Spioneren in Jericho
Dit heeft alles te maken met een gebeurtenis in de Bijbel die beschreven staat in Jozua 2, over de mannen van Israël die het beloofde land vooraf gingen verkennen.
Vanuit Sittim stuurt Jozua er twee mannen als verkenners op uit om Jericho en het land te bekijken. Dat lijkt me wel een spannend avontuur om met zijn tweeën in een onbekend land te infiltreren.
Ze ze gaan werkelijk de stad Jericho in en besluiten de nacht door te brengen in een huis op de muur, van een publieke vrouw, genaamd: Rachab. Jericho, zo blijkt uit latere opgravingen, had twee muren rondom, waarvan de buitenste lager was dan de binnenste. Tussen en op deze twee muren was haar huis gebouwd.
Dat er twee vreemden rondliepen was toch wel opgevallen bij de inwoners der stad en ze vertellen het aan de koning (lees: burgemeester) van Jericho die onmiddellijk actie onderneemt.
Maar Rachab zet de boden op het verkeerde been door te zeggen dat de mannen er inderdaad waren, maar even tevoren vertrokken zijn, en spoort hen aan: “Achtervolg hen snel, u zult ze zeker inhalen.” Maar even te voren had ze die twee op haar dak onder een berg vlasstengels verstopt.
Nou is je verstoppen onder vlasstengels niet zo lekker, want voor die tijd moest je die stengels een tijd in het water leggen totdat ze beginnen te rotten en te stinken om ze daarna in de zon te drogen. Maar de truc werkt en als de achtervolgers weg zijn, ontspint zich een boeiend gesprek. In Jozua 2:8-24 wordt alles gedetailleerd beschreven.
Het merkwaardige doet zich voor dat deze vrouw zeer goed op de hoogte blijkt van wat zich in de jaren hiervoor allemaal heeft afgespeeld met het volk Israël.
Rachab, de hoer, kent de naam van God
Voordat de nacht invalt, klimt ze nog even naar boven naar haar twee gasten en spreekt de verbazende woorden uit die bijna een profetie lijken: “Ik weet dat de HEERE u dit land gegeven heeft en dat de schrik voor u op ons gevallen is, en dat al de inwoners van dit land weggesmolten zijn van angst voor u.” Ze heeft het dus niet over de God van Israël maar over de HEERE, JaHWeH. Ze weet zelfs wat er veertig jaar daarvóór is gebeurd toen Israël achtervolgd werd door het leger van Egypte en ze voor de Schelfzee stonden. Dat was al gebeurd terwijl zij nog niet eens geboren was.
Van alles is ze goed op de hoogte en daarom is ze ook overtuigd dat Jericho zal worden ingenomen. Ze besluit haar betoog met: “… want de HEERE, uw God, is een God boven in de hemel en beneden op de aarde.” Daarmee bedoelt ze te zeggen: dat is een God aan Wie je ook in de praktijk van alle dag wat hebt. Maar ze realiseert zich ook, dat dit voor haar en haar familie een serieuze bedreiging is. We lezen vanaf vers 12 dat ze pleit voor het ‘huis van mijn vader’ en ze vraagt om een teken van trouw. De oude Statenvertaling heeft hier een ‘waarteken’. De Engelse vertaling heeft hier ‘token’ en dat wordt ook wel vertaald met bewijs of aandenken.
Een unieke toepassing van deze ‘token’ deed zich voor bij de Engelse spoorwegen. Als er een enkelsporige lijn loopt van A naar B, dan kan er dus maar één trein toestemming krijgen om dat spoor op te gaan. De machinist krijgt dan een houten ring van 50 cm diameter aangereikt (onder het rijden soms) en dat noemden ze een ‘token’. Als hij dat bewijs heeft, weet hij zeker dat hij geen andere trein kan tegenkomen, want er bestaat maar één token en die heeft hij. De token komt ook bij gekoppelde computersystemen voor, waarbij een computer uitsluitend mag zenden naar het netwerk nadat hij de token heeft ontvangen.
