Vreemd
Het is jammer dat de Herziene Statenvertaling (HSV) hier niet altijd is blijven staan in de traditie van de oude Statenvertaling (SV). Want daarin lezen wij in een aantal Schriftplaatsen in het Nieuwe Testament namelijk over het geloof van Christus. In de NBG-´51 vertaling lezen we op die plaatsen steeds over het geloof in Christus. Niet alleen op grond van de oorspronkelijke Griekse tekst, maar ook als we kijken naar de context, zou op die plaatsen de vertaling met het ´geloof van Christus´ volkomen logisch zijn geweest, en dus ook correct. Er wordt namelijk gewoon de 2e naamval gebruikt, weergegeven door het woordje ´van´. Vreemd dus dat men dat niet gewoon zo heeft overgezet, net als de Statenvertaling.
Aan de andere kant komt het op sommigen weer vreemd over om te spreken over het geloof van (Jezus) Christus. Dat klinkt ook heel anders dan te praten over (ons) geloof in Christus. Daar kunnen we ons van alles bij voorstellen, maar ´geloof van Christus´?
En toch ligt in die uitdrukking nu juist zo´n geweldige boodschap opgesloten, die alles te maken heeft met Gods grote liefde en goedheid voor zwakke, hulpeloze mensen als u en ik!
Uit geloof tot geloof
Los van het feit, dat de Mens Jezus op aarde natuurlijk ook als een gelovige door het leven ging, heeft de uitdrukking ´geloof van Christus´ alles te maken met het verlossingswerk dat God in en door Zijn Zoon tot stand heeft gebracht. Allereerst lezen we Romeinen 1:16 en 17:
- “Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven.”
Het evangelie is een kracht van God tot zaligheid (of: behoud), omdat daarin gerechtigheid van God wordt geopenbaard (= zichtbaar gemaakt), namelijk ´uit geloof tot geloof´ (Gr. ´ek pisteoos eis pistin). Letterlijk staat er: vanuit geloof tot in geloof. Het geeft een beweging aan. Je zou dus kunnen spreken van een brongeloof en een doelgeloof.
Het brongeloof brengt ons bij het geloof van Christus en het doelgeloof bij het geloof in Christus. Zo wordt het ook gezegd in Romeinen 3:21 e.v. De opmaat voor dit gedeelte in Gods Woord is vers 20: “Daarom zal uit de werken der wet geen vlees gerechtvaardigd worden voor Hem…” De vraag is op welke wijze een mens gerechtvaardigd kan worden. Eenvoudig gezegd: hoe kan een mens, die immers een zondaar is (dit heeft Paulus in hoofdstuk 2 aangetoond voor de Jood alsook de heiden!), recht komen te staan voor God? Dat lukt namelijk niet door de werken der wet te doen, want de mens schiet daarin gewoon tekort. Voor wie dat toch wil proberen, heeft Jakobus een belangrijke mededeling die niet bepaald bemoedigend is: “Want wie de hele wet in acht neemt, maar op één punt struikelt, die is schuldig geworden aan alle geboden” (Jak. 2:10). Onbegonnen werk dus.
De wet leidt voor een zondaar niet tot rechtvaardiging, maar doet juist ´zonde kennen´ en wordt door Paulus zelfs een ‘bediening van de dood’ genoemd (2 Kor. 3:7). Het heil kan hier dus niet van of door een (gewoon) mens worden verwacht. Er is een andere oplossing nodig voor het zondeprobleem en om tot rechtvaardiging te komen. Welnu, die oplossing is er!
Gerechtigheid van God
We lezen verder (in de HSV): “Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de wet en de profeten is getuigd: namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus, tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid. Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God, en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus” (Rom. 3:21-24).
Het zinsdeel ‘door het geloof in Jezus Christus’ moet eigenlijk zijn: ‘door het geloof VAN Jezus Christus’ (vgl. de SV).
Er is dus nu gerechtigheid van God zichtbaar geworden, zegt Paulus, zonder de wet (NBG-´51: buiten de wet om). Terwijl diezelfde wet daar wel al van heeft getuigd, evenals de profeten. De wet immers doet zonde kennen en geeft ook aan wat Gods oplossing is voor de zonde: het offerbloed. Al die offers waren een getuigenis van het volmaakte offer, dat God Zelf zou brengen in Zijn Zoon, de Heere Jezus Christus: “…het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde” (1 Joh. 1:7).
Denk ook aan de profetie van Jesaja, waar de HEERE in het bekende hoofdstuk 53 zegt: “…de Rechtvaardige, Mijn Knecht, zal velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen” (vs. 11). De wet en de profeten vormen een geweldig getuigenis van de komende Messias, de Verlosser.
