Unieke volkomenheid
Het getal 7 wordt wel gekarakteriseerd als het getal van de (geestelijke) volkomenheid.
Volmaakt en compleet naar de Goddelijke norm, dat is wat zeven in Gods Woord kenmerkt.
Zeven is het grondgetal van de Bijbel; we hebben in de vorige aflevering gezien, dat het Woord van God op wonderlijke doortrokken is van dit getal. Het is structureel aanwezig in de opbouw van de geïnspireerde woorden. Dat maakt de Bijbel tot een uniek boek, ook ten opzichte van andere godsdienstige boeken. Bovendien blijkt daaruit, dat dit onmogelijk mensenwerk kan zijn. Zelfs met de meest geavanceerde computers is zo’n ingewikkeld boekwerk niet te construeren. Temeer omdat de Bijbel niet alleen maar een verzameling van feiten is, maar ook een beschrijving van historische gebeurtenissen. Mensen hebben dingen gedaan in hun leven, die onder te verdelen zijn in zeven punten. Hetzelfde geldt voor woorden die men heeft uitgesproken. Dit maakt de Bijbel tot wat het inderdaad is: het levende Woord van de levende God!
Zeven jaren
In Genesis 29 lezen we over Jakob, die bij zijn oom Laban is. Nadat hij zeven jaren gewerkt heeft trouwt hij met Lea. Dan moet hij nog zeven jaren werken om zijn grote liefde, Rachel, te verwerven.
Een periode van zeven jaren dus om een vrouw te huwen. Uit het huwelijk van Jakob is via zijn twaalf zonen het volk Israël ontstaan. Later leren we uit de profetie van Daniël 9, dat er een periode van 70 x 7 jaren voorbij zal gaan, waarna Israël verlost zal worden en het huwelijk zal plaatsvinden tussen de Here en het volk. Als gevolg van de splitsing van het rijk destijds spreekt Jeremia over twee zusters: Israël en Juda. Zij zullen in de toekomst één worden in (nieuwe) verbond met de Here.
Trouwens, die laatste ‘jaarweek’ van Daniël 9 wordt verdeeld in twee helften van elk 3½ jaar, en ook dat is – zij het wat meer verborgen – in de oude geschiedenis terug te vinden. Denk bijvoorbeeld aan de geschiedenis van Jozef in Egypte. Farao had gedroomd van zeven dikke en zeven dunne aren, alsook van zeven vette en magere koeien. Jozef mocht uitleggen, dat het echt zou gebeuren: zeven jaren van overvloed zouden gevolgd worden door zeven jaren van rampspoed. Nu heeft men wel eens gezegd, dat in Egypte alles dubbel telt. Het woord voor ‘Egypte’ is ‘Mizraïm’ en dat geeft door de uitgang ‘aïm’ een zgn. dubbelheid aan: de twee Egyptes. Wel, zeven is het dubbele van 3½, zodat de link met de toekomstige geschiedenis van Israël gauw is gelegd: eerst 3½ jaar vrede en vervolgens 3½ jaar van grote verdrukking!
Volk en land
We hebben in deel 1 al gewezen op de zevenvoudige zegen, die de HERE uitspreekt bij het sluiten van het (oude) verbond. Als Israël eenmaal in het land is komt het daar tot zonde en afgoderij. De HERE zendt Zijn profeten om hen aan te klagen en op te roepen tot bekering. In Ezechiël 36 worden Israëls ongerechtigheden en de gevolgen daarvan weergegeven in zeven punten:
- Ze zijn eenzaam en verlaten (vs. 3-4)
- Ze zijn het voorwerp van spot (vs. 3-6)
- Ze dragen de smaad der volkeren (vs. 6)
- Ze zijn onder de volkeren verstrooid (vs. 19)
- Ze hebben Gods heilige Naam ontheiligd (vs. 20,22)
- Ze hebben een hart van steen (vs. 26)
- Ze zijn onrein in Gods ogen (vs. 29)
Vanwege de ongehoorzaamheid werd Israël uit het land verwijderd om een moeizame weg te gaan onder de volkeren. Toch heeft God beloften gedaan aan de vaderen en Hij zal die allemaal inlossen. Israëls toekomst in het beloofde land is verzekerd!
