Overvloedig
Tijdens de regering van Jozef, “…in wie de Geest van God is” (Gen. 41:38), was er zeven jaar overvloed in Egypte. Het woord ‘zeven’ is in het Hebreeuws sheba en afgeleid van het werkwoord saba (verzadigd zijn). Er was zeven jaar verzadiging van voedsel door overvloed, totdat de jaren van honger kwamen.
Manna
De Israëlieten ontvingen (in de woestijn) in de avond vlees en in de ochtend brood (manna) tot verzadiging toe: “Dit is het brood dat de HEERE u te eten gegeven heeft” (Ex. 16:15), de heerlijkheid des HEEREN (Ex. 16:7). Verzadiging is in deze context: genoeg hebben. “Zij verzamelden, de een veel en de ander weinig (...) Wie veel had verzameld, had niets over, en die weinig had verzameld, ontbrak niets. Ieder had zoveel verzameld als hij eten kon” (Ex. 16:17-18). Christus is het Brood des levens, wie tot Hem komt, zal beslist geen honger hebben (Joh. 6:32 en 35). Hij is de Enige die onze ziel werkelijk kan verzadigen!
Een overvloeiend land
Aan de Israëlieten werd een land beloofd: "Want Ik zal dit volk brengen in het land dat Ik zijn vaderen onder ede beloofd heb, een land dat overvloeit van melk en honing, en het zal eten en verzadigd en vet worden" (Deut. 31:20a).
Zo stond het land Kanaän in de omliggende landen bekend. Een land geschikt voor vee, met veel druiven, dadels en vijgen, en vruchtbaar. Kortom, een land waar je naar uitkijkt in de woestijn. Het land was al klaar voor het volk Israël, met steden, huizen, putten, wijngaarden, fruitbomen in menigte. Zij werden verzadigd en hebben als in een lusthof geleefd (Neh. 9:25). De Heere voorziet in alles.
Verzadiging over de dood heen
David schreef over de verzadiging die de Heere kan geven over het aardse leven heen: "Ik echter zal in gerechtigheid Uw aangezicht aanschouwen; ik zal, wanneer ik ontwaak, verzadigd worden met Uw beeld" (Ps. 17:15). Davids woorden, geïnspireerd door de Geest, hebben op zijn persoonlijke situatie betrekking, maar de psalm gaat ten diepste over Christus. Na een leven van moeite en druk komt de kruisdood, maar ... Ik zal, wanneer Ik ontwaak, verzadigd worden met Uw beeld. Hij is daarin de Eersteling en daarom is er voor ons een heerlijk vooruitzicht!
Verzadiging onder het verbond
Israël miste onder het oude verbond de beloofde verzadiging door zonde en ongeloof. In de toekomst zal het dat wel ontvangen: "Dan zult u overvloedig en tot verzadiging eten, en de Naam van de HEERE, uw God, prijzen, Die wonderlijk met u heeft gehandeld. Mijn volk zal voor eeuwig niet beschaamd worden" (Joël 2:26).
Vervulling
In het Oude Testament gaat het dus vooral over vol(daan) zijn van het leven, aardse verzadiging, overvloed en met een bedekte doorkijk naar wat nog komen gaat. In het Nieuwe Testament komt het woord ‘vervullen’ in beeld. Vervullen heeft te maken met vol worden en volheid. De Heere Jezus werd vervuld met wijsheid (Luk. 2:40) en discipelen werden vervuld met blijdschap (Hand. 13:52). Je kunt ook vervuld zijn met ongerechtigheid (Rom. 1:29).
Ultieme vervulling
Als we het hebben over vervulling dan is dat ten volle van toepassing op het Lichaam van Christus. In Christus woont heel de volheid der Godheid lichamelijk (Kol. 2:9) en dat was ook het behagen van de Vader (Kol. 1:19). Al de volheid van God openbaart Zich (wordt zichtbaar) in de Zoon en wij worden als leden van het Lichaam in die volheid vervuld: “Hij heeft Hem als Hoofd over alle dingen gegeven aan de gemeente, die Zijn lichaam is en de vervulling van Hem Die alles in allen vervult” (Efe. 1:22b-23).
Dat is onze positie. Het mag ons gebed zijn om daar nu al uit te mogen leven, want de vervulling daarvan zullen we pas ten volle ervaren als we bevorderd zijn tot heerlijkheid.
Rijkdom
Dit woord komt uit dezelfde Griekse woordgroep als ‘vervullen’. Vervuld zijn, geeft rijkdom en zo ervaart de gelovige dat ook in het leven. Met verlichte ogen van het verstand mogen we weten wat de rijkdom is van de heerlijkheid van de erfenis in de heiligen (Efe. 1:18).
Valt er niets meer te vervullen?
In de dagelijkse praktijk van het leven zeker wel: “Daarom houden ook wij niet op, vanaf de dag dat wij het gehoord hebben, voor u te bidden en te smeken dat u vervuld mag worden met de kennis van Zijn wil, alle wijsheid en geestelijk inzicht” (Kol. 1:9). Zo mogen we onze geloofsweg gaan in dit leven!