Deze woorden kunnen dienen als motto voor degene die iets wil doen in het christelijk werk. Het geeft een perfecte balans aan van ons innerlijk. Enerzijds onwankelbare standvastigheid, anderzijds een niet aflatende ijver.
Dit is van groot belang. Sommigen hebben de neiging zo vast te houden aan principes dat ze haast bang zijn om gewoon spontaan christelijke activiteiten te ondernemen. Daartegenover zijn anderen soms zo gefocused op het doen van (goede) werken, dat ze zelfs aan de meest eenvoudige en gezonde principes voorbijgaan.
De bovenstaande tekst voorziet in een Goddelijk uitgangspunt om de Heere te dienen. Het legt de basis waarop wij mogen staan met toewijding en overgave. Het is belangrijk om geen millimeter af te wijken van de Goddelijke waarheid, ook al worden we daartoe dikwijls verleid. De Bijbel zegt: “Zie, gehoorzamen is beter dan slachtoffer, opmerkzaam zijn beter dan het vet van rammen” (1 Sam. 15:22).
Laten deze woorden in hoofdletters diep in ons hart gegrift mogen zijn! Hoe dikwijls wordt hieraan voorbijgegaan in christelijke activiteiten in onze dagen. Er is zo’n sterke tendens om maar te doen wat goed is in onze eigen ogen. Er worden werkschema’s gemaakt, allerlei methodes uitgedacht, getuigenissen gegeven die vaak om onszelf draaien, terwijl er nauwelijks gewezen wordt op de autoriteit van het Woord van God.
Het moet elk toegewijd kind van God met afschuw vervullen, dat de Bijbel hoe langer hoe meer terzijde wordt gesteld als bron der waarheid, zelfs door hen die beweren verkondigers te zijn. We hebben het dan niet over ongelovigen of niet-christenen, maar bijvoorbeeld over de onverschilligheid binnen christelijke kringen. Er zijn miljoenen die zeggen dat de Bijbel het Woord van God is, terwijl ze zich op geen enkele wijze onder het gezag van dat Woord stellen. Hun eigen gedachten domineren, hun eigen visie is belangrijker, hun tradities worden hoger gesteld, ervaringen voeren de boventoon, het gevoel regeert hun hart. De heilige principes van de Goddelijke openbaring worden met het grootste gemak terzijdegesteld.
Wat is het echter belangrijk het motto van Paulus te onderstrepen: “Daarom, mijn geliefde broeders, wees standvastig, onwankelbaar...” Het ‘daarom’ slaat terug op het hoofdstuk, waarin de apostel uitvoerig stilstaat bij de opstanding als de hoop en verwachting van elke gelovige. Door deze hoop wordt de ziel boven de donkere en kille ervaringen van de oude schepping uitgetild. De opstanding is de vaste rots van de toekomstige heerlijkheid. Wij worden vermaand op deze rots der opstanding te blijven staan, standvastig en onwankelbaar. Dat is niet maar een bepaalde gedachte, een specifiek dogma of een losse theorie. Nee, het is gebaseerd op de hele waarheid van God, waarvan de opgestane en levende Heer het glanzende Middelpunt is.
Pas als dit standpunt daadwerkelijk wordt ingenomen, kunnen we overgaan tot actie. De christen is geroepen om de liefelijke vruchten van genade uit te werken in zijn leven. Hij is geroepen te allen tijde overvloedig te zijn in het werk van de Heer. Niet als een ongeleid projectiel, maar onwankelbaar staand op de Goddelijke waarheid. Dat is de solide basis van een gezond principe en het goede uitgangspunt om toegewijd te zijn in het werk van de Heere.
Sommigen zijn zo bang een misstap te begaan, dat ze niet tot enige activiteit komen. Anderen zijn zo bang niet genoeg voor de Heer te doen, dat ze zich niet meer afvragen of het wel een goed werk is wat ze doen. Paulus corrigeert beiden. Hij leert ons enerzijds vast te houden aan de geopenbaarde waarheid van Gods Woord en anderzijds al onze energie te stoppen in het werk van de Heere.
Tenslotte nog even aandacht voor de uitdrukking ‘het werk van de Heere´. Wij moeten absoluut niet denken, dat elke activiteit op christelijk terrein onderdeel is van het werk van de Heere. Verre van dat zelfs. We zien vele christelijke werken, die we op geen enkele wijze kunnen plaatsen in het licht van God en Zijn Woord, noch verbinden met de naam van Christus. Laten we toch ten diepste beseffen hoe noodzakelijk het is, in een wereld van tradities, religiositeit, vrijzinnigheid en losbandigheid, de autoriteit van Christus en Zijn Woord hoog te houden. We moeten ons verre houden van alles wat de toets van het Woord niet kan doorstaan. Alleen als het in overeenstemming is met de geopenbaarde wil van God kan onze activiteit een ‘ werk van de Heere´ genoemd worden. Dan is ook alles wat we doen niet vergeefs, maar draagt het vrucht tot in eeuwigheid!