De berg SINAI
De naam Sinaï is verbonden met een andere naam van een berg, ook wel rots genoemd: Horeb (zie Hand. 7:30 en vgl.Exod. 3:1). Deze namen worden door elkaar gebruikt en lijken te wijzen op dezelfde berg of berggebied. In ieder geval zijn ze beide onderdeel van hetzelfde gebergte en hebben alles met elkaar te maken. Het zijn beide aanduidingen van een plaats, waar God bijzondere bemoeienis had met het volk Israël.
De naam "Horeb" betekent: droge of dorre plaats en "Sinaï": leem of modder. Het één is zonder water, het andere mét! Wellicht mogen wij hierin een heenwijzing zien naar het volk van Israël.
In Genesis 1 zien we op de derde dag, dat "het droge" tevoorschijn komt uit het water en God noemt het droge: aarde. Hebreeuws: aretz, hetgeen ook vertaald kan worden met land.
"Ha'aretz Jisraël" betekent: het land van Israël.Vervolgens moet de aarde jong groen (etc.) voortbrengen, d.w.z.: vruchtdragen.
Mozes
In Exodus 3 lezen wij over de roeping van Mozes. Zijn naam betekent in het Hebreeuws: uitgetrokken, hetgeen waarschijnlijk ziet op het feit, dat Mozes door de Egyptische prinses uit het water gehaald is. In het Egyptisch betekent de naam: voortbrengen.
Ook hier weer, zij het wat minder duidelijk, de verbinding tussen: uit het water tevoorschijn komen en vruchtdragen.
Mozes leidde de kudde van zijn schoonvader Jetro naar de ‘overkant’ van de woestijn (ws. de achterkant c.q. het Westen) en kwam bij de berg Gods, Horeb. Daar verscheen hem de Engel des HEREN (d.i. de HERE Zelf) in een vuurvlam midden uit een braamstruik. Mozes verbaasde zich, dat die struik niet werd verteerd. Hij wilde het gaan onderzoeken...maar dan spreekt de HERE tot hem over de aanstaande verlossing van het volk Israël. Naar mijn idee zien wij hierin een geweldig beeld van de gang van Israël door de geschiedenis. Onderhevig aan velerlei verdrukkingen en door het louterende vuur van Gods oordeel heen zal Israël verlost worden. God heeft een plan met dat volk en daarom zal Israël blijven bestaan.
Mozes ontvangt hier de opdracht om het volk uit Egypte te leiden en het naar deze berg te brengen om daar God te dienen (vs.12).
Bovendien maakt God nu ook Zijn Naam bekend: "Ik ben, die Ik ben." (vs.13-15, vgl. Exod.6:1,2)
Als Mozes eenmaal onderweg is met het volk van Israël dan trekt hij door de woestijn van pleisterplaats tot pleisterplaats naar het bevel van de HERE.
Mozes verbaasde zich, dat die struik niet werd verteerd.
In Exodus 17 komt de karavaan in Refidim aan, maar "daar was geen water voor het volk om te drinken" (vs.1). En dan schenkt de HERE uitkomst: "Zie, Ik zal daar vóór u op de rots bij Horeb staan; dan zult gij op de rots slaan en daaruit zal water tevoorschijn komen, zodat het volk kan drinken..." (vs.6). Ook hierin herkennen wij weer een machtig type van Christus (vgl.1 Kor.10:4). De HERE vereenzelvigt Zich met de rots, die geslagen wordt, zodat de nood van Israël wordt gelenigd. Zo is dé Rots, nl. Christus, geslagen...aan het Kruis van Golgotha. Hij is gestorven en opgestaan. Hij is het "water des levens"! (zie ook Ps.78:20, Joh.7:38,39, 12:24. 2 Kor.5:19)
Later, bij een andere gelegenheid (zie Numeri 20), krijgt Mozes de opdracht om tot de rots te spreken. Echter, in zijn ongenoegen over het weerspannige gedrag van de Israëlieten, spreekt hij tot het volk en slaat de rots bovendien twee keer!
Als straf op deze ongehoorzaamheid, waardoor de heiligheid des HEREN werd aangetast, mag Mozes het volk niet brengen in het land der belofte. Het feit, dat Mozes de rots twee keer slaat bederft ook het type, immers Christus is "éénmaal, bij de voleinding der eeuwen, verschenen om door Zijn offer de zonde weg te doen." (Hebr. 9:26) Het was genoeg, dat Jezus stierf, ja stierf voor u en mij! Christus is, "na één offer voor de zonden te hebben gebracht, voor altijd gezeten aan de rechterhand van God..." en "door één offerande heeft Hij voor altijd hen volmaakt, die geheiligd worden." (Hebr. 10:12-14)
Verbond
In Exodus 19 brengt de geschiedenis ons bij de Sinaï: "Nadat zij van Refidim opgebroken waren, kwamen zij in de woestijn Sinaï en legerden zich in de woestijn; en Israël legerde zich daar tegenover de berg" (vs.2).
