Schaamte is een heftig gevoel van vernedering, van weg willen kruipen, van angst, van er even niet meer willen zijn. Soms kan iemand door de grond willen zakken van schaamte. Zover hoeft het echter niet te komen. Er is herstel mogelijk!
Verlangen naar herstel
Een definitie van schaamte is: gevoel van onbehagen over gemaakte fouten. Zonden brengen ook gevoelens van schaamte voort.
In mijn leven hebben schaamtegevoelens een verlangen opgewekt naar herstel waarbij ik de schaamtegevoelens mag loslaten of zelfs achter mij laten. In perioden van schaamte verlangde ik naar een bedekking daarvan, een omhuld worden met iets anders waardoor ik deze gevoelens niet meer hoefde te ervaren.
De schaamte / schande van Israël en het herstel
Het verdient aanbeveling om Jesaja 61:1-10 te lezen. De schaamte / schande van Israël zal het volk in de toekomst leiden tot het aanvaarden van de Messias. De schaamte zal zijn over hun ongeloof, over hun afgoderij, over de zonden die van dat alles het gevolg zijn ...
De schaamte van Israël wordt uitgedrukt in de woorden van vers 3: as, rouw, een benauwde geest. Zij zullen 'treurenden' genoemd worden (vs. 2).
Een gedeelte uit deze profetie is bij de eerste komst van de Messias door de Heere Jezus aangehaald: "De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis; om uit te roepen het jaar van het welbehagen van de HEERE..." (vs. 1 en 2a).
Door dit aan te halen, sprak de Heere Jezus Zijn verlangen uit om Zich over het volk te ontfermen met een blijde boodschap van herstel om 'de gebrokenen van hart te verbinden'.
Dit heeft Hij laten zien in Zijn eerste komst tot Zijn volk. Hij kwam immers voor de Zijnen, volgens Johannes 1:11.
Toch is er een verschil tussen de woorden die uitgesproken worden in Jesaja 61:1 en 2 en de aanhaling daarvan in Lukas 4:17-20. De Heere Jezus stopt namelijk na de woorden 'het jaar van het welbehagen van de Heere'. Hij citeert niet het vervolg van vers 2a over "de dag van de wraak van onze God". Hij verkondigde alleen een blijde boodschap zonder oordeel ...
Hier verdeelt de Heere Jezus Zelf de Schrift. Eerst moet de blijde boodschap worden verkondigd en aanvaard. Maar als dat niet gebeurt, blijft het oordeel over.
Dit oordeel werd tijdens de eerste komst van Christus niet uitgevoerd, maar zal in de toekomst nog over het volk komen in de tijd die door de Heere Jezus wordt genoemd een 'Grote Verdrukking' (Matt. 24:21). Dit zal schaamte en schande tot gevolg hebben.
Is er een uitweg voor deze schaamte? Ja, er zal herstel komen van dezelfde Messias die zij eerst hebben verworpen. Israël zal dit herstel gaan meemaken. Dit wordt beschreven in Jesaja 61: "... om aangaande de treurenden van Sion te beschikken dat hun gegeven zal worden sieraad in plaats van as, vreugdeolie in plaats van rouw, een lofgewaad in plaats van een benauwde geest, opdat zij genoemd worden eiken van de gerechtigheid, een planting door de HEERE, om Hem te verheerlijken" (vs. 3).
Het is een geestelijk herstel, dat zich uitwerkt in een aards herstel: "Zij zullen verwoeste plaatsen van weleer herbouwen, de woeste plaatsen van vroeger weer oprichten, de verwoeste steden vernieuwen, die verwoest lagen, van generatie op generatie" (vs. 4).
God zal Zichzelf verheerlijken door dit prachtige herstel van Israël ...
Israël zal tot haar bestemming komen. Er staat: "Ú echter zult genoemd worden: priesters van de HEERE, men zal u noemen: dienaren van onze God" (vs. 6).
Deze bestemming is de vervulling van andere teksten, zoals Exodus 19:5 en 6 en Openbaring 1:6 en 5:10. Zo zullen zij als priestervolk de grote daden van God gaan verkondigen. Dit zijn daden van grote genade, na hun schaamte / schande, in overeenstemming met 1 Petrus 2:5 en 9.
In vers 7 wordt gesproken over 'dubbele schaamte en schande'. God neemt echter alle schande weg en geeft hen een dubbele erfenis in het land. Israël zal mogen delen in de glorie van de Zoon. Hij zal een verbond met hen sluiten, het zogenoemde nieuwe verbond (Jer. 31:31-34). Dit verbond zal van kracht zijn in de toekomende eeuw, als Christus is wedergekomen en Zijn koningschap heeft opgenomen over Israël en de volkeren! In die eeuw zullen zij diepe innerlijke blijdschap kennen. Dit is de eeuwige blijdschap in het eeuwige verbond. Jesaja's reactie wordt beschreven in Jesaja 61: "... Hij heeft mij bekleed met de klederen van het heil (wijst op herstel), de mantel van gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan (wijst op vergeving, geen schuld meer, nieuw!) ..." (vs. 10).
