Een gewelddadig God?
In het Oude Testament worden regelmatig zeer gewelddadige gebeurtenissen of straffen beschreven. Zo wordt bij de inname van Jericho niemand gespaard, zelfs vrouwen, kinderen en bejaarden worden omgebracht (Jozua 6). In Psalm 137 lezen wij dat degene die de kleine kinderen uit Babel tegen de rots verplettert, gezegend zal zijn. En In Exodus lezen wij dat wie op de sabbat werkt, omgebracht moet worden (Ex. 35:2). Zo zijn er veel meer voorbeelden. Het Oude Testament kent gedeelten die in dat opzicht zeer gruwelijk aan doen en lijkt heel anders dan het Nieuwe Testament, waarin met name genade en vrede centraal staan. Soms bekruipt ons ook een gevoel van onbehagen bij het lezen over geweld in de Bijbel.
In dit artikel willen wij proberen iets van een verklaring te vinden voor het geweld in de Bijbel. Daarbij wil ik – net als in de vorige artikelen – maar weer gelijk opmerken dat ook in dit artikel weer geen volledig en allesomvattend antwoord gegeven zal worden. Het blijft dan ook nu weer van belang dat wij ons realiseren dat de Bijbel een moeilijk boek is, waarin wij niet op alle vragen een antwoord krijgen. Wat overigens niet betekent dat wij niet mogen proberen, zoals in dit artikel, om toch op bepaalde zaken een antwoord te vinden, zij het wel met de nodige voorzichtigheid en terughoudendheid.
Context van het Oudtestamentische geweld
Bij het duiden van geweld in de Bijbel en dan met name het Oudtestamentische geweld, dienen wij allereerst te beseffen dat de wereld waarin dat geweld gebruikt werd een andere is dan waarin wij leven. Wij leven in een samenleving waarin zelfbeschikking, autonomie en gelijkheid de norm zijn. In de tijd van de Bijbel was dit anders. De samenleving was zeer hiërarchisch, waarbij koning en keizer vaak allesbepalend waren voor de identiteit en het lot van een volk. Volk en leider werden daarbij vaak als één gezien, waarbij het volk het bezit van de koning vormde. Dit principe was tot diep in de samenleving te vinden, tot aan de gezinnen toe waar de man de absolute heerser was en in sommige gevallen zelfs het recht had om vrouw en kinderen om te brengen als hem dit goed dunkte. Geweld was daarbij een middel om de rechtspositie van de heerser te handhaven. Bovendien was dit niet slechts een middel tot handhaving van verworven macht, maar ook – in positieve zin – tot handhaving van orde en rust. Ook werd het geweld niet zondermeer bij willekeur en in een opwelling uitgevoerd. Het werd doorgaans toegepast volgens vastgestelde wetten. Daarbij was eveneens oog voor het lot van de zwakken in de samenleving, zoals weduwen en wezen. Een voorbeeld van zo’n wettenstelsel is natuurlijk de Thora. Maar ook andere volken dan Israël hadden zo hun wetten. Zo ontstond rond 1800 voor Christus (rond de tijd van Abraham) de Codex Hammurabi, een Mesopotamisch wetboek.
De instelling van rijksoverheden, koningen, etc., die middels uitoefening van recht en macht enige mate van orde en structuur in het aardse gebeuren moeten brengen is terug te zien in Genesis 9.
Daar staat onder meer: “Voorzeker, Ik zal vergelding eisen voor uw bloed, voor uw levens. Van de hand van alle dieren zal Ik vergelding eisen; ook van de hand van de mens, van de hand van ieders broeder, zal Ik vergelding eisen voor het leven van de mens. Vergiet iemand het bloed van de mens, door de mens zal diens bloed vergoten worden…” (Gen. 9:5-6). De noodzaak van deze principes komt voort uit het gegeven dat de wereld in zonde gevallen is en daardoor dood en verderf heersen. Denk bijvoorbeeld aan Kaïn die Abel doodsloeg, zoals te lezen in Genesis 4. (Foto: Kaïn en Abel – Palma il Giovane (1603) – Kunsthistorisch Museum Wenen). Geweld heeft daarom in het Oude, en ook in het Nieuwe Testament als doel om te komen tot rechtmatige vergelding van kwaad. Het is een instelling van God die bedoeld is om de in de wereld voortwoekerende gevolgen van de zonde enigszins te beteugelen.
Toepassing van het Oudtestamentische geweld
De toepassing van geweld in het Oude Testament is doorgaans tweeledig binnen een unieke sfeer van Gods grote en merkbare nabijheid.
De eerste toepassing is het verdedigen of overwinnen van Israël-vijandige volken. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de verlossing van het volk Israël uit Egypte. In de persoon van farao krijgt Egypte kans op kans en waarschuwing op waarschuwing. Desondanks verhardt hij zich tegen de wil van God. Hierop volgt uiteindelijk de meest heftige, tiende plaag waarbij alle eerstgeborenen van de Egyptenaren de dood vinden. Wij moeten beseffen dat als Egypte niet was getroffen door de oordelen van God, Israël ten onder was gegaan. Het hier gebruikte geweld heeft als doel om Israël als volk te beschermen tegen het volk van Egypte.