En deze publieke vrouw vraagt dus een éénmalig en absoluut bewijs dat zij niet zal worden gedood bij de gegarandeerde vernietiging van haar stad. Ze is verbazend oprecht en vraagt het ook voor haar vader en moeder, en broers en zusters (vs. 13).
De afspraak
De twee mannen van wie de namen niet worden genoemd, beloven haar redding op vooraarde dat ze verder zwijgt over hen. Vers 14b: “Het zal dan gebeuren, wanneer de HEERE ons dit land geeft, dat wij aan u goedertierenheid en trouw zullen bewijzen.” Daarna laat ze de twee met een rood stuk touw vanuit haar huis door het venster gaan. Pas als ze weer met beide benen op de grond staan, aan de buitenkant van de muur, volgt er nog een aanvulling op het voorgaande. Dat was wel link, want het was al donker, volgens vers 5, en dan wordt het doorgaans een stuk stiller op straat, en ze werden gezocht. Ik zie het zo voor me; zij hangt boven uit het raam naar beneden te praten en de twee mannen praten naar boven met gedempte stem. Vers 18: “Zie, als wij in het land komen, moet u dit koord, van scharlaken draad, aan het venster binden waardoor u ons hebt neergelaten.” Een koord van scharlakendraad en het gaat om dezelfde rode draad waarmee ze de begane grond weer bereikten. Ik denk zo maar dat deze draad voor dit doel wel vaker gebruikt is en dat ze het daarom ook in huis heeft, je kunt er tenslotte ook mee naar boven klimmen. Wel handig voor het beroep dat ze uitoefent.
Rachab moet daar dus een koord van maken, bestaande uit meerdere strengen, en dat aan het venster binden, zodat het van buitenaf te zien zal zijn. En dat doet ze, want het leven van haar en haar familie hangt er van af.
Het merkwaardige doet zich voor dat het woord ‘draad’ in het Hebreeuws het normale woord voor draad of streng is, maar het koord dat van deze rode strengen gedraaid is, wordt meestal vertaald met ‘hoop’. Er staat ‘tikvah’ en dat betekent: hoop. Het volkslied van Israël heet: ‘Ha Tikvah’, oftewel: De Hoop.
Dit woord komt ongeveer 33 keer voor in het Oude Testament en wordt bijna altijd vertaald met hoop en verwachting, en maar één keer met koord en dat is hier in Jozua 2:18.
Een paar voorbeelden:
Ruth 1:12 “Al zou ik zeggen, Ik heb hoop en al zou ik zelfs in deze nacht een man hebben, ja zelfs zonen baren…“
Job 4:6 “… is je vrezen van God dan niet je verwachting, de oprechtheid van je wegen je hoop?”
Job 14:7 “Want voor een boom is er, als hij omgehakt wordt, nog hoop”
Jeremia 29:11 “Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, om u toekomst en hoop te geven”
Jeremia 31:17 “… en er is hoop voor uw nakomelingen”.
In Jozua 2:21 staat: “En zij bond het scharlaken koord aan het venster”, maar hier staat voor ‘koord’ een ander woord, n.l. hetzelfde dat in vers 18 vertaald is met ‘draad’.
Dus het Hebreeuwse woord ‘tikvah’ wordt maar één keer in het hele Oude Testament vertaald en gebruikt voor ‘koord’.
De scharlaken rode kleur
Scharlaken is eigenlijk een stof waarvan je kleren kunt maken, maar de kleur is dan altijd rood. De kleurstof voor dit speciale rood wordt verkregen uit de gedroogde, dode lichaampjes van een worm met de Latijnse naam: Coccus Ilicis.
Tijdens de bouw van de Tabernakel mocht uitsluitend deze kleur rood worden gebruikt. De rode kleurstof die zo verkregen wordt, is duur en stoffen die er éénmaal mee behandeld zijn behouden hun dieprode kleur voor altijd. Het is niet uit te wassen en ook als je het aan je handen krijgt, moet het er met de tijd afslijten. De kleur van dit rode koord aan het venster is definitief en onuitwisbaar. Dat is een prachtige eigenschap van hoop.