God betoont Zich eerst de Verlosser (vs.4) en sluit vervolgens een verbond met het volk Israël: "Nu dan, indien gij aandachtig naar Mij luistert en Mijn verbond bewaart, dan zult gij uit alle volken Mij ten eigendom zijn, want de ganse aarde behoort Mij. En gij zult Mij een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk." (vs. 5 en 6)
D.i het verbond der Wet, ook wel: het Mozaïsch Verbond, het Sinaïtisch Verbond, en later: het Oude Verbond.
De verbondsluiting vindt plaats, de voorwaarden worden bekendgemaakt en de grondregels daarvan vinden wij in de Tien Woorden (Ex. 20).
Het Verbond als zodanig bestaat uit veel meer artikelen en voorschriften, en daar blijkt uit, dat het gaat om een verdrag tussen God en het volk Israël (Ex.24).
Dit is belangrijk!
Het Sinaïtisch Verbond is niet zozeer een overeenkomst tussen de HERE en individuele Israëlieten, maar meer een verdrag tussen de HERE en het volk, de natie in z'n geheel.
Het volk van Israël zegt van ganser harte ‘amen’ op de woorden van de HERE (zie vs. 8!) en daarmee is eigenlijk de overeenkomst gesloten. Israël is hiermede het "verbondvolk" van de HERE geworden.
De Wet (als) kent twee aspecten:
1. Het is een zakelijke overeenkomst tussen twee partijen, de HERE en Israël.
Als zodanig is het de grondwet voor de natie waaraan iedere burger zich dient te houden. Deze grondwet is opgesteld door God en aangeboden aan Israël. Onderhouding zou zegen brengen, veronachtzaming zou vloek betekenen.
Ik zeg dit om wat tegengas te geven aan de individuele sfeer, waarin de Wet door allerlei oorzaken is terechtgekomen, en ook vandaag nog dikwijls zo gehanteerd wordt. Gevolg is, dat je dan altijd slechts met een deel van die Wet kunt werken, terwijl het ging om de onderhouding van de gehele Wet.
Het punt is namelijk dat Gods handelen met de individuele mens gebaseerd is, niet op de Wet, maar op de genade, m.n. als het gaat om de zaligheid.
Het Verbond der Wet kwam niet i.p.v. eerdere Verbonden (Noach, Abraham), maar het is een aanvulling in het kader van het Heilsplan van God.
Het Verbond dat God sloot met Israël bij de berg Sinaï verlangde in de 1e plaats een naleving van de letter der Wet door het volk. Die naleving zou nationale zegen, voorspoed e.d. opleveren.
Bij ongehoorzaamheid zou het tegenspoed betekenen.
Belangrijk was dus, dat in de 1e plaats de leiders van het volk zich eraan zouden houden.
Later in de geschiendis is dat ook gebleken, dat het daar dikwijls al fout ging! De ene koning deed wat "recht" is in de ogen des HEREN, de andere niet. Zie in dit verband Hosea 4.
Wel, hoe ontrouw Israël als volk ook geweest is, er was altijd een gelovig overblijfsel! Echter: zij deelden in de malaise van het volk, hoewel zij persoonlijk recht stonden tegenover God! (denk aan: Ezechiël, Daniël e.v.a.: zij waren ook in ballingschap!).
Sterker nog: de getrouwen hadden te lijden van de ongehoorzaamheid van het volk, denk bijvoorbeeld aan Jeremia en later: Paulus!
Dus: Het verbond maakt van Israël een eenheid, een aparte natie, een heilig volk, temidden van alle andere volken.
Het staat daarmee in een bijzondere relatie met God, de HERE.
Hij is de Vorst, de Koning - Israël is het koningsvolk, of: de koningin!
Dat brengt ons bij het andere aspect van dit verbond:
2. Het kan ook gezien worden als een huwelijksakte.
Dan komen wij terecht bij de liefde van God voor Israël en de uitverkiezing van het volk.
Want: waarom heeft God nu juist Israël uitgekozen? Het antwoord vinden wij in Deuteronomium 7:7 en 8: "Niet, omdat gij talrijker waart dan enig ander volk, heeft de HERE Zich aan u verbonden en u uitverkoren; veeleer zijt gij het kleinste van alle volken. Maar, omdat de HERE u liefhad..."
Hier wordt de zakelijke overeenkomst dus verheven tot een liefdesrelatie!
Liefde is de oorzaak van de uitverkiezing. De HERE biedt het volk bescherming aan, voorspoed, welzijn, etc.
Israël heeft het niet verdiend, het is een gave, genade! De HERE stelt Zich garant voor Israël. Kortom: Hij wil zegenen!
En in dat licht, van Gods verkiezende genade, blijkt de Wet ook een profetie te zijn!
Want: Israël zal eens de woorden der Wet onderhouden en rijkelijk gezegend worden, nl. als het gelooft in de HERE.
Het oude verbond is een schaduw van het nieuwe, zoals duidelijk te lezen is in Jeremia 31:31 e.v.
