De duistere machten zijn altijd gericht tegen de gelovigen, omdat zij van God zijn. Aan de gelovigen zelf kunnen zij geen schade toebrengen, maar wel aan hun geloof en getuigenis. Aan het leven van de gelovige kunnen zij niet komen (dat is in Gods hand), maar wel aan het beleven. Hun positie is in de hemel; daar kunnen zij niet aankomen, wel aan hun verblijf op de aarde. Vandaar het dringende advies van Paulus in vers 11: "Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen (Grieks: methodes) van de duivel". Het standhouden is niet: in eigen kracht op de vijand af gaan, maar gaan (en blijven) staan in de overwinning, die door God is gegarandeerd.
Ongetwijfeld heeft Paulus bij het beschrijven van de wapenrusting in Efeze 6 gedacht aan de uitrusting van de Romeinse soldaat. Deze was doorgaans goed uitgerust, zowel wat kleding betreft alsook de bewapening. De wapenrusting van God die in dit hoofdstuk beschreven wordt, bestaat volgens de verzen 14-18 uit zeven onderdelen:
1. De gordel of riem (Efe. 6:14)
Wellicht heeft de apostel hier gedacht aan Jesaja 11: "Want gerechtigheid zal de gordel om Zijn heupen zijn, en de waarheid de gordel om Zijn middel" (vs. 5). De Waarheid omvat het gehele Woord van God, waarin Zijn plan is neergelegd. En God wil, "dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen" (1 Tim. 2:4). Als ons middel dus omgord is met de waarheid wil dat niet alleen zeggen, dat wij waarachtig en oprecht wandelen voor Gods aangezicht, maar ook dat wij Gods Woord lezen en bestuderen en Zijn plan (onder)kennen.
2. Het borstharnas (Efe. 6:14)
Paulus noemt hier "het borstharnas van de gerechtigheid". Gerechtigheid is het fundament waarop ons levenshuis is gebouwd. Het is een belangrijk woord, waarin het lijden en sterven van de Heiland wordt verklaard. Het woord bepaalt ons bij het hart van het evangelie (zie Rom. 1:16 en 17). God is rechtvaardig, dat wil zeggen: Hij handelt in overeenstemming met het recht, Zijn recht! Niet naar menselijke maatstaven. In Jesaja 45:24a lezen wij: "Voorzeker, in de HEERE - zal men van Mij zeggen - zijn rechtvaardige daden en kracht, tot Hem zal men komen".
Als gelovigen mogen wij recht staan tegenover God. Hij rekent ons de zonde niet (meer) toe, maar juist de volle zaligheid, door Christus tot stand gebracht, en al de heerlijkheid daaraan verbonden! De grond van onze zaligheid ligt dus niet in onszelf, maar in Christus. Daarom geeft dat ons zo'n heerlijke rust en zekerheid, zoals een lied ook zegt: 'Als satan mij wijst op mijn schuld, zeg ik: ja, maar 't is alles genageld aan 't kruis'. De gerechtigheid die ons door Gods genade geschonken is, beschermt ons aan alle kanten.
3. Het schoeisel (Efe. 6:15)
Het schoeisel wijst op standvastigheid en 'loop'-vastigheid. Eén ding is altijd belangrijk en dat is dat we goede schoenen dragen. Paulus zegt in vers 15: "... en de voeten geschoeid met bereidheid van het evangelie van de vrede". Het woord, dat hier vertaald is met 'bereidheid' kan ook vertaald worden met toerusting of grondslag.
In de Kolossenzenbrief zegt de apostel dat God vrede gemaakt heeft door het bloed van het kruis (Kol. 1:20). Met die vrede zijn wij toegerust. Het is de grondslag van ons leven en onze wandel.
4. Het schild (Efe. 6:16)
Dit staat voor het geloof en is een bescherming voor de vijandelijke aanvallen. David wist van die bescherming en roept om het schild in Psalm 35: "Roep ter verantwoording, HEERE, wie mij ter verantwoording roepen; bestrijd wie mij bestrijden. Grijp het kleine en het grote schild, sta op, mij te hulp. Neem de speer in de hand, sluit de weg af, houd mijn vervolgers tegen; zeg tegen mijn ziel: Ik ben uw heil" (vs. 1-3). David roept dus feitelijk om de bescherming van de HEERE. Alleen bij Hem wist hij zich veilig tegen de aanvallen van zijn opponenten.
In Psalm 91:4 en 5 lezen we: "Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen, Zijn trouw is een schild en een pantser. U zult niet vrezen voor het beangstigende van de nacht, voor de pijl die overdag aan komt vliegen ...".
Zijn trouw is een schild. Het woord 'geloof' kan dikwijls worden vervangen door 'trouw', vooral als het betrekking heeft op God Zelf. De Heere is trouw aan Zijn Woord en beloften, en dat is als het ware het schild waarachter wij veilig zijn!