Jesaja 1:18: “Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw.”
Hier gaat het niet zozeer over het aspect van de kleur van de zonden, maar vooral over de onuitwisbaarheid ervan: toch zullen ze worden tot witte wol. Er blijkt dus toch een manier te zijn om dat rode in wit te veranderen.
De kleur karmozijn is nog een graad donkerder rood dan scharlaken en wordt ook vaak als naam van kleding stof genoemd. 2 Samuël 1:24: “Dochters van Israël, ween over Saul, die u kleedde met scharlaken, met weelde, die uw sieraad van goud deed dragen op uw kleding.”
Klaagliederen 4:5 “… zij die eens met karmozijnroden stof vertrouwd waren, omarmen nu het vuil.”
Hooglied 4:3: “Als een scharlaken rode draad zijn uw lippen en uw spreken is bekoorlijk.”
In scharlaken kun je je kleden om je status te verhogen, maar zonden hebben ook de kleur scharlaken en zijn normaal gesproken onuitwisbaar.
Maar de hoop die Israël koestert in het volkslied, zou eigenlijk met een hoofdletter geschreven moet worden, want die Zoon van de timmerman is hun Hoop, maar dat gaat Israël als natie en volk, ook nu nog steeds, te ver, dat geloven ze niet.
Nu we het toch over de kleur rood hebben, doet zich nog een merkwaardig feit voor. In voorgaande eeuwen waren alle touwen en kabels bij de Engelse marine, die in Portsmouth waren geslagen, achteraf heel goed te herkennen. Ze hadden namelijk een rode kern, zodat bij verlies of diefstal of kaping later kon worden vastgesteld wat de oorsprong van het schip was. Van buiten was er niets te zien, maar hakte je zo’ n kabel door, dan kwam de waarheid aan het licht.
Wellicht kun je deze dingen in verband zien met het feit dat de bevolking van Groot-Brittannië waarschijnlijk de nakomelingen zijn van Efraïm en Manasse, de zonen van Jozef en de dochter van Potifar. Dan is dit toch wel heel bijzonder, maar zeker weten doe ik dat niet.
Die rode draad kwam al veel eerder voor
In Genesis 38 lezen we een merkaardige geschiedenis. Het speelt zich af in de tijd, nadat Jozef door zijn broers naar Egypte was verkocht.
Eén van de kinderen van Jakob, genaamd Juda, nam een meisje uit Kanaän tot vrouw en zij schonk hem drie zonen: Er, Onan en Sela. Hij zocht voor Er een vrouw uit, genaamd Tamar, maar Er komt al snel te overlijden en dan moet Onan zijn zwagerplicht vervullen en bij zijn schoonzus kinderen verwekken die echter niet op zijn naam zullen staan.
Hij heeft daar geen zin en verspilt zijn sperma, volgens vers 9, hetgeen ook hem zijn leven kost. Haar jongste zwager is op dat moment nog te jong om zijn zwagerplicht te vervullen en daarom komt schoonvader Juda op het idee voor Tamar om maar te wachten tot hij wat groter is.
Als Sela echter eenmaal volwassen is, voldoet hij toch niet aan die plicht, op aanraden van zijn vader. Juda volgens vers 11: “Juda zei namelijk: Anders zal ook hij sterven, net als zijn broers.”
Tamar heeft echter recht op nageslacht en dat werd haar ontnomen en daarom bedenkt ze een sluw plan (zie ook de verzen 14 en 26). Ze verkleedt zich als hoer en biedt haar diensten aan haar schoonvader aan, die niet in de gaten heeft dat het hier om zijn schoondochter gaat. Als tijdelijke betaling dienen een zegelring, een snoer en een staf, die dan later ingewisseld kunnen worden voor een geitenbokje. Maar na deze ene daad blijkt ze zwanger van een tweeling.
