Muziek beïnvloedt het gevoel en geeft de geest (tijdelijk) nieuwe stimulansen. Vandaar dat ook bij ernstige psychische stoornissen behandelaars gebruik maken van muziektherapie. Deze bevindingen zijn niet nieuw. Karel IX draaide na de bloedbruiloft te Parijs (de Bartholomeüsnacht van 24 op 25 augustus 1572) muziek tegen zijn onrust over die nacht. In de Griekse oudheid was Asclepiades, een beroemd geneesheer, al gewend krankzinnigen, wanneer zij razend werden, door muziek tot rust te brengen. Deze mogelijkheid kennen wij ook uit de Bijbel. We lezen in 1 Samuël 16 dat koning Saul, bij tijd en wijle gekweld werd door een boze geest. Hij kon als een razende te keer gaan. Hij kalmeerde (meestal) door de klanken van Davids harp (kinnor). Over het hoe, het waarom en de (on)mogelijkheden van muziek in Sauls toestand gaat dit artikel.
Situatieschets
In deel 5 schreven wij dat Gods Geest over Saul kwam. Zijn hart veranderde hierdoor en zijn verstand werd bekwaam voor het koningschap. Ook greep Gods Geest hem aan, zodat hij kon profeteren. Op die manier leerde hij Gods stem verstaan. Omdat Saul door de Geest van God was aangeraakt, was hij ook in staat om de HERE te gehoorzamen. Feitelijk was God Koning van Israël. Saul was Zijn eerste ‘vice-koning’, die samen met de profeet/priester Samuël het volk moest leiden.1)
Al twee jaar na zijn zalving tot koning liep de samenwerking met Samuël mis. Van ongeduld nam Saul Gods voorgeschreven taak om te brandofferen van Samuël over. Samuël moest hem toen aanzeggen dat de HERE zijn koningschap niet bevestigde (1 Sam. 13:14). Enige tijd later zelfs verwierp de HERE Saul als koning (1 Sam. 15:23), omdat hij Zijn koninklijke opdracht - alles, incl. het vee van de Amalekieten, met de ban te slaan - , niet geheel uitvoerde (1 Sam. 15:11). Het volk dacht nog wel dat hij koning was, maar de HERE had hem zijn positie ontnomen.2)
Samuël kreeg toen de opdracht een ‘man naar Gods hart’ tot koning te zalven, de dan nog jonge David, die als herder de schapen van zijn vader hoedde. Samuël gehoorzaamde en zalfde David, die daarop de Geest des HEREN ontving, welke eertijds ook in Saul werkte (1 Sam. 16:13). Tegelijkertijd werd bij Saul de Geest des HEREN ('roeach JHWH') weggenomen. Hiervoor kreeg hij via de HERE een boze geest ('ra roeach') terug (1 Sam. 16:14). Het is deze boze geest die angst, razernij en woede bij Saul losmaakte. Saul was vanaf dat moment niet meer dezelfde en was totaal de weg kwijt. Laten wij eens kijken naar de drie passages in Gods Woord die specifiek de aanvallen van de boze geest op Saul beschrijven.
1 Samuël 16, vers 14-23
De eerste maal dat Saul bezeten wordt door de boze geest, is direct na de zalving van David. Het was het gevolg van zijn ongehoorzaamheid en onberouwelijkheid. De ervaring met de boze geest jaagt Saul angst aan. Het hier gebruikte Hebreeuwse grondwoord heeft de betekenis van 'doen schrikken' of 'overvallen'. In plaats van zijn angst aan de HERE voor te leggen door Samuël te raadplegen3), gaat Saul ten rade bij zijn dienaren. Hij zoekt liever zijn heil bij mensen dan bij God. De oplossing van Sauls dienaren lijkt in eerste instantie aannemelijk. Saul moet iemand in dienst nemen die voor hem de citer (kinnor) bespeelt als de boze geest over hem komt. De muziek zal hem dan beter maken. De kinnor is een klein snaarinstrument dat in de hand gedragen kon worden en zeven of acht snaren had (zie vorige aflevering). Het werd bespeeld door er op te tokkelen met een stukje hout. Dit tokkelen (Hebreeuws: 'nagan') komen wij ook in 1 Samuël 16 tegen, waar het met 'spelen' en 'bespelen' is vertaald. De dienaren van Saul vinden in David iemand die op de kinnor kan tokkelen en hij wordt op bevel bij Saul gebracht. Een opmerkelijk gebeuren is dit. Terwijl Saul het verlies van zijn koningschap wil verdringen door zijn eigen weg te gaan, wordt hij hierdoor juist meer met dit feit geconfronteerd. David wordt Sauls dienaar en wint diens genegenheid. Telkens als de boze geest over Saul komt, tokkelt David op de kinnor, waardoor de boze geest van Saul wijkt. Zo wordt Saul verlichting geschonken. In het Hebreeuws wordt met 'rawach' letterlijk over 'lucht krijgen' gesproken.4) Saul krijgt lucht, doordat de boze geest hem niet meer benauwt.
