“Blaas de bazuin in Sion, sla alarm op Mijn heilige berg,
laat alle inwoners van het land sidderen,
want de dag van de HEERE komt,
ja, is nabij!”
Joël 2:1.
Het klinkt nogal dreigend: ‘sla alarm’, ‘laat de inwoners sidderen’, en eerlijk gezegd is het dat ook. De opdracht is om op de bazuin (Hebr. sjofar) te blazen. Dat gebeurde in Israël bij diverse gelegenheden, o.a. bij aankomend gevaar, als waarschuwing voor vijandelijke legers bijvoorbeeld.
Als er in Gods Woord sprake is van het klinken van een bazuin, dan staat dat altijd in verbinding met Gods handelen met Israël, en via Israël met de wereld (Hand. 17:31).
Hier wordt de aanleiding duidelijk aangegeven: “… WANT de Dag van de HEERE komt, ja, is nabij.” Joël vult nog aan: “Het is een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken, ja, donkere wolken.”
De Dag van de HEERE
Deze ‘Dag’ wordt op vele plaatsen in het profetisch Woord genoemd. Het gaat hierbij niet om een dag van 24 uur, maar om een periode, waarin de Heere God zich op bijzondere wijze met Israël en de volken zal gaan bemoeien.
De allereerste keer dat deze Dag genoemd wordt, vinden we in Jesaja 2:10-22. De profeet noemt zeven punten waarin gezegd wordt dat de HEERE zich zal richten:
- tegen al wat hoogmoedig en trots - de mens die in zichzelf roemt en God niet nodig heeft; op anderen vertrouwt (Ps.118:8, Gen.11).
- tegen al wat zich verheft - gevolg van het voorgaande.
Deze woorden verwijzen rechtstreeks naar de eindtijd: 2 Thess. 2; zie ook Openb.13:5. De goddeloze mens komt tot z'n hoogtepunt: hoogmoed komt voor de val. De HEERE zal vernederen! - tegen alle trotse en hoge ceders van de Libanon en alle eiken van Basan - bomen zijn o.a. typen van mensen (Ps. 1). Deze bomen, in verbinding met Libanon en Basan, duiden op trotse leiders en machthebbers. De HEERE zal de groten der aarde ontmoeten! Zij, die dachten het zonder God te kunnen regelen, sterker nog, zelfs in opstand komen tegen God (Ps. 2).
- tegen alle trotse bergen en alle hoge heuvels – dit zijn aanduidingen van grote en kleine koninkrijken en volkeren.
- tegen elke hoge toren en elke steile muur: verdediging, strijd, oorlog.
- a. tegen alle schepen van Tarsis: aanduiding van (wereld)handel.
b. tegen alle kostbare kunstschatten: aanduiding van de (wereld)cultuur. - tegen alle afgoden: zij zullen verdwijnen! "Alle goden der volken zijn afgoden" (Ps. 96:5).
Verder wordt in bijna alle profetische boeken over deze Dag gesproken en het laatste Bijbelboek is een beschrijving van die Dag. De schrijver, Johannes, verbleef indertijd op het eiland Patmos en kreeg tal van visioenen te zien: “Ik was in de geest op de dag des Heeren… (Openb. 1:10). Hij werd a.h.w. over de geschiedenis heen getild en zag wat er in die Dag allemaal zou gebeuren, in de hemel en ook op de aarde. Afbeelding: De profeet Joël - Michelangelo (Sixtijnse Kapel, Rome)
In Joël komt de uitdrukking ‘Dag van de HEERE’ vijf keer voor: 1:15; 2:1, 11 en 31; 3:14.
Je zou kunnen zeggen dat de profetie van Joël een korte beschrijving is van de gebeurtenissen die in verband staan met die Dag:
1. Oordeel over Israël vanwege de ontrouw en ongerechtigheid
2. Oproep tot berouw en bekering
3. Een overblijfsel komt tot bekering en de HERE zal hen antwoorden
4. Zijn Geest zal Hij uitstorten over alle vlees
5. Hij zal gericht houden over Israëls vijanden - alle volkeren
6. Hij zal land en volk herstellen
7. Hij zal Israël maken tot een zegen in het midden der aarde
Plagen
Uitgangspunt van de profetie van Joël is een sprinkhanenplaag – vs. 4.
Er worden in de Bijbel negen soorten gevonden; deze vier zijn de gevaarlijkste:
HSV | Hebreeuws | NBG-'51 | |
Jonge sprinkhaan | Gazam | jonge, vleugelloze sprinkhaan | Knager |
Veldsprinkhaan | Arbeh | volledig ontwikkelde sprinkhaan (met vleugels) | Sprinkhaan |
Treksprinkhaan | Yelek | ander soort sprinkhaan | Verslinder |
Zwermsprinkhaan | Chasil | derde soort sprinkhaan | Kaalvreter |
Sprinkhanen staan voor de vijanden van Israël. In Joël volgen ze elkaar op. Israël heeft in de loop der tijden heel wat vijanden gekend, grotere en kleinere. In hoofdstuk 1:6 wordt een machtig volk genoemd, met tanden van een leeuw. Dit is een aanduiding van het rijk van Babel.