De tweede toepassing van geweld is het zorg dragen voor orde en rust binnen Israël zelf. Dit laatste kan niet los gezien worden van Gods aanwezigheid te midden van Zijn volk in wolk- en vuurkolom (Foto: Israëlieten geleid door de vuurkolom - William West - ca 1840). De tegenwoordigheid van Zijn heiligheid verdraagt geen onrecht. Wij zouden ons eigenlijk moeten afvragen hoe de Israëlieten het aandurfden om letterlijk direct onder de ogen van God te zondigen. Dient een dergelijke rebellie niet zwaarder gestraft te worden dan wanneer gezondigd wordt buiten Zijn directe aanwezigheid? Te denken valt hier ook aan de Nieuwtestamentische geschiedenis van Ananias en Saffira (Hand. 5). Zo vlak na het uitstorten van Gods heilige Geest op het Pinksterfeest, was Zijn kracht nadrukkelijker aanwezig en beschikbaarder dan ooit. Dit maakt dan ook dat Ananias en Saffira voor hun oplichtingspraktijk zeer zwaar gestraft werden. Zij dienden in die tijd kennelijk als voorbeeld dat er met de gerechtigheid en heiligheid van God niet te spotten valt. In deze tijd, de genadeperiode, handelt God niet zo. Gelukkig maar, want wat zou er dan gebeuren als iemand bijvoorbeeld een lege hand in de collectezak steekt?
Natuurlijk is het wel moeilijk te vatten dat de toepassing van geweld in de Bijbel er soms heftig aan toe gaat. Eerder noemden wij al het ombrengen van alles en iedereen bij de inname van Jericho (Joz. 6). Maar denk bijvoorbeeld ook aan het afslachten van 24.000 Israëlieten nadat zij (godsdienst) hoererij hadden bedreven met de Moabieten. En … soms gebeurt het ook dat iets als geweld of iets dergelijks wordt beschouwd, terwijl dat bij nader inzien niet zo blijkt te zijn (zie bijv. het artikel over Jefta’s dochter op pagina 22 -Red.)
Vreedzaam toekomstbeeld
Het Oude Testament lijkt door het geweld dat er in beschreven wordt, soms hard, liefdeloos en bloeddorstig. Toch heeft het Oude Testament uiteindelijk een geweldloze wereld op het oog. Als Kaïn Abel heeft omgebracht, wordt hij niet gedood, maar krijgt hij zelfs een teken dat hem moet beschermen. Wel wordt hij verdreven van Gods aangezicht. Het dolende bestaan dat hij dan moet leiden in combinatie met het door God aan hem gegeven teken moet als voorbeeld dienen dat God niet wil dat de mensen elkaar doden. In Genesis 6 lezen wij dat God de zondvloed over de aarde laat komen omdat deze verdorven en vol geweld is. God wil door middel van de zondvloed de wereld verlossen van verdorvenheid en gewelddadigheid. Veel later mag David Gods tempel niet bouwen omdat hij een man van bloedvergieten is (1 Kron. 22:18). En in de profetie lezen wij dat God juist door al het geweld heen een wereld vol vrede op het oog heeft. Zo staat in Jesaja 2:2-5 dat de volken uit eigen wil tot God zullen komen om zich aan Hem te onderwerpen en dat zij hun wapentuig zullen omsmeden tot ploegscharen en snoeimessen. Er staat daar ook: “Oorlog voeren zullen zij niet meer leren.” Het zal zelfs zo zijn dat dieren in vrede en harmonie zullen leven (Jes. 11:6-9), zoals God het aanvankelijk ook in de Hof van Eden had bedoeld. Dat er nog een lange weg te gaan is voor de wereld op dit punt is aanbeland, is een gegeven dat samenhangt met Gods bedoeling dat de volken zich uit vrije wil aan Hem onderwerpen. Het vreedzame toekomstbeeld dat het Oude Testament ons voorhoudt, wordt mooi beschreven in Psalm 46:9-11: “Kom, zie de daden van de HEERE, Die verwoestingen op de aarde aanricht; Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, de boog breekt en de speer in stukken slaat, de wagens met vuur verbrandt. Geef het op en weet dat Ik God ben; Ik zal geroemd worden onder de heidenvolken, Ik zal geroemd worden op de aarde.”
Vrede en geweld in het Nieuwe Testament
Aan het Nieuwe Testament wordt vaak toegeschreven dat dit tweede deel van de Bijbel enkel genade en vrede verkondigt. Het is waar dat er nadrukkelijk over genade en vrede gesproken wordt. Toch zijn er zeker ook geweldsteksten te vinden. Denk aan de vervloekingen door de Heere Jezus in Mattheüs 11 aan het adres van een aantal steden. Of aan de rede over de laatste dingen in Mattheüs 24. Eerder noemden wij ook al de dood van Ananias en Saffira, beschreven in Handelingen 5 (Foto: De dood van Ananias - Raphael -1515). En Paulus zegt in 1 Thessalonicenzen 4:6 dat de Heere een Wreker is. En Petrus heeft het over het oordeel dat begint bij het huis van God (1 Petr. 4:6). Dit alles wordt gezegd met het oog op de zeer nabije wederkomst van Christus.