Destijds wist David zich geborgen in de machtige hand van God (vgl. Ps. 62:8-9). Hoeveel temeer mogen wij ons verheugen in Zijn bescherming, want "uw leven is met Christus verborgen in God" (Kol. 3:3). De boze kan zijn brandende pijlen afvuren, maar dit schild beveiligt ons leven! Hoezeer de tegenstander ook zijn aanvallen op ons uitoefent, terwijl wij hier op aarde zijn, door het geloof in Gods Woord weten wij, dat hij onze positie in Christus nimmer kan aantasten. De satan kan Gods werk niet ongedaan maken. Hij kan God niet verhinderen Zijn plannen te volvoeren, ook niet als het gaat om ons persoonlijk leven. God is getrouw en Zijn plannen falen niet! En Zijn trouw is ons schild.
Het 'schild van het geloof' ter hand nemen, is dus feitelijk: gaan staan in de zekerheid van Gods werk en Hem daarvoor de eer brengen. Dus: geloven wat God zegt, dat Hij hetgeen Hij beloofd heeft ook zal doen.
5. De helm (Efe. 6:17)
Het hoofd is de zetel van ons denken en ons verstand. Het is - zou je kunnen zeggen - het belangrijkste onderdeel van het lichaam; daaruit wordt alles geregeld en bestuurd. De helm van de zaligheid is dan ook een uitermate belangrijk onderdeel van de wapenrusting. Het woord ‘zaligheid’ kan ook vertaald worden met: 'heil' of 'behoudenis'. Wij mogen leven vanuit de zekerheid, dat wij behouden zijn ... en daarom ook behouden zullen worden.
Dit behoud of deze zaligheid is het onvervreemdbare bezit van elke gelovige. God heeft het werk van de zaligheid volbracht in Zijn Zoon Jezus Christus en liet vervolgens het evangelie van de zaligheid bekendmaken.
Nu wij geloven in de Heere Jezus, heeft God ons de volheid van het heil geschonken. Dat mogen, ja moeten wij voortdurend beseffen, dat ons heil, onze zaligheid vast ligt in Christus. Velen twijfelen aan de zekerheid daarvan, waardoor hun standvastigheid en strijdbaarheid schade wordt toegebracht. En dat is precies wat de satan wil!
Daarom: twijfel niet, maar geloof! Het Woord van God is de waarheid en roept ons toe: "Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u; het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen ..." (Efe. 2:8 en 9).
6. Het zwaard (Efe. 6:17)
Het woord "zwaard" (Grieks: machaira) duidt op het korte zwaard, dat gebruikt werd in gevechten van man tot man. Het gaat dus om de persoonlijke afweer van vijandelijkheden. Want wij worden als gelovigen niet verondersteld de aanval te zoeken. Nee, de wapenrusting van God is een voorziening ter verdediging, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen van de duivel (vs. 11).
En dit zwaard van de Geest is het Woord van God. Het eindigt waar het mee begon: het Woord. Het begon met de waarheid zelf als een gordel om het middel: geloven in dat wat ons de waarheid (= het Woord) openbaart. Het eindigt met het Woord van de waarheid als een zwaard in de hand ... om te verdedigen. Dit 'wapen' in de geestelijke strijd is bedoeld om de boze machten te weerstaan en is vooral bedoeld voor onszelf! Dat wij het Woord zouden kennen en valse leringen, waarmee de tegenstander ons wil misleiden, alsmede pseudo tekenen en wonderen, kunnen onderscheiden.
7. Het gebed (Efe. 6:18)
Dit vormt het laatste onderdeel van de wapenrusting en tegelijkertijd de begeleidende kracht. Het gebed is een aspect van het geloofsleven, dat door alle levensterreinen heen loopt. Het is de rode draad van het geestelijk leven. Feitelijk staat het gebed voor de overgave van de gelovige aan de Heer. Bidden is een geestelijke zaak, waarbij het gaat om de gemeenschap met de Heere God. Het is een geloofszaak, waarbij het lezen (en kennen) van Gods Woord een grote rol speelt en de gerichtheid op de Heer van het grootste belang is.
Wat bidden voor ons als gelovigen betekent, wordt bijvoorbeeld duidelijk uit de woorden van Filippenzen 4: "Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God" (vs. 6).
Wij mogen dus alles wat ons bezighoudt in de geestelijke strijd bij God neerleggen in de gezindheid van dankbaarheid voor wie Hij is en wat Hij voor ons heeft gedaan.
In de geestelijke strijd is het goed voortdurend in contact te staan met de Leidsman. Zodoende richten wij ons op Hem en verwachten wij het alleen van Hem. En dat is wat God wil.
Heel de wapenrusting is van God gegeven. Het past ons altijd en is de Goddelijke bescherming in het leven van elke dag. Het is de hemelse voorziening om te kunnen standhouden tegen de ver- en misleidende methoden van de tegenstander. "Neem daarom de hele wapenrusting van God aan, opdat u weerstand kunt bieden op de dag van het kwaad, en na alles gedaan te hebben (d.i. de gehele wapenrusting aandoen!), stand kunt houden" (Efe. 6:13).