In hetzelfde hoofdstuk worden ook zeven hoofdzaken genoemd, die de Here God zal doen als de tijd daar is:
- Hij zal ze méér weldoen dan vroeger (vs. 11)
- Hij zal hen bijeenvergaderen uit alle landen…
- … en hen naar hun eigen land brengen (vs. 24)
- Hij zal hen reinigen van alle afgoden (vs. 26)
- Hij geeft hen een nieuwe Geest en een nieuw hart (vs. 26-27)
- Hij maakt hen opnieuw tot Zijn volk (vs. 28)
- Hij zal de opbrengst van het land vermeerderen en vrucht geven (vs. 30)
Het land, dat God voor Zijn volk bestemd heeft wordt overigens op zeven manieren genoemd in de Bijbel:
- Kanaän (Jozua 14:1)
- Het land (Ruth 1:1)
- Het land van Israël ( 1 Sam. 13:9)
- Het land van Juda (2 Kron. 9:11)
- Het land des HEREN (Hosea 9:3)
- Het heilige land (Zach. 2:12)
- Het land der belofte (Hebr. 11:9)
Als de HERE Zich in de toekomst weer temidden van Zijn volk zal openbaren, zal de uitstorting van Zijn Geest plaatsvinden, hetgeen door Joël in zeven punten wordt uiteengezet (zie hs. 2):
- De Geest wordt uitgestort op alle vlees (vs. 28)
- uw zonen en dochters zullen profeteren
- uw ouden zullen dromen dromen
- uw jongelingen zullen gezichten zien
- ook dienstknechten en dienstmaagden zullen de Geest ontvangen (vs. 29)
- Ik zal wonderen geven in de hemel en op de aarde (vs. 30)
- Ieder die de Naam des HEREN aanroept zal behouden worden (vs. 32)
Dit alles ligt vast in het bestemmingsplan van God met Israël. Hij heeft dit volk uitverkoren om Zijn eigen volk te zijn en hen begiftigd met vele beloften en zegeningen. De apostel Paulus geeft in Romeinen 9:4 en 5 in zeven punten weer, wat de grote historische voorrechten van het uitverkoren volk zijn:
- hunner is de aanneming tot zonen,
- en de heerlijkheid
- en de verbonden
- en de wetgeving
- en de eredienst
- en de beloften
- hunner zijn de vaderen
Dit alles wordt nog overtroffen door het achtste feit, namelijk: “…uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus, Die is boven alles, God, te prijzen tot in eeuwigheid! Amen.”
Door lijden tot heerlijkheid
Om dit grote heil voor Israël te kunnen verwezenlijken moest de Heiland Zelf het lijden ondergaan. In Hebreeën 2:10 lezen we: “Want het voegde Hem, om wie en door wie alle dingen bestaan, dat Hij, om vele zonen tot heerlijkheid te brengen, de Leidsman hunner behoudenis door lijden heen zou volmaken.”
De Here Jezus is nedergedaald (zie Filipp. 2:5 e.v.):
- Hij heeft het Gode gelijk zijn niet als een roof geacht
- Hij heeft Zichzelf ontledigd
- Hij heeft de gestalte van een dienstknecht aangenomen
- Hij is aan de mensen gelijk geworden
- Hij is in het uiterlijk van een mens bevonden
- Hij heeft Zich (als mens) vernederd
- Hij is gehoorzaam geworden tot de dood des kruises
Hij is daarna ook weer ten hemel gevaren:
- God heeft Hem uitermate verhoogd
- God heeft Hem de Naam boven alle naam geschonken
- In Zijn Naam zal alle knie zich buigen
- van hen die in de hemel zijn
- van hen die op de aarde zijn
- van hen die onder de aarde zijn
- Alle tong zal belijden, dat Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader!
Zo heeft de Here het verlossingswerk tot stand gebracht en heeft zo de weg gebaand tot volmaking. “…en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden…” (Hebr. 5:9)
Als de ware Hogepriester zet Hij Zijn werk voor Israël in het hemelse Heiligdom voort om ook de Zijnen tot de volmaaktheid te leiden. Hij heeft een volkomen verlossing tot stand gebracht, een volheid. De Hebreeënbrief laat zien, dat Hij de Meerdere is van alles en iedereen. Alles wat tevoren is gezegd en gedaan spreekt op een of andere wijze van de Verlosser. Hij is:
- De Erfgenaam van alle dingen
- De Leidsman
- De Apostel
- De Oorzaak van eeuwig heil
- De Voorloper
- De Hogepriester
- De Voleinder
De Hebreeënbrief zegt tenslotte nog, dat Hij
- Oorzaak is van eeuwig heil (5:9)
- Bevrijdt van eeuwig oordeel (6:3)
- In eeuwigheid volmaakt is (7:28)
- Een eeuwige verlossing verwierf (9:12)
- Zichzelf gegeven heeft door de eeuwige Geest (9:14)
- De eeuwige erfenis bewerkt heeft voor de geroepenen (9:15)
- Door het bloed van een eeuwig verbond is opgestaan uit de dood (13:20)
Christus is dé Uitverkorene, de Zoon van de levende God, het Middelpunt in Gods plan der eeuwen, het Begin en het Einde. Hem zij alle lof een eer!