1 Samuël 18, vers 10-14
Het tokkelen van David op de kinnor blijkt echter geen blijvende oplossing te zijn. De boze geest blijft Saul toch herhaaldelijk aangrijpen. Dat zien wij ook in de volgende gebeurtenis. Na het verslaan van Goliat in Gods kracht (1 Sam. 17) en enige andere overwinningen in veldslagen wordt David bejubeld door het volk: "Saul heeft zijn duizenden verslagen, maar David zijn tienduizenden." Als Saul dit hoort, ontbrandt hij zeer, zoals er letterlijk vertaalt staat. Het mishaagde hem en in gedachten ziet Saul het al voor zich dat David het koningschap van hem overneemt. Vanaf dat moment slaat hij David met wantrouwen gade (1 Sam. 18:8-9). De volgende morgen wordt hij aangegrepen door de boze geest. Saul gedraagt zich als een razende in huis, terwijl David zoals elke dag de snaren tokkelt. In zijn woede probeert Saul heel bewust tot twee keer toe David aan de wand te spietsen met zijn speer, wat hem niet lukt.
Twee dingen vallen hier op: het woord 'razen' is een vertaling van het Hebreeuwse 'nava' wat 'profeteren' of 'in geestvervoering raken' betekent. In 1 Samuël 10:10 komen wij dit begrip ook tegen bij Saul: "...de Geest Gods greep hem aan en hij geraakte onder hen in geestvervoering." Toen was het nog Gods Geest Die in Saul werkte en hem zo bekrachtigde. Nu is het een boze geest die hem, als oordeel op zijn zonden, zwak maakt. Het tweede punt betreft het tokkelen van David op de snaren. Er staat geschreven dat hij dit gewoon was iedere dag te doen. Toch kan dit niet voorkomen dat de boze geest bezit van Saul neemt. De muziek laat de boze geest wel wijken, maar kan hem niet weerhouden of definitief laten verdwijnen.
1 Samuël 19, vers 9-10
De laatste beschrijving van een aanval door de boze geest komt in veel opzichten overeen met de hiervoor weergegeven gebeurtenis. Nadat David de Filistijnen weer een nederlaag toegebracht heeft, komt de boze geest weer over Saul. Opnieuw probeert hij David, die de snaren tokkelt, te doden. Ook dit keer is het tevergeefs. De reden dat de boze geest nu over hem komt heeft te maken met Sauls haat ten opzichte van David. Dit is duidelijk te zien in het tweede deel van 1 Samuël 18: "En Saul vreesde David des te meer. Saul bleef een vijand van David zijn leven lang." (vs. 29) Sauls vrees komt voort uit zijn besef dat de HERE met David is, zoals het vers daarvoor beschrijft. In plaats van dat hij zich in zijn angst tot de HERE wendt, verhardt Saul zich juist. Hij kiest weer zijn eigen weg, van haat en vijandschap. Wat kan hem nu nog helpen? Zelfs de muziek van de kinnor helpt hem niet meer.
Het bespelen van de kinnor leek een goede oplossing om de boze geest die Saul kwelde tegen te gaan. In zekere zin hielp het ook wel, maar uiteindelijk bracht het slechts verlichting en geen daadwerkelijke genezing. De boze geest week tijdelijk, maar keerde uiteindelijk weer terug. Was het dan verkeerd dat David op de kinnor speelde? Nee, dat zeker niet. Het heeft meer te maken met de wijze waarop Saul met zijn situatie omging. Muziek, op zich genomen, kan geen genezing brengen. Wanneer het echter dan middel gebruikt wordt om nader tot de HERE te komen, kan het wel tot genezing leiden. Vanuit dit oogpunt bezien kan zelfs 'muziektherapie, mits op de juiste wijze gebruikt, de gelovige in zekere mate helpen. Een duidelijk voorbeeld hiervan is in Psalm 42 te vinden. De dichter verkeert in een ellendige toestand en getuigt dan het volgende: "...des nachts zal Zijn lied bij mij zijn..." (vs. 8) Het zingen van een lied tot de HERE vertroost het hart, zelfs midden in de nacht. Ook bij Paulus en Silas zien wij dit. In de diepste kerker, met kapotgeslagen ruggen en de voeten in houten blokken, zingen zij midden in de nacht God de lof. Direct daarop volgt een aardbeving, die hen bevrijdt uit hun gevangenschap (Hand. 16:23-26). Op deze wijze gebruikt, mag muziek ook ons vertroosten temidden van verdriet en ons bevrijden van angst, boosheid en bitterheid. Het mag ons tot onze Here en Heiland brengen en dankbaarheid in onze harten uitwerken. Hij is onze Heelmeester en Verlosser!
"...spreekt onder elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen, en zingt en jubelt de Here van harte, dankt te allen tijde in de naam van onze Here Jezus Christus God, de Vader, voor alles..." (Efe. 5:18-20)
Voetnoten
- De profeet/priester Samuel maakte nog 18 jaar van de regering van Saul mee. Daarna was Achia de priester.
- Tussen de officiële aanstelling van Saul tegenoverstaan van het volk Israël als eerste koning en David als tweede, lag 40 jaar.
- Saul en Samuel zouden elkaar tot de dag van Samuels dood niet meer zien (1 Sam. 15:35).
- In Job 32 vers 20 staat: "Ik wil spreken om lucht te krijgen [rawach]..."</