De meeste keren dat de Dag des HEREN in de Bijbel voorkomt, wordt Babel ook genoemd. ´Babel´ heeft niet alleen een historische (letterlijke) betekenis, maar staat ook voor de vijanden van Israël in ´t algemeen; en ook voor de vijanden van de HEERE.
Vijandelijke aanvallen/verwoestingen in het verleden zijn de opmaat voor wat er in de eindtijd nog zal gebeuren: Oordeel over een afvallig land en volk. Dit leidt uiteindelijk tot de complete ontmanteling van Israël en Jeruzalem…
Bomen
Joël 1:1 2 laat zien wat die ontmanteling betekent: “De wijnstok is verdord en de vijgenboom is verwelkt, de granaatappelboom, ook de palmboom en de appelboom, alle bomen van het veld zijn verdord. Ja, de vreugde is verdord, geweken van de mensenkinderen.”
Vijf bomen worden hier genoemd, die alle een bepaald aspect van Israël in Gods plan uitbeelden.
- Wijnstok ... wijst op het doel, dat God heeft met Israël, nl. om (geestelijke) vrucht te dragen in de relatie met de HEERE.
- Vijgenboom ... wijst op Israël als heilige natie en de uiterlijke heerlijkheid daarvan.
- Granaatappelboom ... wijst op de zegen van de HEERE bij het onderhouden van Zijn geboden, en de heerlijkheid als priestervolk.
- Palmboom ... wijst op het Koninkrijk en op de Koning van Israël, de Leeuw uit de stam van Juda.
- Appelboom … is in Hooglied 2:3 de aanduiding van de Bruidegom en in 8:5 voor de Bruid (Israël).
Al deze bomen hebben iets te maken met de relatie tussen de HEERE en Israël. En zij zijn alle vijf verwelkt c.q. verdord. Er ontbreekt in deze opsomming één belangrijke boom, namelijk de Olijfboom. Die wijst op de roeping en bestemming van Israël, zoals verwoord in Exodus 19:5 en 6: “Nu dan, als u nauwgezet Mijn stem gehoorzaamt en Mijn verbond in acht neemt, dan zult u uit alle volken Mijn persoonlijk eigendom zijn, want heel de aarde is van Mij. U dan, u zult voor Mij een koninkrijk van priesters en een heilig volk zijn.”
En ja, daar verandert niets aan! De ontrouw van Israël kan de trouw van God geenszins tenietdoen.
Het begon zo mooi bij de verbondssluiting. De HEERE beloofde Zijn zegen en Israël beloofde Hem te dienen: “Toen antwoordde heel het volk gezamenlijk en zei: Alles wat de HEERE gesproken heeft, zullen wij doen!” (Exod. 19:8). Die belofte is echter niet waargemaakt door het volk. Gaandeweg sloop de ongehoorzaamheid binnen en ging het van kwaad tot erger. Gevolg is dat Israël is opgehouden vrucht te dragen voor de HEERE. Het betoonde zich geen heilige natie, verzaakte het priesterschap en heeft haar koninklijke status verloren. Zelfs de (huwelijks)relatie met de HEERE ging eraan. Alles wat tot vreugde zou kunnen zijn, verdorde.
Vandaag
Hosea had al voorzegt wat het gevolg zou zijn van Israëls ontrouw: “Want de Israëlieten moeten veel dagen zonder koning en zonder vorst blijven, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod en afgodsbeelden” (hs. 3:4). Het volk werd zelfs uit het land verwijderd en eeuwenlang is er geen nationaal bestaan van Israël geweest.
Daar is in de vorige eeuw verandering in gekomen. Na jarenlange voorbereiding is op 15 mei 1948 de onafhankelijke en soevereine staat Israël uitgeroepen. Sinds die tijd speelt de natie Israël weer een belangrijk rol in de wereld en in het bijzonder in het Midden-Oosten.
Maar vergis u niet. Er is na zo’n 2000 jaar per saldo niets veranderd aan de geestelijke toestand van het volk. Men is weliswaar teruggekeerd naar het land - en dat is zonder meer een belangrijk teken – maar niet naar de HEERE. Israël is (nog) geen koninkrijk (van priesters) en ook geen heilige natie voor God. De relatie met de HEERE is nog steeds verbroken. Het huidige Israël is vooral het resultaat van een Zionistisch streven en dat maakt het bestaan van de Joodse staat ook zo fragiel en schrijnend. Niet alleen is er geen vrede en veiligheid, maar dit hele project is gedoemd te mislukken en eindigt in een debacle. Want … de Dag des HEEREN komt eraan!
- Joël 1:15 “Ach, die dag! Ja, de dag van de HEERE is nabij, en hij zal komen als een verwoesting van de Almachtige.”
- Joël 2:1 “Blaas de bazuin in Sion, sla alarm op Mijn heilige berg, laat alle inwoners van het land sidderen, want de dag van de HEERE komt, ja, is nabij! Het is een dag van duisternis en donkerheid, een dag van wolken en donkere wolken.”
