Oostenrijk
De alpen zijn bedekt met sneeuw. Het is hartje winter.Tussen enkele sneeuwbuitjes door laat de maan zich af en toe zien. De donkere lucht wijkt voor het flauwe gelige maanlicht en tekent de toppen van het alpenlandschap wazig af. Het dorpje Oberndorf, vlakbij Salzburg, ligt in het dal. Daar is zojuist een rondtrekkende groep artiesten aangekomen, die elk jaar Oberndorf rond de kersttijd aandoet. Hun bestemming is de St. Nicolaaskerk, waar zij een eenvoudige toneelvoorstelling willen geven over de geboorte van Jezus. Wat een pech voor de toneelgroep en de kerkgangers! Het kerkorgel laat het afweten, en de voorstelling kan zonder muziek geen doorgang vinden. De orgelspecialist kan niet in no-time het orgel weer aan de praat krijgen. Wat te doen?
Na enig overleg vinden de dorpelingen met de toneelgroep onderdak in een van de grootste huizen van het dorp. Daar bevindt zich een thuisorgel en het spel wordt daar met overgave door de artiesten in alle eenvoud opgevoerd. De manier waarop de spelers het kerstspel brengen roept een heilige sfeer op .Iedereen geniet ervan en raakt onder de indruk. Het blijft doodstil als het slot valt. “U is heden de Heiland geboren, namelijk: Christus, de Here!”
Jozef en Frans
Jozef Mohr is assistent van de dominee. Nooit eerder raakte hij zo diep onder de indruk van de komst van Christus. De oprechte zuiverheid van het acteursspel heeft hem aan het denken gezet. Het laat hem niet los. Jozef loopt niet direct naar huis, maar maakt een ommetje en beklimt een van de heuvels. De nacht is inmiddels helder geworden, de sterren stralen en serene rust omvangt hem, als hij het dorpje tussen de heuvels ziet liggen. En dan? In zijn gedachten krijgen de eerste zinnen vorm: Stille nacht, heilige nacht, Davids Zoon, lang verwacht. Nog diezelfde nacht maakt hij het gedicht af. Daarna brengt hij het naar de kerkorganist Frans Gruber (1787-1863). Frans is schoolmeester en kan ook componeren. Nog diezelfde dag schrijft hij muziek bij het gedicht van Jozef.
Enkele dagen later is het kertmis en de kerkgangers komen samen. Het kerkorgel doet het nog niet. Ze spreken af dat Frans Jozef begeleidt op zijn gitaar als hij het ‘Stille nacht’ zingt. Een ‘heilige’ voordracht die de kerkgangers nooit meer vergeten.
Verspreiding
In die tijd (1818) bestonden de Strassersisters, concertzangeressen. Op hun Europese concerten zingen zij het Stille nacht, zodat het zich snel in Europa verbreidde. Vele vertalingen volgden, maar pas in 1863 vertaalde Jane Campbell het in Amerika. In 1871 nam Charles Hutchkins het op in zijn liedboek voor de zondagschool.
In Nederlandse muziekboeken is Stille nacht (voor zover schijfster dezes dit kon nagaan) in 1868 opgenomen. Wie het vertaalde is onbekend.
Laten wij het ook dit jaar ‘Stille nacht’ met een gelovig, vreugdevol hart zingen.
Onze God dankend, dat Hij Zijn Zoon gaf als Redder van de wereld.