De derde dag
De verbondssluiting op de berg Sinaï vindt plaats in de 3e maand op de 3e dag. Deze 3e dag komt in de Bijbel veel vaker voor. De 3e dag is vooral de opstandingsdag. De dag van het nieuwe leven. Voor het volk Israël zal ook het nieuwe verbond van kracht worden op de 3e dag, nl. als Israël tot geloof komt.
In Hosea 3:4 en 5 lezen wij: "Want vele dagen zullen de Israëlieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim. Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de HERE, hun God, zoeken, en David, hun koning, en bevende komen tot zijn heil - in de dagen der toekomst." De laatste koning van Israël is de Here Jezus Christus geweest. "Hij kwam tot het Zijne, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen." (Joh. 1:11) Hij weende over Jeruzalem - de "stad van de grote Koning" - en kondigde haar verwoesting aan (Luk. 19). De romeinse legers zijn gekomen en hebben de stad inderdaad in bezit genomen en de tempel afgebroken, terwijl de inwoners van het land werden gedood of weggevoerd in ballingschap. Zo kwam de tijd van de Diaspora, de verstrooiing. Israël zat helemaal zonder...!
Maar... de belofte is, dat zij zich zullen bekeren en de HERE zullen zoeken...in de dagen der toekomst.
In Hosea 6 lezen wij over die verandering van gezindheid. Wij horen a.h.w. de stem van het gelovig overblijfsel van Israël in de eindtijd: "Komt, laat ons wederkeren tot de HERE! Want Hij heeft verscheurd, en zal ons helen; Hij heeft geslagen, en zal ons verbinden. Hij zal ons na twee dagen doen herleven, ten derde dage zal Hij ons oprichten, en wij zullen leven voor zijn aangezicht..."
Dezelfde boodschap vinden wij ook terug in de geschiedenis van de profeet Jona. Het merkwaardige is, dat Jona gerekend wordt tot de zgn. ‘kleine profeten’, terwijl het boek geen enkele profetie bevat. Er is dus eigenlijk maar één logische conclusie mogelijk: het leven van Jona is zelf een profetie!
Hij is een teken van de Here Jezus, de Meerdere van Jona, die op de 3e dag uit de dood is opgestaan (vgl. Matt. 12:40 en Luk. 11).
Daarnaast herkennen wij de profetie m.b.t. het volk Israël: het was ongehoorzaam aan het Woord van God; het ging weg "van het aangezicht des HEREN" - Jona 1:3 - en het belaade daarvoor een hoge prijs! Israël kwam terecht onder de "wateren" (beeld van de volkeren). Als het straks in uiterste benauwheid de HERE zal aanroepen, dan zal Hij horen en Israël zal ten derde dage aan land komen....(vgl. Jer.30:7, Hos.5:15 ev.).
De ‘3e dag’ vinden wij ook terug in Johannes 2. Het is de dag waarop de bruiloft te Kana plaatsvindt. Dit was het begin van de tekenen van de Messias onder Zijn volk. Ook in deze geschiedenis ligt een geweldige profetie verborgen. De Here zal in de toekomst de "lege vaten", Israël, vullen met water (beeld van Woord/Geest), dan zal er een wonder plaatsvinden: Israël zal tot wedergeboorte komen. Het resultaat is heerlijk: er is wijn (beeld van de - vreugde van de - Geest). Dat dit wonderteken uitgerekend op een huwelijksfeest plaatsvond, laat zich eenvoudig verklaren: het spreekt van het herstel van Israël in een nieuwe relatie (= nieuw verbond) met de HERE. En dat zal, na alle pijn en verdriet, vreugde betekenen voor het volk, grote vreugde.
Israël is het leem in de hand van de Pottenbakker!
Israël wordt door het Woord gevormd...en is door het Woord bestemd om een heilige natie te zijn, een Koninkrijk van priesters. Het zal aan die roeping en bestemming beantwoorden als het Nieuwe Verbond, waarvan Christus de Middelaar is, voor Israël in werking treedt. Dan zal Israël opstaan uit de dood, uit de wateren, tevoorschijn komen en wonen in het beloofde land. Het zal daar de ongekende zegeningen van het Nieuwe Verbond ontvangen, zoals wij ze nu reeds in de Geest mogen bezitten (vgl. Efe.1:3 ev.)
Het eerste Woord van God (de Wet) werd hen tot een bediening des doods!
Het tweede Woord van God (de Genade) zal hen tot bediening des levens zijn!
Het eerste teken dat Mozes verrichtte, was dat hij water veranderde in bloed; dat betekende: dood en verderf (Exod. 7:14-25). Het eerste teken, dat de Here Jezus deed was, dat Hij water veranderde in wijn; dat betekende: leven en overvloed.
Wat een wonderbaar uitzicht hebben wij als wij in de geest op de berg Sinaï staan. Uitzicht op Gods plannen met Israël, dat straks bejubeld zal worden als het "hoofd der volken" (Jer. 31:7) op deze aarde, tot lof een eer van God!