Sommigen beantwoorden deze vraag met ja: “Jezus was toch een mens zoals wij?” Enkelen voegen daar aan toe: “Als de Here Jezus niet kon zondigen dan zijn toch de verzoekingen, de beproevingen en het lijden in Zijn leven, niet nodig geweest? Dan was het toch allemaal een schijnvertoning?”
Dat laatste gaat wel erg ver, maar ik heb het ergens zo gelezen!
Toch maakt de Bijbel zonder meer duidelijk, dat de Here Jezus geen deel gehad heeft aan de zonde, ja, zelfs niet kón zondigen!
Dat doet echter niets af aan de bedoeling van de verzoekingen, e.d. Integendeel, het bepaalt ons des temeer bij het bittere lijden en de diepe vernedering, die de Heiland heeft willen ondergaan om ons te redden. Je komt alleen maar méér onder de indruk van Zijn lijdensweg!
Laten wij eens een aantal relevante Schriftplaatsen nader onderzoeken.
* Romeinen 8:3
"God heeft, door Zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees..."
Het woord ‘gelijk’ is hier de vertaling van het Griekse homoiomati, en heeft meerdere betekenissen, zoals: afbeelding, nabootsing, overeenkomst, gelijkenis.
Je zou dus ook kunnen vertalen met: overeenkomstig zondig vlees, lijkend op zondig vlees...
Het gaat dus om de gelijkenis met het vlees (lichaam), dat wij als zondaren bezitten. De Here Jezus bezat kennelijk hetzelfde lichaam als wij, qua vorm en samenstelling, met dit verschil, dat in Hem geen zonde was.
* 2 Korintiers 5:21
"Hem die geen zonde gekend heeft, heeft God voor ons tot zonde gemaakt..."
‘Gekend’ (Gr. ginoosko) betekent: kennen door ervaring.
* Hebreeen 2:14
"Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen..."
De uitdrukking ‘op gelijke wijze’ is in de grondtekst één (samengesteld) woord: para-plesioos, hetgeen betekent: dicht naast (letterlijk: naast-naast).
In Filippenzen 2:27 vinden wij hetzelfde woord in de grondtekst terug: "Hij (= Epafroditus) is ook ziek geweest, de dood nabij..."
Het heeft misschien weinig gescheeld, maar Epafroditus is niet dood geweest! Hij was dicht naast de dood.
Zo kwam de Here Jezus dicht naast de mens, de kinderen die deelhebben aan bloed en vlees. Maar 'dicht naast' is niet helemaal gelijk, maar wel op ‘gelijke wijze’.
* Hebreeen 4:15
"Want wij hebben geen hogepriester, die niet kan medevoelen met onze zwakheden, maar één, die in alle dingen op gelijke wijze (als wij) is verzocht geweest, doch zonder te zondigen."
De NBG-vertaling kan hier verwarring geven. Immers, "zonder te zondigen" zou kunnen inhouden, dat Hij wel had kunnen zondigen, maar het niet heeft gedaan.
Andere vertalingen zijn duidelijker:
Statenvertaling: ...doch zonder zonde Telos-vertaling: ...met uitzondering van de zonde
Het Griekse woord ‘choris’ betekent: zonder, apart van, los van, gescheiden van ; het woord ‘hamartias’ is: zonde (2e naamval enkelvoud).
‘Zonde’ wijst vooral op de ‘zonde-natuur’, op wie je bent. Omdat wij ‘zondaars’ zijn (van nature) zondigen wij (zondigen = overtreden, niet beantwoorden aan het doel, etc.).
* Hebreeen 5:7 e.v.
"Tijdens Zijn dagen in het vlees heeft Hij gebeden en smekingen onder sterk geroep en tranen geofferd aan Hem, die Hem uit de dood kon redden, en Hij is verhoord uit Zijn angst, en zo heeft Hij, hoewel Hij de Zoon was, de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden..."
De tussenvoeging ‘hoewel Hij de Zoon was’ bepaalt ons bij het feit, dat het niet voor Hemzelf was. Als Gods Zoon hoefde Hij geen gehoorzaamheid te leren; als mens heeft Hij die weg echter wel willen gaan, om zodoende volledig deel te krijgen aan het menselijk leven op aarde.
* 1 Petrus 2:22
"...Die geen zonde gedaan heeft en in Wiens mond geen bedrog is gevonden..."
Hier blijkt in ieder geval, dat Hij geen zonde gedaan heeft - niet passief, en ook niet actief.
Deze teksten hebben ons een heleboel te leren, maar geven nog geen rechtstreeks antwoord op de vraag of de Here Jezus kon zondigen.
Hier ging het voornamelijk over de status van het vlees, en de wijze van deelhebben aan het leven in een zondige wereld.
Om volledig uitsluitsel te krijgen over deze belangrijke kwestie gaan we naar de apostel Johannes.
