Het is geenszins de bedoeling van de apostel de gelovigen een soort van menselijke blijdschap op te leggen, die zij zelf voortdurend in stand moeten houden. Dat gebeurt in de wereld wel! Er zijn mensen die een dikbelegde boterham verdienen om in het theater of via televisie en radio anderen aan het lachen te brengen (en te houden). Voor hen is er geen werkloosheid, want mensen moeten (en willen) steeds weer opnieuw aan het lachen gebracht worden.
En naarmate er in de wereld om ons heen meer ellende is, hebben mensen behoefte aan afleiding, ontspanning, vertier, etc.
Nu is er, wat mij betreft, ook niets op tegen om te lachen en plezier te hebben. Maar de blijdschap waar Paulus over spreekt is van een geheel andere dimensie. Soms zingen wij in een lied (458 J.de H.):
Neem de wereld, geef mij Jezus,
wereldvreugd' gaat ras voorbij;
Maar de liefde van mijn Heiland,
Blijft voor eeuwig rijk en vrij.
Het gaat hier dan om hemelse vreugde, oftewel: de blijdschap des Geestes.
Het gaat om de vreugde, die voortvloeit uit de liefde van God en het volbrachte werk van Christus. De blijdschap om te wandelen in gemeenschap met de levende God, als Zijn kinderen.
Blijdschap over het heil
David jubelt in Psalm 103:2-5 over wat de Here ook voor hem heeft bereid: "Looft de HERE, mijn ziel, en vergeet niet één van Zijn weldaden; die al uw ongerechtigheden vergeeft, die al uw krankheden geneest, die uw leven verlost van de groeve, die u kroont met goedertierenheid en barmhartigheid, die uw ziel verzadigt met het goede, zodat uw jeugd zich vernieuwt als die van een arend."
Als wij op ons in laten werken wát God ons in Zijn genade geschonken heeft, dan worden wij verblijd. Het heil is niet met mate gegeven, maar in overvloed. Veel meer dan wij ooit zouden kunnen verlangen, heeft God ons bereid. Wij mogen Hem prijzen voor de vergeving van al onze ongerechtigheden. Hij heeft de zonde met wortel en tak uitgeroeid, zodat wij in Christus een volkomen nieuw leven hebben ontvangen. Waren wij eerst zondaren in Adam, nu zijn we verloste kinderen van God in en door de Here Jezus Christus. Paulus schrijft aan Timotheüs over het plan van God en "...de genade, die ons in Christus Jezus gegeven is vóór eeuwige tijden (lett.: vóór de tijden der eeuwen), doch die nu geopenbaard is door de verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood van zijn kracht heeft beroofd en onvergankelijk leven aan het licht gebracht door het Evangelie." (1 Tim.1:9, 10) Als wij het goed begrijpen dan heeft God dus reeds vóór het bestaan der wereld(en) genade gegeven, hetgeen eerst zichtbaar geworden is door de verschijning van Christus. En Paulus voegt er aan toe: "En ik ben daartoe aangesteld als verkondiger, apostel en leraar." (vs.12) Hij spreekt hier tamelijk exclusief over zijn bediening, en terecht, want aan hem is de "bedeling der genade Gods" gegeven (vgl. Efe.3:2, Kol.1:25 SV).
Het bijzondere van de tijd waarin wij leven is, dat God de rijkdom Zijner genade openbaart. Dat wil zeggen, dat ieder die gelooft, met Christus vereenzelvigt wordt en daarom alles ontvangt wat God in Christus heeft gegeven! De Gemeente wordt dan ook genoemd "het Lichaam van Christus" om die onlosmakelijke verbondenheid tot uitdrukking te brengen. Hoofd en Lichaam zijn immers één, ja zelfs zó, dat de één niet volkomen is zonder de ander. Dat is ook wat Paulus bedoelt in Efeze 1:22,23: "En Hij heeft alles onder Zijn (= Christus) voeten gesteld en Hem gegeven Zijn Lichaam is, vervuld met hem, Die alles in allen volmaakt." Of, zoals hij later schrijft in Kolossenzen 2: "...want in Hem (= Christus) woont al de volheid der godheid lichamelijk; en gij hebt de volheid verkregen in Hem, Die het Hoofd is van alle overheid en macht." (vs. 9, 10) Onvoorstelbaar is het heil, dat God ons in Christus heeft geschonken, en dat is reden tot grote vreugde. Met Christus gekruisigd, begraven in Zijn dood, opgestaan en met Hem verhoogd: "Uw leven is met Christus verborgen in God." (Kol. 3:3) Die heerlijkheid bezitten wij (door de Heilige Geest) als een schat in aarden vaten (2 Kor. 4:7).