Bij de bevalling gaat het even anders dan normaal, want de eerste kondigt zich niet aan door zijn hoofd naar buiten te steken, maar er komt alleen een handje.
De vroedvrouw is kien genoeg om vast te stellen, dat hij dus de eerstgeborene is. Belangrijk i.v.m. de erfenis. Ze knoopt een rood touwtje om dat kleine polsje en de baby trekt zijn hand terug om ruimte maken voor zijn broer, die de naam Peres krijgt: Doorbreker.
Daarna komt de jongen met de rode draad en hij krijgt de naam Zera: Zonsopgang / Stralende verschijning.
De tweeling wordt uit Juda geboren en deze verwekker is zowel de vader als de opa. Jezus werd ook uit Juda geboren en dat is niet toevallig. Wat een boeiende gebeurtenis, vooral met de betekenis van de namen en die rode draad!
Wat zegt het ons in deze genadetijd?
Wij hebben het wat betreft de betekenis heel gemakkelijk, want de hele Bijbel is compleet en we hebben hem in onze eigen taal. We leven na de geboorte, dood en opstanding van Christus, dus van de heilsgeschiedenis is al veel herkenbaar en er komt nog meer. Wij weten nu dat de komst van de beloofde Messias een gedeelde komst is. Wat we in Jesaja 9:5 lezen is pas gedeeltelijk vervuld.
Het Kind is inderdaad op de aarde geboren en de Zoon op de aarde gegeven, maar de aardse heerschappij rust op dit moment nog niet op Zijn schouders. Dit principe is op meer plaatsen in de Bijbel te lezen, bijvoorbeeld ook in Jesaja 11, vers 11: “En het zal op die dag gebeuren dat de HEERE opnieuw, voor de tweede keer met Zijn hand de rest van Zijn volk zal verwerven, die overgebleven zal zijn in Assyrië en Egypte, in Patros, Cusj, Elam en in Sinear, Hamath en op de eilanden in de zee.”
Deze tweede keer is ook tot op heden nog niet vervuld, maar dat gaat gebeuren ten tijde en als gevolg van Zijn wederkomst.
En nu blijkt Peres, de doorbreker, een type van Christus te zijn m.b.t. zijn eerste komst. En Zera, de stralende verschijning, een type van Christus in Zijn wederkomst. Peres heeft de normale geboorte volgorde verbroken en is eerst gekomen. Peres brak door en verbrak door Zijn dood en opstanding het onneembare bolwerk, de dood.
Daarna kwam de man met de rode draad en nam de draad van de heilsgeschiedenis weer op. Pas nu kon de zon der gerechtigheid opgaan, zoals Maleachi 4:2 zegt: “Maar voor u die Mijn Naam vreest, zal de Zon der gerechtigheid opgaan en onder Zijn vleugels zal genezing zijn: en u zult naar buiten gaan en gaan dartelen als kalveren uit de stal.”
Het gaat natuurlijk over Israël, dat dan respect heeft voor de Naam van de Heere God, JaHWeh, en in hun hart zal dan de Zon der gerechtigheid opgaan en dat kan uitsluitend slaan op Christus. Ook in Jesaja 6:2 komt dit ter sprake: … maar over u zal de HEERE opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden” en in vers 19: “De zon zal voor u niet meer zijn tot een licht overdag en als een schijnsel zal u de maan niet verlichten, maar de HEERE zal voor u zijn tot een eeuwig licht en uw God tot uw sieraad.” 2 Petrus 1:19b zegt: “… totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart.” Hier kan steeds maar één Naam worden ingevuld en dat is de Naam van Christus Jezus, de Verlosser van en voor Israël.
Ook onze Hoop is Christus
Kolossenzen 1:3 “Wij danken de God en Vader van onze Heere Jezus Christus altijd wanneer wij voor u bidden, omdat wij gehoord hebben van uw geloof in Christus Jezus en van de liefde die u hebt voor alle heiligen, vanwege de Hoop die voor u is weggelegd in de hemelen.”
