De opdracht voltooid
Uiteraard hebben de woorden ‘Het is volbracht’ (Joh. 19:30) betrekking op het feit, dat de Heiland Zijn opdracht had voltooid. In de laatste nacht voor Zijn kruisiging hield de Heere een (afscheids)rede tot Zijn discipelen. Aan het einde daarvan spreekt Hij nog een gebed uit, waarvan de inhoud in Gods Woord is opgenomen. Wij mogen dus meeluisteren naar de woorden die de Zoon tot de Vader sprak. In Johannes 17:4 en 5 horen wij Hem zeggen: "Ik heb U verheerlijkt op de aarde. Ik heb het werk volbracht dat U Mij gegeven hebt om te doen. En nu verheerlijk Mij, U Vader, bij Uzelf, met de heerlijkheid die Ik bij U bezat voordat de wereld er was".
Ooit aanvaardde de Zoon die zware opdracht om de wil van God te volbrengen (vgl. Ps. 40:7-9) en vernederde Zich onder de machtige hand van God door de "gestalte van een slaaf" aan te nemen (Fil. 2:5 e.v.). Hij nam deel aan 'vlees en bloed' door als Kind uit de maagd Maria geboren te worden en Zich te begeven in de zondige mensenwereld. Wat een vernedering is dat geweest als wij bedenken dat Hij de Zoon van God is! Ondanks Zijn vernederde staat en de "tegenspraak van de zondaars" (Hebr. 12:3) heeft Hij Zijn werk voleindigd. Voortdurend was Hij erop gericht Gods opdracht uit te voeren: 'Vader, niet Mijn wil, maar Uw wil geschiede ...'.
Zijn einde mondde hier op aarde uit in verwerping, kruisiging, dood. Bij de Vader in de hemel was echter alleen maar plaats voor heerlijkheid! En zo mogen wij het ook zien, net zoals we het lezen in de Hebreeënbrief: "... maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, Die voor korte tijd minder dan de engelen geworden was, vanwege het lijden van de dood, opdat Hij door de genade van God voor allen de dood zou proeven" (Hebr. 2:9).
Hierin ligt voor ons een geestelijke les! Immers, wat is onze levensroeping anders dan God te dienen? Paulus getuigt van de gelovigen in Thessalonica, dat zij zich van de afgoden tot God bekeerd hadden, "om de levende en waarachtige God te dienen ..." (1 Thess. 1:9). Later schrijft hij aan Timotheüs: "Doe het werk van een evangelist. Vervul uw dienstwerk ten volle" (2 Tim. 4:5).
De Heere Jezus heeft Zijn werk voleindigd, als de getrouwe en waarachtige Getuige. Hij was een "Dienaar van de besnijdenis" (= Israël, Rom. 15:8) en heeft alles volbracht om Zijn volk te redden van hun zonden (vgl. Matt. 1:21). Ja, Hij is de Verlosser der wereld geworden. De Heiland is in Zijn leven op aarde het volmaakte Voorbeeld geweest van toewijding en overgave aan God en Zijn wil. Laten wij dan ook een voorbeeld nemen aan Hem, Die ons is voorgegaan, en voortdurend de wil van onze hemelse Vader zoeken in leven en werken. Ach, we zijn met de mond dikwijls zo 'toegewijd', maar hoe zit het met de praktijk? Vaak gaan onze eigen zaakjes voor, nietwaar? En ja, we hebben het allemaal wel eens (erg) druk met dit of dat, maar dat mag natuurlijk niet ten koste gaan van de dingen van God. Het eerste van onze tijd, kracht en gaven komt de Heere toe; daarna houden we nog genoeg over voor onszelf!
Bovendien, de Heere God neemt met minder geen genoegen, en terecht, want is Hij ons niet alles waard? Hij heeft recht op heel ons leven, en ... het is genade Hem te mogen kennen het is ook genade Hem te mogen dienen! Foto p 23-24 Het is volbracht
Verzoening
De woorden 'Het is volbracht' bepalen ons ook bij de verzoening, die de Heere Jezus heeft bewerkt. Paulus spreekt over de bediening van de verzoening "God was het namelijk Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende; en Hij heeft het woord van de verzoening in ons gelegd" (2 Kor. 5:19). Deze 'overtredingen' werden toegerekend aan de Heere Jezus: "Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem" (vs. 21).