Daarom klinkt het herhaaldelijk: "Verblijdt u in de Here..." Paulus weet, dat hij soms in herhaling vervalt, hij zegt dat ook aan het begin van hoofdstuk 3: "Overigens, mijn broeders, verblijdt u in de Here! Hetzelfde aan u te schrijven is voor mij niet verdrietig en voor u is het veilig." (vs. 1) Wij zouden het ook wat anders kunnen weergeven: "Dezelfde dingen aan u te schrijven is voor mij niet verdrietig / vervelend, en het geeft zekerheid aan u." God wil, dat wij zeker zijn van Zijn zaak, opdat wij daarin vreugde zouden beleven. Daarom is herhaling belangrijk. Telkens weer bepaald en verdiept te worden in dit heil. Petrus schrijft: "Dit is reeds de tweede brief, geliefden, die ik u schrijf; in beide tracht ik uw zuiver besef door herinnering wakker te houden..." (2 Petr. 3:1) Inderdaad, wij moeten steeds weer herinnerd worden... om wakker te blijven in een zuiver besef. Nehemia bemoedigde in zijn dagen de Israëlieten door het onderricht uit het Woord van God, en wekte hen op om het Loofhuttenfeest te vieren: "...zo bedroeft u niet, want de blijdschap des HEEREN, die is uw sterkte." (hs. 8:11 SV) Inderdaad: blijdschap geeft kracht!
Blijdschap over het Woord
Het kan ons alleen maar grote vreugde schenken als wij bedenken wat God ons heeft bereid in Zijn heerlijke verlossingswerk. En als we Zijn Woord onderzoeken, worden we telkens weer bepaald bij Zijn grote daden. Daarom zegt de psalmist in Psalm 119: "Ik verblijd mij over Uw Woord als iemand die rijke buit vindt." (vs. 162)
Bijbelstudie is eigenlijk niets anders dan schatgraven. Als je gaat zoeken ontdek je de ene schat na de andere. God heeft ons zijn Woord gegeven om ons te informeren aangaande zichzelf en zijn werken. Wij worden eigenlijk door God uitgenodigd om ingewijd te worden in Zijn geheimenissen. Wij bevinden ons daarmee in een bevoorrechte positie. Wat de wereld ons niet kan vertellen, dat zegt God in de Bijbel. Het inzicht dat wij ontvangen, door genade, en geleid door Gods Geest, kan niemand ons geven dan God alleen.
Daar is het God om te doen, dat we inzicht zouden krijgen in WIE Hij is en WAT Hij doet. Dan zullen wij ook ontdekken wat Gods doel is in deze tijd, waarin wij leven, en wat Gods plan is met ons persoonlijk leven. We zullen zien wat God in de toekomst nog zal doen. We komen tot ontdekking dat God bezig is door de ge-schiedenis van deze wereld heen, Zijn heilsplan te volvoeren, totdat het einddoel is bereikt: de komst van de nieuwe hemelen en een nieuwe aarde (2 Petr. 3:13, Openb. 21:1 e.v.).
Deze kennis schenkt ons grote vreugde.
God kwam en komt in alles tot Zijn doel en dat doel is in één woord samen te vatten: verheerlijking! Volmaakte vreugde dus.
De schepping is tot Gods eer (vgl. Kol.1:16) en er was vreugde toen zij tot stand kwam, zie Job 38:7. De verlossing is tot Gods eer en geeft vreugde aan engelen en mensen, zie bijvoorbeeld Lukas 15:7, 10; Handelingen 13:48.
De voleinding van alle dingen zal de heerlijkheid volledig openbaren en de blijdschap volmaakt zijn.
Blijdschap des Geestes
Die voleinding is nog toekomst (voor wat de openbaring ervan betreft). Nu, terwijl wij nog onderweg zijn, ontvangen wij reeds de voorsmaak van de eeuwige vreugde. Naarmate wij vol worden van de Geest zal blijdschap onze harten vervullen. Paulus zegt: "Het Woord van Christus wone rijkelijk in u..." (Kol. 3:16) Door dat Woord worden wij steeds opnieuw bemoedigd: "Verblijdt u in de Here te allen tijde." En die bemoediging hebben wij ook nodig, nietwaar? Immers, het leven op aarde is niet altijd vreugde en blijdschap. Integendeel, hoe vaak wordt onze vreugdezang niet verstoord door allerlei nare omstandigheden. Vervelende dingen, die op je af komen: zorgen, ziekte, pijn, verdriet, tegenstand en noem maar op. Nee, als wij afhankelijk zouden zijn van de omstandigheden in deze wereld dan zou het leven voor velen van ons weinig vreugde verschaffen. Daarom is het zo belangrijk te verstaan, dat het gaat om de blijdschap des Geestes. Dat is niet in de eerste plaats een uiterlijk zaak. Sommigen denken altijd maar te moeten lachen, omdat ze kinderen van God zijn: "...als Christen moet je blij zijn." Er zijn echter omstandigheden waarin het lachen ons snel vergaat en we helemaal niet blij kunnen zijn! Mensen, wees nuchter, ook in deze dingen. God wil geen opgefokte kinderen, die naar buiten toe altijd maar lachen, ook als ze van binnen verscheurd worden door verdriet. God is de Waarheid en zoekt waarachtige aanbidders. De blijdschap waar wij nu over spreken is vooral innerlijk. Het is de innerlijke zekerheid, hoe verdrietig je misschien ook bent door de omstandigheden, dat je van God bent. Dat Hij bij je is en mede lijdt (vgl. ook Hebr. 4:15, 16). Dat Hij alle dingen doet medewerken ten goede. Onbegrijpelijk, maar waar! Dát is het voorrecht dat wij als Gods kinderen bezitten. Hoe ons leven ook verloopt, hoe diep het dal soms ook is, hoe donker het ook lijkt... er is altijd licht aan de horizon. Ons levenspad eindigt op de "berg der verheerlijking"! De beklimming kan moeilijk zijn, vol gevaren, maar als wij eenmaal de top hebben bereikt is er vreugde, grote vreugde.
