen uit het Lukasevangelie, waarin aan deze uitgangspunten consequent wordt vastgehouden.
AUTEUR: AREN VAN WAARDE | 128 PAGINA’S | PAPERBACK (ook als E-book verkrijgbaar)
Info: Everread Uitgevers