Kolossenzen 1:27 “Aan hen heeft God willen bekend maken wat de rijkdom is van de heerlijkheid onder de heidenen: Christus in u, de Hoop op de heerlijkheid”.
1 Timotheüs 1:1 “Paulus, een apostel overeenkomstig het bevel van God, onze Zaligmaker, en van de Heere Jezus Christus, onze Hoop”.
Alleen al uit deze drie verzen volgt dat Christus onze Hoop is, en gelukkig maar, want we hebben een Levende Hoop ook zo dringend nodig.
Spreekwoorden en gezegden die op deze geschiedenis zijn gebaseerd
De rode draad = Het centrale thema in een verhaal/boek of mensenleven.
De draad kwijt zijn = Het spoor bijster zijn.
Tegen de draad in gaan = Dwars tegen de normale gang van zaken in gaan.
De draad weer oppakken = Weer terugkeren en doorgaan op de oorspronkelijke route.
Ermee voor de draad komen = Eerlijk vertellen hoe het echt zit.
Dus ja, als men de draad maar heeft, zal men de kluwen wel vinden: Zodra je weet waar het over gaat, kom je vanzelf wel bij de kern terecht.
Het scharlaken koord
Nu weten we ook waar de kleur rood in de prostitutie vandaan komt: uit de Bijbel. En er wordt meer over deze rode kleur m.b.t. hoererij geschreven in de Bijbel, bijvoorbeeld in
Jeremia 4:30 “U, verwoeste, wat gaat u nu doen? Al zou u zich kleden in karmozijn, al zou u zich tooien met een gouden sieraad, al zou u uw ogen opmaken met oogschaduw, tevergeefs zou u zich mooi maken.”
Openbaring 17:3 “En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol godslasterlijke namen was, met zeven koppen en tien horens. En de vrouw was bekleed met purper en scharlaken, en getooid met goud, edelgesteente en parels en zij had een gouden drinkbeker in haar hand, vol van gruwelen en van onreinheid van haar hoererij.”
Openbaring 18:16 Hier gaat het over de grote hoer, Babel: “Wee, wee de grote stad, die bekleed was met fijn linnen, purper en scharlaken en getooid met goud, edelgesteente en parels. Want in één uur is die grote rijkdom verwoest.”
Des te schrijnender is het daarom ook dat zelfs Jezus door de onwetende Romeinse soldaten in een rode mantel wordt gekleed, zo lezen we in Mattheüs 27:28.
Heel Israël had in het rood bekleed moeten worden, omdat zij zich hadden misdragen als hoer (Jer. 3:1-2 en Hos. 1:2).
Dit gedrag van het volk Israël wordt streng door de Heere God veroordeeld, maar we lezen nergens van een veroordeling van Rachab uit Jericho, sterker nog, in Mattheüs 1:5 lezen we dat deze publieke vrouw even later met de Israëliet Salmon trouwt en uit dit huwelijk wordt de Losser, Boaz, geboren.
Geen veroordeling voor Rachab
Het bijzondere van deze geschiedenis is ook, dat er nergens een waardeoordeel wordt gegeven over deze publieke vrouw: ze wordt nergens veroordeeld.
Sommige gelovigen denken vaak in gradaties van zonden. Ze menen dat de éne zonde veel erger is dan de andere. Veelal komen ze er zo zelf wel redelijk vanaf…
Gods Woord is hier echter glashelder over. Jakobus 2:10 zegt: “Want wie de hele wet in acht neemt, maar op één punt struikelt, die is schuldig aan de hele wet.” En Jakobus 3:2 “Want wij struikelen allen in veel opzichten. Als iemand in woorden niet struikelt, is hij een volmaakt man, die bij machte is om ook het hele lichaam in toom te houden.” Deze twee teksten worden aan het adres van Israël geschreven.
Voor ons, gelovigen uit de heidenen, die samen het Lichaam van Christus vormen in deze genadeperiode, geldt echter: “Maar God Die rijk is in barmhartigheid, heeft, om Zijn grote liefde, waarmee Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de overtredingen, met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus …”