Want dit is nog belangrijker: Hij is niet alleen gestorven, Hij is ook opgestaan uit de dood. Als dat niet het geval was geweest dan had Zijn lijden en sterven geen enkele waarde gehad!
Paulus zegt in 1 Korinthiërs 15: "En indien Christus niet is opgewekt, dan is immers onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof." (vs. 14) "En indien Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden." (vs. 17) "Indien wij alleen voor dit leven onze hoop op Christus gebouwd hebben, zijn wij de beklagenswaardigste van alle mensen." (vs. 19). En dan volgt vers 20: "MAAR NU, CHRISTUS IS OPGEWEKT”!!
Als Christus niet was opgestaan zouden wij wel verzoend zijn, maar niet verlost! In Romeinen 5:10 zegt de apostel: "Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood Zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden doordat Hij leeft..." Daarom is het: "Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is…" (Rom. 8:34)
De Oud-Testamentische offers hebben de zonde(n) slechts bedekt voor het aangezicht van God. Immers: "…het is onmogelijk, dat het bloed van stieren of bokken zonden zou wegnemen." (Hebr. 10:4) Dat was het hoogste goed onder het Oude Verbond: "Welzalig de man, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is." (Ps. 32) Maar ook al zijn de zonden bedekt, ze zijn er nog wel! De Here Jezus is het volmaakte Offer: "Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt." (Joh. 1:29). Zijn bloed reinigt van alle zonde! Door het geloof hebben wij deel aan Zijn dood EN opstanding. God heeft ons volkomen gereinigd en ons "…verlost uit de macht der duisternis en overgebracht in het Koninkrijk van de Zoon zijner liefde, in wie wij de verlossing hebben, de vergeving van zonden." (Kol. 1:13,14). Wij mogen dan ook ‘vrolijk’ zijn voor het aangezicht van de Heer en altijd vol goede moed! Paulus zegt: "Verblijdt u in de Here te allen tijde." (Fil. 4:4) Dat is het grootste voorrecht nu, te weten, dat ons leven Hem toebehoort. Het leven op aarde geeft vaak helemaal geen reden tot vrolijkheid. Onze vreugdezang wordt hier op aarde dikwijls wreed verstoord.
‘Toch is daar die innerlijke vrede, die alle verstand te boven gaat’
In deze dagen spreken we over Jezus als Immanuël. Dat betekent voor ons als gelovigen, leden van de Gemeente, het Lichaam van Christus, dat God met ons is, meer nog: Hij is in ons door de Heilige Geest. Christus is ons Leven. Dat maakt ons in alles wat we hier op aarde meemaken "meer dan overwinnaars".
Wij mogen ons nu reeds verblijden in de geestelijke zegen van het Koninkrijk, waarin de liefde regeert. "Daarom zijn wij te allen tijde vol goede moed, ook al weten wij, dat wij, zolang wij in het lichaam ons verblijf hebben, ver van de Here in den vreemde zijn..." (2 Kor. 5:6) Door Zijn Geest is de Here nabij... is Hij met ons, overal waar wij gaan. En terwijl wij zo, in de gemeenschap met de Heer, onze aardse loopbaan volbrengen, zien wij uit naar de toekomst! "Wij zijn burgers van een Rijk in de hemelen, waaruit wij de Here Jezus als Verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het aan Zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig zal worden..." (Fil. 3:20,21)
Nu is het nog: de Here met ons; straks zal het vooral ook zijn: wij met Hem! De positie die wij nu in de Geest reeds bezitten, in de hemel (zie Efe. 2:6, Kol. 3:3), zullen wij straks ook lichamelijk innemen. De Bijbel zegt: "Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid." (Kol. 3:4). Wij zullen, samen met hen die ons reeds zijn voorgegaan, in een “onsterfelijk lichaam” (1 Kor.15) in de tegenwoordigheid en heerlijkheid van onze Heiland openbaar worden. Dan zal ons geloof overgegaan zijn in een heerlijk aanschouwen! Daarom kunnen we altijd vol goede moed zijn. Wij zullen op volmaakte wijze, ook lichamelijk, delen in de heerlijkheid van Christus. Hij heeft door Zijn lijden en sterven die heerlijkheid voor ons verworven. Dat geeft ons reden tot dankbaarheid en grote vreugde, niet om de omstandigheden, maar om Christus, die ons Leven is!
"Wat zal het zijn, vlek'loos en rein,
eenmaal daarboven met Christus te zijn!"