Deze blijdschap berust op het geloof in de beloften van God. Paulus schrijft in Romeinen 8: "Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden." (vs. 18) Het lijden drukt soms zwaar op de weegschaal van ons leven, hoewel het een verdrukking is van een ogenblik (vgl. 2 Kor. 4:17). Straks zal de weegschaal helemaal doorslaan naar de andere kant: heerlijkheid. Wie dat werkelijk gaat verstaan zal daaruit kracht kunnen putten om te verdragen, ja zelfs te roemen in zwakheden. De genade van God is zo groot, dat Paulus kan zeggen: "Zeer gaarne zal ik dus in zwakheden nog meer roemen, opdat de kracht van Christus over mij kome. Daarom heb ik welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter willen van Christus, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig." (2 Kor. 12:9, 10) Dit gaat ons verstand te boven en is vanuit menselijk oogpunt niet te begrijpen. Net zo min als wat Petrus schrijft: "Integendeel, verblijdt u naarmate gij deel hebt aan het lijden van Christus, opdat gij u ook met vreugde zult mogen verblijden bij de openbaring Zijner heerlijkheid." (1 Petr. 4:13) Is dat mogelijk? Kun je je verblijden temidden van het lijden? Ja, dat kan! Voor de mensen misschien onmogelijk, maar bij God kan dat.
Niet dat lijden op zichzelf een pretje is, welnee. Het kan soms veel pijn en verdriet teweegbrengen. Maar zelfs als wij met tranen zaaien, mogen wij erop rekenen, dat wij straks met gejuich zullen oogsten! Naarmate wij hier te maken krijgen met lijden (in welke vorm en hoeveelheid dan ook), de Here zal ons nog veel meer zegenen met de overvloed van Zijn heerlijkheid.
Daarom hoeven wij niet bedroefd te zijn, zoals andere mensen die geen hoop hebben. Ons verdriet is niet hopeloos, maar juist hoopvol! God maakt Zijn Woord waar en dat is onze troost. En die troost heeft Hij neergelegd in Zijn onwankelbare Woord en daar zijn we maar wat blij mee!
Tenslotte....
Paulus zegt in het vijfde vers van Filippenzen 4: "De Here is nabij." Hij woont in ons door Zijn Geest. Hij is bij ons door Zijn Woord. Wij mogen leven in gemeenschap met Hem, in alle vrijheid en vreugde. Alles wat ons bezighoudt mogen wij aan Hem bekendmaken (vergeet de dankzegging niet!): "En de vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten behoeden in Christus Jezus." (vs. 7) Dat is de belofte die de Heer ons geeft: Al de weg leidt mij mijn Heiland, wat verlangt mijn ziel dan meer?
Wat blijft er na al deze dingen nog over? Wel, dit ene woord zoals Paulus dat uitspreekt in vers 8 en 9: "Voorts, broeders, al wat waar, al wat waardig, al wat rechtvaardig is, al wat rein, al wat beminnelijk, al wat welluidend is, al wat deugd heet en lof verdient, bedenkt dat; wat u geleerd en overgeleverd is, wat gij van mij gehoord en gezien hebt, brengt dat in toepassing en de God des vredes zal met u zijn."
De apostel heeft ons, door Gods genade, in zijn leer en leven een voorbeeld nagelaten... om na te volgen: "Weest allen mijn navolgers..." God heeft ons gered door het kostbare verlossingswerk. Hij heeft ons gemaakt tot Zijn kinderen, leden van het Lichaam van Christus. Hij heeft Zijn geheimenis bekendgemaakt en Zijn wil voor ons geopenbaard. Hij heeft ons de gehele Bijbel gegeven als Zijn gezaghebbend Woord voor ons tot lering en onderwijzing. Hij heeft Zijn bedoelingen voor deze tijd (deze bedeling) neergelegd, bijzonder in de brieven van Paulus. God heeft ons in het juiste spoor gezet... in dat spoor dan ook verder... Laten we met blijdschap onze weg vervolgen!