Romeinen 3:22 zegt dus: “… namelijk gerechtigheid van God door het geloof VAN Jezus Christus.” Met andere woorden, rechtvaardigheid komt niet tot stand door (onze) werken der wet, noch door ons geloof, maar door het geloof, de trouw, de gehoorzaamheid van Jezus Christus. Het is Zijn volbrachte werk in leven en sterven, waarin de rechtvaardigheid van God (letterlijk) gestalte heeft gekregen. Ooit sprak Jeremia profetische woorden over de Zoon van David: “Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik voor David een rechtvaardige SPRUIT zal doen opstaan. Hij zal als Koning regeren en verstandig handelen, Hij zal recht en gerechtigheid doen op de aarde. In Zijn dagen zal Juda verlost worden en Israël onbezorgd wonen. Dit zal Zijn Naam zijn waarmee men Hem noemen zal: de HEERE ONZE GERECHTIGHEID” (Jer. 23:5-6).
En die gerechtigheid (of: rechtvaardigheid) is nu zonder onderscheid gekomen “…tot allen en over allen, die geloven.” Denk aan Romeinen 1, vers 17: Vanuit het geloof van Christus tot in het geloof van ons. En daarbij is er geen onderscheid tussen Joden en heidenen “Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God” (Rom.3:23). Foto p 18-19 sola-fide
Dat is het lot van de zondaar. Hij moet Gods heerlijkheid missen. En hij kan dat zelf niet ongedaan maken! Door de eeuwen heen hebben mensen geprobeerd zelf die heerlijkheid te bereiken. Dat is de kern van elke (vorm van) religie. Zodanig leven, dat je daarmee uiteindelijk het beoogde doel bereikt…of niet, want je kunt immers ook falen!
Geheel anders leert ons het Evangelie, dat met recht een goede, blijde boodschap is.
Het Evangelie zegt ons, dat God niets eist van de mens, maar juist alles geeft!
De Heere Jezus Christus heeft gewandeld als Mens in overeenstemming met Gods recht en wet. Hij heeft als zondeloze voor zondaren geleefd en is voor hen gestorven bovendien. De Rechtvaardige leefde en stierf voor de onrechtvaardigen. Paulus spreekt in 2 Korintiërs 5:21 over de verzoening, die van God is uitgegaan en eindigt dan met: “Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem.”
Geschenk
Het volmaakte geloof (van Christus) leidde tot het volmaakte offer en tot een volmaakte verlossing. Waren wij eerst zondaars en moesten we de heerlijkheid van God missen, als verlosten zijn we nu kinderen van God geworden en mogen ons gelukkig prijzen met een onverdiende zaligheid. En meer nog: nu mogen wij ons zelfs verblijden in Gods heerlijkheid. In Romeinen 5:1-2 zegt de apostel Paulus: “Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus. Door Hem hebben wij ook de toegang verkregen door het geloof tot deze genade waarin wij staan, en wij roemen in de hoop op de heerlijkheid van God.”
Wat een geschenk! De zondaren, die Gods heerlijkheid moesten missen, worden nu, op grond van het verlossingswerk van Christus, “…om niet gerechtvaardigd uit Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus” (Rom.3:24). Om niet… en uit Zijn genade! Dat wil zeggen: zonder enige prijs of tegenprestatie wordt het gegeven.
Wij hebben nu vrede bij God, want God heeft in Christus vrede gemaakt door “het bloed van Zijn kruis” (Kol. 1:20). Wij staan nu in de genade van God, want Hij heeft ons “begenadigd in de Geliefde”(Efe. 1:6). En ja, wij roemen nu in de hoop op de heerlijkheid van God, want “…hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt” (Rom. 8:30).
Onze hoop ligt vast in Christus. Vanuit de vreedzame gemeenschap met de hemelse Vader als nieuwe mensen, wandelen wij in Zijn liefde en staan wij (elke dag!) in Zijn genade, met de hoopvolle zekerheid straks in Zijn heerlijkheid geopenbaard te zullen worden. In Kolossenzen 3:4 schrijft Paulus wat dat betekent voor de leden van de Gemeente, het Lichaam van Christus: “… want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer Christus geopenbaard zal worden (of beter: verschijnen zal – zie NBG), Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid”. De verlossing in Christus Jezus is een overweldigend geschenk van God!
Wij mogen dat geschenk in geloof aanvaarden (lees: ontvangen) en ´amen´ zeggen op de woorden van Paulus in Efeze 2: 5 en 8: “Want uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen.” Inderdaad:
Alle roem is uitgesloten,
Onverdiende zaligheên.
Heb ik van mijn God genoten,
´k Roem in vrije gunst alleen!
(Joh. de Heer 381)
Lees meer!
Er wordt op nog meer plaatsen in de Bijbel gesproken over het ´geloof van Christus´. Er is over dit belangrijke onderwerp eerder een boekje verschenen in de Morgenroodreeks met als titel: ‘Het geloof van Christus’. Daarin wordt uitvoerig ingegaan op dit geweldige thema en komen alle relevante teksten aan de orde (ook als E-book verkrijgaar).
Voor info en/of bestellen: ga naar www.everread.nl.