Waarom die Dag komt als een oordeel en verwoesting, wordt duidelijk als we zien wat er in de eindtijd nog staat te gebeuren in en om Israël. De Heere Jezus sprak in dit verband over de komst van de ‘gruwel der verwoesting’ (d.i. een afgodsbeeld) op de heilige plaats, waarover Daniël al profeteerde (Matt. 24:15). Het boek Openbaring sluit daarop aan: er zal in Jeruzalem een beeld worden opgericht voor het beest en dus ter ere van satan! Dit is het toppunt van afgoderij en godslastering. Het zal enorme verwoesting teweegbrengen, zodat de inwoners van het land sidderen.
Hosea schreef: “…de HEERE heeft een rechtszaak met de inwoners van dit land, omdat er geen trouw, geen goedertierenheid en geen kennis van God in het land is”(4:1). Deze zaak tussen de HEERE en Israël wordt in de eindtijd beslecht.
Hoop
Gelukkig eindigt de boodschap van Joël niet met oordeel en straf, dood en ellende. Er is hoop! Waar de afvalligen en goddelozen geoordeeld zullen worden, daar is er redding voor het gelovig overblijfsel. Ook dat hoort bij de komst van de Dag van de HEERE:
- “Menigten, menigten in het dal van de dorsslede, want de Dag van de HEERE is nabij in het dal van de dorsslede. Zon en maan worden in zwart gehuld en de sterren hebben hun schijnsel ingetrokken. De HEERE zal vanaf Sion brullen als een leeuw, vanuit Jeruzalem zal Hij Zijn stem laten klinken, zodat hemel en aarde zullen beven. Maar de HEERE is een toevlucht voor Zijn volk en een vesting voor de Israëlieten. Dan zult u weten dat Ik, de HEERE, uw God ben, Die op Sion, Mijn heilige berg, woont. Jeruzalem zal een heiligdom zijn en vreemden zullen er niet meer doorheen trekken” (Joël 3:14-17).
Omkeer
Hierboven citeerden we Hosea 3:4 waarin gezegd wordt dat het Israël een tijdlang aan alles zal ontbreken. Maar ook Hosea zegt dat er hoop is, in vers 5: “Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren, en de HEERE, hun God, zoeken en David, hun koning. Zij zullen zich in diep ontzag tot de HEERE en Zijn goedheid wenden, in later tijd.”
Er zal een ommekeer plaatsvinden. Zij die zich ‘tot de HEERE en Zijn goedheid wenden’, behoren tot het gelovig overblijfsel. Zij zullen Gods Geest ontvangen (2:28) en gezegend worden: “Het zal geschieden dat ieder die de Naam van de HEERE zal aanroepen, behouden zal worden. Want op de berg Sion en in Jeruzalem zal ontkoming zijn, zoals de HEERE gezegd heeft, namelijk bij hen die ontkomen zijn, die de HEERE roepen zal” (Joël 2:32).
De bomen, die eerder verdord waren, zullen weer uitspruiten en vruchtdragen: “…de weiden van de woestijn worden groen, de bomen dragen hun vrucht, de wijnstok en de vijgenboom geven hun opbrengst” (Joël 2:22). Zij komen tot bloei, als tekenen van het komende Koninkrijk. De Heere Jezus heeft het voorzegt, in Mattheüs 24, Markus 13 en Lukas 21: “Kijk naar de vijgenboom en naar alle bomen. Zodra ze uitlopen en u dat ziet, weet u uit uzelf dat de zomer al nabij is. Zo ook u, wanneer u deze dingen zult zien geschieden, weet dan dat het Koninkrijk van God nabij is” (vs. 29-31).
De gebeurtenissen in de eindtijd zijn evenzovele tekenen van het naderende heil voor Israël en de volkeren. De bergen zullen druipen van jonge wijn, een bron zal uit het huis van de HEERE ontspringen (3:18) en de HEERE zal wonen in Sion (3:21). Met die woorden eindigt de profetie van Joël. Hij loopt daarmee vooruit op de woorden van Zacharia, die dit ook heeft aangekondigd:
- Zacharia 2:10 “Juich en verblijd u, dochter van Sion, want, zie, Ik kom, en zal in uw midden wonen, spreekt de HEERE.”
- Zacharia 8:3 “Zo zegt de HEERE: Ik ben naar Sion teruggekeerd en Ik zal midden in Jeruzalem wonen. Jeruzalem zal 'stad van de waarheid' genoemd worden, de berg van de HEERE van de legermachten 'de heilige berg'.”
Dan zal ook blijken, niet alleen voor Israël, maar ook voor de volkeren, dat God de Heere is, of, zoals de betekenis van de naam ‘Joël’ aangeeft: De HEERE (Jahweh) is God!
De Dag van de HEERE is de Dag, waarop de macht, de sterkte en de heerlijkheid van de HEERE geopenbaard worden. Hij zal gekend en geëerd worden. Zacharia zegt daarover: “De HEERE zal Koning worden over heel de aarde. Op die dag zal de HEERE de enige zijn en Zijn Naam de enige” (hs. 14:9). Wat een Dag zal dat zijn!