Buigen
In het Oude Testament gaat het om het Hebreeuwse woord ‘shachah’. De eerste keer komt dit voor bij de verschijning van de 3 mannen bij Abraham. Hij snelde hen tegemoet en boog zich ter aarde (Gen. 18:2).
Dit is de meest voorkomende vertaling van dit woord, het gaat om knielen, het hoofd (neer)buigen of neigen en hulde betonen, zowel voor mensen als voor de Heere God. Het gaat om het tonen van eerbied van een lager geplaatste aan een hoger geplaatste.
Jozef heeft een droom waarin de zon, de maan en de elf sterren buigen voor hem (Gen. 37:9), wat ook gebeurt (Gen. 42:6).
In 1 Samuel 20:41 buigt David 3 maal voor Jonathan als teken van eerbetoon voor de prins, maar ik denk ook als hulde voor zijn trouw en liefde die hij ervaren heeft en het feit dat Jonathan hem als de aangewezen koning erkent. Zij kusten elkaar, huilden met elkaar en namen afscheid.
Niet buigen en dienen
Het is opvallend dat de HEERE vaak buigen verbiedt: “U zult geen andere goden voor Mijn aangezicht hebben. U zult voor uzelf geen beeld maken, … U zult zich daarvoor niet neerbuigen en niet dienen …” (Exod. 20:3-5). Woorden van deze strekking komen vaak voor (Exod. 34:14; Lev. 26:1; Deut. 4:19; Ps. 81:10; Jer. 25:6). Het gaat om buigen voor en dienen van de heidense goden, wat in het land Kanaän de gewoonte was.
Geen opdracht
Het is opmerkelijk dat de HEERE bijna niet oproept om voor Hem te buigen. We lezen hierover als Mozes en de oudsten de berg opklimmen (Exod. 24:1) en bij het brengen van de eerstelingen (Deut. 26:10).
In tegenstelling tot de leer van de islam kent de God van de Bijbel geen onderwerping, verplicht neerbuigen en aanbidding. Het is een vrijwillig buigen en aanbidden vanuit ontzag, en uiteindelijk zal dat ook gebeuren als de mensheid Gods glorie, genade, liefde en barmhartigheid zal aanschouwen.
Manifestatie
De aanbidding van de mens komt als de Heere Zich manifesteert en de mens ook beseft dat hij klein en nietig is en weet dat de Heere de almachtige God is.
Elke keer als het volk Israël de wolkkolom zag staan bij de ingang van de tent van ontmoeting, bogen zij zich neer, ieder in de opening van zijn tent (Exod. 33:10). Een indrukwekkende geschiedenis vinden we in Exodus 34 waar de HEERE verschijnt aan Mozes. De HEERE daalt neer in een wolk en roept de Naam van de HEERE uit: “HEERE, HEERE, God, barmhartig en genadig, geduldig en rijk aan goedertierenheid en trouw” (Exod. 34:6). Na deze uitroep van de HEERE kun je niet anders dan je neerbuigen in diep ontzag voor God als je deze woorden tot je laat doordringen (Exod. 34:8).
Bij de inwijding van de tempel van Salomo kwam er na zijn gebed vuur uit de hemel en vervulde de heerlijkheid van de HEERE de tempel, waardoor de priesters die niet binnen konden gaan. “Toen alle Israëlieten het vuur en de heerlijkheid van de HEERE over het huis zagen neerkomen, … bogen zij zich neer en loofden de HEERE dat Hij goed is, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig” (2 Kron. 7:3).
In het Nieuwe Testament vinden we het woord ‘proskuneo’. Ook hier gaat het om buigen, en wel voor de manifestatie van de HEERE in het vlees. De wijzen, de discipelen en de zieken, zij buigen en aanbidden (Matt. 2:11; 14:33 en 8:2). Ook in het boek Openbaring is er aanbidding, denk aan de 24 oudsten die zich neerwerpen en aanbidden (Openb. 5:14), maar ook de aanbidding van het beest (Openb. 13:7-8). De satan vroeg zelfs aan de Heere Jezus om hem te aanbidden in ruil voor de koninkrijken van de wereld, een manifestatie van macht van de boze (Luk. 4:5-8).
Geen aanbidding?
In de late brieven van Paulus komt ‘proskuneo’ niet voor. Wat wil dit ons zeggen? Wij leven in een verborgenheid en aanbidding hoort bij het letterlijk zien van Gods grootheid. Dat is in onze tijd niet het geval. Zijn we hiermee klaar?
Goede genade
Laten we te rade gaan bij Paulus. Een kernwoord in Paulus’ gebeden is danken: ‘eucharisteo’, bestaande uit eu (goed) en charis (genade). Paulus is de enige brievenschrijver die dit woord gebruikt. De woorden waarin charis voorkomt, hebben onder andere te maken met genade, schenken en blijdschap.
Danken is dus meer dan dankUwel zeggen, het is veel omvattender en uitermate van toepassing in deze bedeling, waarin genade prominent is. Na ontvangen genade is ongekende blijdschap ons deel. In het gebed en in ons hele leven mogen we ons bewust zijn van de goede genade van God. Dat kleurt ons hele leven.
Het betekent danken voor onze broeders en zusters: “Ik dank mijn God, telkens wanneer ik aan u denk” (Filipp. 1:3) en in ons dagelijks leven: “En alles wat u doet met woorden of met daden, doe dat alles in de Naam van de Heere Jezus, terwijl u God en de Vader dankt door Hem” (Kol. 3:17).
Shachah (Strong H7812), proskuneo (G4352), eucharisteo (G2168)