* 1 Johannes 3
Vers 5: "En gij weet, dat Hij geopenbaard is, opdat Hij de zonden zou wegnemen, en in Hem is geen zonde."
Vers 9: "Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde; want het zaad Gods blijft in hem en hij kan niet zondigen..."
Dit vers neemt alle twijfel weg en geeft duidelijk antwoord op onze vraag. Als er iemand is op wie deze woorden volledig van toepassing zijn, dan is het de Here Jezus.
Johannes spreekt hier over gelovigen in het algemeen, over hen "die niet uit bloed, noch uit de wil des vlezes, noch uit de wil eens mans, doch uit God geboren zijn." (Joh.1:13) Uiteraard gaat het hier over de wedergeboorte van mensen, die geloven in de Here Jezus.
Voor de Here Jezus Zelf gelden deze woorden echter ook in verband met Zijn eerste geboorte, uit de maagd Maria. Paulus schrijft in Galaten 4: "Maar toen de volheid des tijds gekomen was, heeft God Zijn Zoon uitgezonden (denk aan Rom. 8:3), geboren uit een vrouw..." (vers 4)
Bij de aankondiging van Zijn geboorte sprak de engel Gabriël: "De heilige Geest zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom zal ook het heilige, dat verwekt wordt, Zoon Gods genoemd worden." (Luk.1:35)
De mens Jezus Christus is verwekt door het zaad Gods. Hij is niet uit Adam geboren (en bezat dus ook geen zonde-natuur), maar uit God en "het zaad Gods blijft in Hem en Hij kan niet zondigen"! Tenslotte vult Johannes dit nog aan in de laatste woorden van zijn brief:
* 1 Johannes 5:18-20
"Wij weten, dat een ieder, die uit God geboren is, niet zondigt; want Hij die uit God geboren werd, bewaart hem, en de boze heeft geen vat op hem..."
Uit dit alles blijkt dus duidelijk, dat de Here Jezus niet kón zondigen. Dat is eigenlijk ook wel logisch, want anders zou Hij niet volmaakt zijn!
Adam, uit wie wij allen geboren zijn (wat ons vlees betreft) was niet volmaakt. Dat bleek wel op het moment dat hij zondigde. De Zoon des mensen is echter wel volmaakt in Zijn wezen. Hij is uit God geboren en kon niet zondigen, en deed dat dus ook niet. Hij was de Volmaakte, niemand hoefde te vrezen dat Hij zou 'vallen'. De overwinning stond bij voorbaat vast, want "al wat uit God geboren is, overwint de wereld." (1 Joh. 4:4)
Daarom kon de Here Jezus al vóór Zijn dood en opstanding tegen Zijn discipelen zeggen: "...houdt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen." (Joh.16:33)
Was Zijn lijden en verzoeking daarom een schijnvertoning? Neen, integendeel. Het feit, dat de Heiland op zo'n intense wijze heeft deelgenomen aan het menselijk leven, kan alleen maar diep ontzag en verwondering teweeg brengen.
De almachtige God, de Schepper, is in de Zoon nedergedaald in Zijn (gevallen) schepping. Hij heeft Zich ten diepste vernederd om u en mij te redden van het oordeel!
Wij kunnen ons niet voorstellen wat het de Heiland gekost heeft, om vernederd te worden in het diepst van het lijden en sterven.
Hij was de Zoon van God, dat is: God, geopenbaard in het vlees. De Schepper Zelf nam de schuld der wereld op Zich: God is liefde!
Hoewel Hij de Zoon was, heeft Hij dit alles toch willen ondergaan. Veel meer dan wij, heeft Hij het lijden van de tegenwoordige wereld ervaren. De zwaarte van de zonde werd door Hem gevoeld: van God en mensen verlaten. Maar te allen tijde bleef Hij de Autoriteit. Aan het Kruis wilde men Hem een verdovingsmiddel geven (wijn vermengd met mirre), maar Hij weigerde. Hij ging Zijn weg, in overeenstemming met de wil van God. Hij werd niet gedood alsof het niet anders kon, maar Hij heeft Zelf Zijn leven afgelegd. Hij beval Zijn geest in de handen van de Vader.
De Heer is niet op aarde gekomen en heeft gezegd: 'Nou ja, Ik ben toch God en Ik ben toch gehoorzaam, dus laat maar zitten allemaal'. Nee, de Heer heeft laten zien, dat Hij al die dingen vrijwillig wilde ondergaan, verzoeking, vertrouwd zijn met ziekte, volledig deelhebben aan het menselijk leven op aarde en daaruit gehoorzaamheid leren.
Als ik hierover nadenk kan ik alleen maar stil worden en stamelen: Dankuwel, Here Jezus, voor zoveel liefde en genade, ook voor mij. Onbegrijpelijk. Onvoorstelbaar.
O, welk een wond're Verlosser,
Vond ik in mijn Heiland en Heer;
Lofprijs vervult nu mijn harte,
Mijn zonden gedenkt Hij niet meer!