En natuurlijk is er dan ook nog het laatste Bijbelboek, Openbaring, waarin talloze oordelen voorkomen. In Openbaring zien wij de Oudtestamentische profetie en de Nieuwtestamentische komst van Christus met elkaar verweven. Dit Bijbelboek toont ons dat het Oude en Nieuwe Testament qua boodschap uiteindelijk een eenheid vormen. In Openbaring zien wij ook heel duidelijk dat Gods oordelen er zijn om een einde te brengen aan het geweld en de verdorvenheid in de wereld. Daarbij krijgen de goddelozen kans na kans om tot inkeer te komen. God wil immers dat zij tot erkentenis van de waarheid komen. Maar de meesten doen dit niet, zoals bijvoorbeeld in Openbaring 9:20 beschreven staat: “En de overige mensen, die niet door deze plagen werden gedood, bekeerden zich niet van de werken van hun handen.” Ook is er sprake van vergelding vanwege het leed dat gelovigen is aangedaan: “Tot hoelang, heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt U ons bloed niet aan hen die op aarde wonen?” (Opb. 6:10).
Uiteindelijk is het wel zo dat al dit geweld tot herstel van orde en rust leidt en zelfs tot algehele rehabilitatie van de schepping. Aan het einde van Openbaring zien wij dat er geen verdriet, dood en rouw meer is en ook dat de volken op zullen gaan naar het hemels Jeruzalem om daar God en het Lam te ontmoeten.
Zowel het Oude als het Nieuwe Testament beschrijven dus een vreedzaam toekomstbeeld. Deze vrede komt er echter niet zonder slag of stoot. De schuld daarvan ligt echter niet bij God, maar bij de mens (verenigd in volken) die zich weigert aan God te onderwerpen en zelfs God tot vijand verklaart (Ps. 2:2). Dat daar vele ‘onschuldigen’ en zelfs gelovigen de dupe van worden, blijft wel een moeilijk punt om te begrijpen en te accepteren.
Onze eigen beleving
Wanneer wij het hebben over het begrijpen van geweld in de wereld, kan het helpen om in te zien dat wij vaak reageren vanuit onze eigen leefomstandigheden. Wij merkten eerder al op dat zelfbeschikking, autonomie en gelijkheid de norm is in onze samenleving. Ook zijn de meesten van ons in hun leven niet direct geconfronteerd met oorlog, geweld of vervolging. Vrede valt voor ons in Nederland op dit moment te verwerven zonder harde strijd. Hoe anders zou dit kunnen zijn als wij wel te maken krijgen met vernedering en dood door anderen ons aangedaan? Wij hoeven hiervoor maar naar het Midden-Oosten te reizen of 75 jaar terug te gaan in de tijd om ons hiervan bewust te worden. Zouden wij niet om vergelding vragen als familieleden van ons door radicale terroristen werden omgebracht? En vieren wij nu ook niet ieder jaar de vrijheid die verworven is door bloedvergieten? Vanuit onze (relatief) comfortabele positie is het makkelijk om het gebruik van geweld en harde vergelding te veroordelen en te verwerpen. Wie echter zelf daadwerkelijk leed ondervonden heeft, gaat hier waarschijnlijk anders mee om. En toch roept dan de Bijbel ons in die situaties er toe op om de vergelding bij God te laten.
Een ander perspectief
Wij zijn bijna aan het einde van dit artikel over alweer een moeilijke kwestie gekomen. Ik kan mij zo voorstellen dat het gevoel van onbehagen ten aanzien van het gebruik van geweld in de Bijbel nog niet (geheel) is weggenomen. Ik sluit mij daarin bij u aan. Het mooie is dat Bijbelse waarheid zich bij uitstek niet uit in dogma’s, maar in gebeurtenissen. Bij het nadenken over het onderwerp van dit artikel moest ik onwillekeurig denken aan Abraham die de opdracht van God kreeg om Izak te offeren. (Foto: Offer van Izak - Rembrandt van Rijn - 1635) Abraham vraagt niet naar het waarom, maar doet gewoon wat God van hem vraagt. En ook Izak lijkt zijn lot lijdzaam te aanvaarden. Abrahams gedachten hierbij zien wij in Hebreeën 11:18 verwoord: “Hij overlegde bij zichzelf dat God bij machte was hem zelfs uit de doden op te wekken.” Wij kunnen soms niet begrijpen waarom dingen gebeuren en kennen ook niet altijd de achterliggende reden ervan. Wat wij wél mogen weten is dat er eens een moment komt dat God alles recht zal trekken doordat de doden zullen opstaan, Hij tot een rechtvaardig oordeel komt en aan al het lijden een einde komt. Laten wij daar dan ondanks al onze vragen en soms ook twijfels blind op vertrouwen. Of zoals in een oud lied staat:
“Waar de weg mij brengen moge,
aan des Vaders trouwe hand,
loop ik met gesloten ogen,
naar het onbekende land.”
Joh. de H. 880