Wat een geweldige profetie!
De mantel der gerechtigheid
We begonnen dit hoofdstuk met de opmerking dat schaamte iets is dat wij niet willen ervaren, maar dikwijls wel ondergaan. Wij willen ons niet schuldig voelen, maar doen dat dikwijls wel. Wij willen niet dat ons leven gekenmerkt wordt door vernedering, angstige gevoelens, gevoel te hebben stom te zijn of huichelachtig ... Daarom hebben ook wij minimaal dezelfde kleding nodig als Israël om onze schaamte te kunnen bedekken. Dit zijn de klederen van heil en de mantel der gerechtigheid.
Het dragen van deze kleding leert ons te staan in een nieuwe identiteit. Niet langer hoeft ons leven gekenmerkt te worden door schaamte, schuld, angst, enz. We hebben de mantel van de gerechtigheid nodig. Het is boeiend om een woordstudie te maken van het woord mantel in het Hebreeuws. Van daaruit kunnen we verstaan hoe bijzonder het is om de mantel der gerechtigheid te mogen dragen.
Er zijn drie woorden die vertaald (kunnen) worden met "mantel":
- Addereth - dit komt van een woord dat glorie en eer betekent. Het is een glorierijk gewaad, prachtig en kostbaar. Israëlieten hadden vaak maar één zo'n kostbare mantel. Het is bijvoorbeeld de mantel van Elia, waarmee hij op het water sloeg, waardoor een doorgang ontstond. (Vergelijkbaar met wat Mozes eerder deed.) Deze mantel, en daarmee heel de waardigheid en identiteit van Elia, werd doorgegeven aan Elisa;
- koot-to-neth - denk aan het Nederlandse woord 'tenue' = net pak. Dit was bijvoorbeeld de veelkleurige mantel van Jozef, waardoor hij te midden van de broers eer ontving van zijn vader. Veelkleurige mantels werden ook gedragen door dochters van de koning die nog maagd waren, als teken van eer en reinheid.
- moil (of: meheel) - dit woord wordt gebruikt voor de priesterlijke bovenkleding (foto), onder meer voor het dragen van de Efod. In Jesaja 61:10 wordt dit woord gebruikt.
Omhuld worden door een mantel waarbij elk Hebreeuws woord wijst op eer en glorie, is een daad van grote genade van God. Hebben Gods kinderen nu ook zo'n mantel gekregen?
Er wordt vaak verkondigd dat wij als kinderen van God nu een algemeen priesterschap hebben. Met andere woorden: alle gelovigen zijn nu priesters en priesteressen. Het onderscheid tussen priesters en het 'gewone volk' is weggevallen. Toch spreekt alleen Petrus over 'een koninklijk priesterschap' en uit de bestemming van zijn brieven blijkt dit (profetisch) te gaan over gelovigen uit Israël!
Paulus schrijft hier niet over! Hij schrijft echter wel: "U hebt zich met Christus bekleed" (Gal. 3:27) en: "... bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid" (Efe. 6:14).
Meer dan priesters mogen wij nu zijn door genade. Wij zijn met Christus bekleed! En zijn daarom bekleed met alles wat van Christus is: Zijn gerechtigheid, Zijn Genade, Zijn Vrede, Zijn blijdschap, Zijn liefde, etc. Met deze kleding zijn wij geplaatst in een nieuwe identiteit.
Bekleed zijn met Christus
Wij worden niet meer gezien in onze oude staat van vernedering, schaamte en schande, schuld en oneer. Wij staan in een nieuwe positie van gerechtigheid, eer en verlossing!
Ons leven hoeft dus niet meer gekenmerkt te worden door gevoelens van schuld en schaamte.
Toen mij meerdere keren mijn domme gedrag is vergeven, ervoer ik grote blijdschap en kon ik met opgeheven hoofd van dankbaarheid weer verder gaan.
Dit is wat genade met ons doet! Genade is het antwoord op schaamte. Doordat we het borstharnas van de gerechtigheid dragen, kunnen we ook niet meer aangeklaagd worden wegens schuld. Met dit harnas kun je, net als met het schild, alle pijlen van de boze doven.
We leren zeggen: Ik erken mijn schuld. Maar ook dat we ons leven niet meer willen laten leiden door voortdurend het gevoel te hebben dat we er eigenlijk niet mogen zijn vanwege ons domme en zondige gedrag.
Daarom kunnen we ons uitstrekken naar wie wij in Christus geworden zijn. Zo te worden gezien door God geeft gevoelens van diepe blijdschap. Wij zouden de tekst uit Jesaja 61:10 nu zo op onszelf mogen toepassen:
'Ik ben zeer vrolijk in de HEERE,
mijn ziel verheugt zich in mijn God,
want Hij heeft mij bekleed met
Christus!'