In het Oude Testament gaat het met enige regelmaat over de Yom Kippur, de Verzoendag. Op die dag mocht niemand enig werk doen; daar stond zelfs de doodstraf op! Het was een volkomen sabbat, een rustdag. De enige die iets deed, was de hogepriester. Hij ontdeed zich van zijn sierlijke kledij en ging in zijn linnen rok het Heiligdom binnen om verzoening te doen voor zichzelf, zijn huis en het volk Israël (zie bijv. Lev. 16). Het woord kippur komt van kaphar en betekent: bedekken. Dat was het hoogste goed onder het oude verbond: de zonden werden bedekt onder het bloed van bokken en stieren. Dit bloed kon echter geen zonden wegnemen. Daarvoor was het bloed van Jezus nodig. Hij wordt aangewezen als "het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt" (Joh. 1:29). Wegnemen is méér dan bedekken. Het verzoeningsoffer van Christus brengt ons de volmaaktheid (zie Hebr. 10). Vandaar dat de Heiland slechts één keer hoefde te lijden en te sterven: 'Het is genoeg, dat Jezus stierf, ja, stierf voor u en mij'!
De verzoening die God in Christus volbracht, is een daad van Hem alleen. Hij werkte in die bittere nacht. Dat wij daar nu, door het geloof, deel aan mogen hebben, is louter genade. Onze overtredingen zijn Christus toegerekend, en Zijn gerechtigheid wordt ons toegerekend. Die geweldige daad van Gods liefde is voor Paulus en de zijnen de drijfveer om de boodschap te verkondigen: "Namens Christus smeken wij: laat u met God verzoenen" (2 Kor. 5:20).
Aardse loopbaan
Het volbrachte werk van Christus heeft niet alleen betrekking op Zijn lijden aan het kruis, maar omvat ook Zijn loopbaan op aarde. Dat alles heeft Hem gemaakt tot de bron van het heil. Alle moeite, strijd, vernedering en pijn, die Hij heeft moeten doorstaan, bewerkten uiteindelijk het eeuwige heil, dat ook wij mochten ontvangen: "In de dagen dat Hij op aarde was, heeft Hij met luid geroep en onder tranen gebeden en smeekbeden geofferd aan Hem Die Hem uit de dood kon verlossen. En Hij is uit de angst verhoord. Hoewel Hij de Zoon was, heeft Hij toch gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij heeft geleden. En toen Hij volmaakt was geworden, is Hij voor allen die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwige zaligheid geworden" (Hebr. 5:7-9).
Verlossing
'Het is volbracht' bepaalt ons bij de verlossing, die wij nu mogen bezitten. In Efeze 1:7 zegt de apostel Paulus: "In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade ...". Het is inderdaad volbracht, verleden tijd. De actuele situatie is nu, dat wij de verlossing hebben. Het is ons bezit geworden. Wij mogen onze verlossing dan ook aanvaarden als een heerlijke werkelijkheid. En dat wij het hebben, daar mogen wij voor danken! Dat is wat God wil, waarin Hij verheerlijkt wordt. Hoevelen zijn er niet, die telkens weer vragen of God hun overtredingen wil vergeven, terwijl Hij dat allang gedaan heeft. Sterker nog, Hij wil daarvoor 'slechts' onze dank ontvangen. Ook in Kolossenzen 1 lezen wij dat het is volbracht: "Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de zonden" (vs. 13 en 14).
Dit voldongen feit kan ons alleen maar zeer grote vreugde schenken. Ja, laten wij met blijdschap de Vader danken, "Die ons bekwaam heeft gemaakt om deel te hebben aan de erfenis van de heiligen in het licht" (vs. 12).
Toekomst
Ten slotte (er is veel over te zeggen!) nog dit. De woorden 'Het is volbracht' wijzen ook op de toekomst! In Openbaring 21:6 komen wij ze - min of meer - opnieuw tegen. Het laatste Bijbelboek spreekt ons van de onthulling van Jezus Christus, de Zoon van God. Hij is het, Die waardig is de boekrol te openen en de zegels te verbreken. Hij zal deze wereld, die nog altijd in de macht van de boze ligt (vgl. 1 Joh. 5:19), bevrijden en onder Gods heerschappij brengen. Door reinigende en louterende oordelen heen zullen de inwoners der wereld gerechtigheid leren en buigen voor de Koning der koningen. Voorts zullen de 'eerste dingen' voorbijgaan, uitmondend in nieuwe hemelen en een nieuwe aarde. Als de verhoogde Heer daarover spreekt in hoofdstuk 21:6 dan zegt Hij: "Het is geschied", oftewel: Het is volbracht!
De vrucht van het kruis zal zichtbaar worden in de verlossing der wereld en de vernieuwing der schepping. De Zoon van God heeft in mensengestalte de dure prijs betaald en de aarde losgekocht. Hij heeft alles volbracht om de heerlijkheid van God ruim baan te kunnen geven. In de toekomst zal dat openbaar gemaakt worden tot verbazing van elk schepsel. Dan zullen de scharen in de hemel en op aarde jubelen en juichen tot eer van God. Het kruis zal leiden tot de kroon!