"Geliefden, laten wij elkander liefhebben, want de liefde is uit God; en een ieder, die liefheeft, is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft, kent God , niet, want God is liefde. Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon gezonden heeft als een verzoening voor onze zonden. Geliefden, indien God ons zó heeft liefgehad, behoren ook wij elkander lief te hebben. Niemand heeft ooit God aanschouwd; indien wij elkander liefhebben, blijft God in ons en zijn liefde is in ons volmaakt geworden."
Hebt u die belangrijke uitspraken opgemerkt? "Liefde is uit God." "God heeft ons zijn liefde getoond." "God is liefde."
Deze liefde is niet maar een menselijk gevoel, want gevoelens komen en gaan – vaak afhankelijk van onze wil in een bepaalde kwestie. Deze liefde is een gekozen en weloverwogen manier om zich ten opzichte van iemand te gedragen. En God onderwijst ons de betekenis van dit woord en vormt ons ernaar.
Als je iets wilt leren over de werkzaamheid van de liefde, lees dan 1 Korinte 13:4 en volgende. Negatief: liefde is niet opgeblazen, zij is niet ruw, dringt zichzelf niet op aan anderen, misgunt een ander zijn geluk niet, misdraagt zich niet.
Positief: liefde zoekt in anderen het beste, is blij met het succes van anderen, is geduldig, houdt vol in moeilijke tijden, blijft altijd hopen.
Hieronder volgen drie uitingen van de liefde die heel duidelijk in God aanwezig zijn en bij ons herhaaldelijk ontbreken:
- letten op het belang van anderen
- het verleden laten rusten
- niet leven met wrok
1. Letten op het belang van anderen
Omdat God liefde is, "zoekt Hij Zichzelf niet." (1 Kor. 13:5b) De fundamentele fout van het mensdom is het egoïsme. Net als kleine kinderen lijken we niet aan het idee te kunnen ontkomen, dat de wereld om ons eigen ik draait. We zijn dus ego-centrisch, door onszelf in beslag genomen in de manier waarop we op de wereld reageren. Elvis Presley en Frank Sinatra zongen en probeerden beiden te leven zoals ieder 'ik-mens' zou wensen: "I did it my way."
God heeft ons niet lief omdat we dat verdienen, maar het ligt in Zijn aard. Hij heeft het initiatief genomen om dat telkens weer te bewijzen. Het offer van Jezus is daarvan het duidelijkste teken in de geschiedenis.
2. Het verleden laten rusten
Onze liefhebbende God "rekent het kwade niet toe." (1 Kor. 13:5d)
Mensen kunnen liefdeloos bezig zijn door anderen aan het verleden te herinneren. En dan zou dit herinneren moeten dienen om deze mensen bewust te maken van hun zegeningen.
Een voorganger bezocht een man, die een 12-jarige jongen in huis genomen had. Zijn ouders waren bij een ongeluk omgekomen. De jongen leefde een tijdlang letterlijk op straat, totdat met deze man, een verre neef, contact gezocht werd door een bureau voor maatschappelijk werk. De jongen mocht bij hem wonen totdat hij zijn school afgemaakt had. Terwijl de voorganger en de man in gesprek waren, kwam de nu 15-jarige jongen de kamer binnen. Na een onverschillige groet ging de man naar een kast, pakte een paar afgetrapte sportschoenen en zei: "Deze droeg Fred toen hij hier kwam." De predikant zag hoe dit de jongen kwetste en hem in verlegenheid bracht. Maar zijn gastheer ging verder: "Ik denk dat het goed voor hem is als hij zo af en toe eraan herinnerd wordt hoe zijn toestand was toen hij bij mij kwam." De voorganger bad stilletjes: "Dank U Heer, dat U mij in genade aangenomen hebt en dat U mijn oude schoenen niet tevoorschijn haalt."
3. Niet leven met wrok
Onze God van liefde "wordt niet verbitterd." (1 Kor. 13:5c)
God kan getart worden, zoals in de dagen van Noach. Maar Gods toorn en wraak komen alleen aan het eind, na veel waarschuwingen en oproepen tot berouw. Toen Jezus tussen de mensen rondging, kreeg Hij te maken met verkeerde uitleggingen van de wet van Mozes. Eén daarvan: "Gij hebt gehoord dat u gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben en uw vijand zult gij haten. Maar Ik zeg u: Hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij kinderen moogt zijn van uw Vader, die in de hemelen is." (Matth. 5:43-44a)
Denk aan hetgeen Jezus deed voor de mensen die bezig waren Hem te kruisigen!
Hij bad voor ze. Stefanus volgde dat voorbeeld toen hij door het werk van zijn vijanden stervende was. Welk excuus heb jij of ik voor boosheid, wrok of wraak?
Door Jezus kunnen en mogen we zeker zijn van de liefde die God voor ons heeft (1 Joh. 4:16). Door Jezus hebben we èn de uitdaging èn zijn we in staat gesteld om ons eigen leven op te trekken van het niveau van kleinzielig egoïsme naar de hoogten van de liefde Gods.